wauwelen werkw. Afbreekpatroon: 'wau - we - len Vervoegingen: wauwelde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gewauweld (volt.deelw.) 1) vervelend, inhoudloos kletsen Voorbeeld: 'Het meiske wauwelde oeverloos tegen hem aan, wat irritatie bij hem opwekte.' Synoniem: babbelen; kwekken; zemelen 2) kauwen; knabbelen Synoniem: ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wauwelen
iets zeggen op een manier die irritatie opwekt door de inhoudloosheid of de onbeduidendheid ervan, of door de toon waarop men praat Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/wauwelen