de Beier zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Bei·er Verbuigingen: Beieren (meerv.) een inwoner van Beieren, of iemand afkomstig uit Beieren . 2 definities Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Beier
1) Belletje 2) Bewoner van Beieren 3) Bewoner van Duitsland 4) Deel van een rozenkrans 5) Duitser 6) Europeaan 7) Iemand uit beieren 8) Inwoner van Beieren 9) Inwoner van Duitsland 10) Kruisbes Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Beier/1
kraal (van een rozenkrans) - Voorbeeld: ‘Ze haalde haar paternoster uit het laadje van haar kantkussen en leerde hoe hem gebruiken. Hier aan 't kruiske bidt ge 'k Geloof-in-God-de-Vader; daarna op iedere dikke beier een Onze-Vader, en op de kleine, een Wees-Gegroet’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php