
gebiologeerd bijv.naamw. Uitspraak: [ xəbijolo'xert ] Afbreekpatroon: ge·bio·lo·geerd
erg geboeid Voorbeelden: 'gebiologeerd zijn door iemands uiterlijk' , 'gebiologeerd naar een televisieprogramma kijken' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/gebiologeerd
Geen exacte overeenkomst gevonden.