geien werkw. Afbreekpatroon: gei·en Verbuigingen: geide Vervoegingen: gegeid (volt.deelw.) (zeilen) inkorten of gorden door het doorhalen van de daartoe bestemde touwen . 4 definities
1) De zeilen inkorten 2) Inhalen van zeilen 3) Zeil inkorten 4) Zeilen inkorten 5) Zeilterm 
zeilen inkorten door het doorhalen van de geitouwen
1> het verkleinen van het effectieve zeiloppervlak door één of meerdere lijken, naar een ander lijk te trekken. Soms ook geschreven als gijen. a> bij razeilen: het onderlijk richting ra. Soms ook geschreven als gijen. b> bij een sprietzeil: achterlijk richting bovenlijk en mast ( voorlijk ). Hier meer een vorm van opdoeken, dan van zeil...
(1) De nok van de gaffel strijken. (2) (Algemeen:) De piek van het grootzeil laten zakken om minder effectief zeiloppervlak te hebben.
VOC - Zeilen en tuigage: lijnen verbonden met de onderste hoeken van razeilen, waardoor deze naar de ra kunnen worden getrokken.