het gevaar zelfst.naamw. Uitspraak: [ xeˈvar ] Afbreekpatroon: ge·vaar Verbuigingen: gevaren (meerv.) kans dat er iets ergs gaat gebeuren Voorbeelden: 'de gevaren van overmatig alcoholgebruik' , 'We lopen gevaar opgesloten te raken.' , 'Het gevaar dreigt dat de dijken doorbreken.' op het gevaar af (met het risico dat) 'Op het gevaar af j... Gevonden op https://woorden.org/woord/gevaar
a> het gevaar: plaatselijk(?) synoniem voor `de vaart `. Een van varen afgeleid zelfstandig naamwoord. Voorbeeld: Het gevaar van een pont over de rivier. . Sterk verouderd, maar thans vaak bij wijze van woordspeling gebruikt hetgeen vroeger ook wel voor kwam. Bron: Historische woordenboeken op gtb.ivdnt.org. b> gewestelijk: een vaartuig ; in de ...... Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=gevaar