greineren werkw. Afbreekpatroon: grei·ne·ren Verbuigingen: greineerde Vervoegingen: gegreineerd (volt.deelw.) zo bewerken dat het oneffen wordt . 2 definities
1) Granuleren 2) Greinen 3) Haperen 4) Hokken 5) Hotten 6) Kartelen 7) Korrelen 8) Mislopen 9) Nerven 10) Schiften 11) Stremmen 1) Granuleren 2) Het oppervlak ruw maken 3) Karrelen 4) Kartelen 5) Kartels aanbrengen 6) Nerven 7) Oppervlakte oneffen maken 8) Schiften 
(greinen / greineren) Eenzijdig aanbrengen van struktuurpersingen in papier of karton, waarbij de tegendrukwals glad is.