het huiswerk zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈhœyswɛrk ] Afbreekpatroon: huis·werk taak voor school die je thuis moet doen Voorbeeld: 'Vanavond moet ik huiswerk maken.' Synoniemen: huishoudelijk werk les schoolwerk Spreekwoorden en zegswijzen • zijn huiswerk maken (=de liefde bedrijven) Naar de spreekwoorden 3 d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/huiswerk