
ineenstorten werkw. Uitspraak: [ ɪn'enstɔrtə(n) ] Afbreekpatroon: in·een·stor·ten Vervoegingen: stortte ineen (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is ineengestort (volt.deelw.)
1) (van een constructie) kapotgaan en in stukken op de bodem vallen Voorbeelden: 'Door een constructiefout is de brug ineengestort.' , 'De kleuter had pl...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/ineenstorten

1) Ineenzakken 2) Te gronde gaan 3) Ten onder gaan 4) Instorten 5) In stukken neervallen 6) Inzakken 7) Neervallen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ineenstorten/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.