1.gunnen Voorbeeld: ‘Gelijk het gewoonlijk gaat, werd de rijke Tjald een onmenselijke vrek en honde-gierig; hij jeunde zijn evennaaste geen zier, en zijn eigen broer nog minder’ 2.behagen scheppen in Voorbeeld: ‘'t Is hier zo goed, zo rustig en ze jeunt zich in die zware, vaste stilte’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0013.php