Zie ook:
justeer

justeren werkw. Uitspraak: [ jʏs'terə(n) ] Afbreekpatroon: jus·te·ren Vervoegingen: justeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gejusteerd (volt.deelw.)
(een apparaat) juist afstellen Voorbeeld: 'Meetinstrumenten moeten periodiek gejusteerd worden.'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/justeren

op de juiste maat brengen
Jaar van herkomst: 1479 (HWS )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

Apparatuur zo aanpassen dat de meetafwijking ten opzichte van de standaard lager is dan de toegestane afwijking voor de toepassing.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10309

Het verrichten van handelingen om een meetinstrument, referentie of anderszins zo nauwkeurig mogelijk te laten functioneren, of om deze geschikt te maken voor het te gebruiken doel.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/11557

Justeren is de apparatuur zo aanpassen dat de meetafwijking ten opzichte van de standaard lager is dan de toegestane afwijking voor de toepassing.
Gevonden op
https://ensie.nl/definitie/Justeren

juist instellen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/justeren
Geen exacte overeenkomst gevonden.