Zie ook:
klonter

klonteren werkw. Uitspraak: [ ˈklɔntərə(n) ] Afbreekpatroon: klon·te·ren Vervoegingen: klonterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geklonterd (volt.deelw.)
klonten (2) vormen Voorbeeld: 'De saus klontert.' Zie ook: klonter Synoniemen: coaguleren schiften
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/klonteren

1) Samenlopen 2) Aaneenkoeken 3) Stremmen 4) Klonters vormen 5) Verdikken 6) Verdikking 7) Verhoetelen 8) Schiften 9) Coaguleren
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Klonteren/1
1) tot een klont worden door stolling; stollen
2) klonten vormen door onvoldoende menging of door stolling
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/klonteren
Geen exacte overeenkomst gevonden.