kruipen werkw. Uitspraak: [ ˈkrœypə(n) ] Afbreekpatroon: krui·pen Vervoegingen: kroop (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is gekropen (volt.deelw.) 1) (van mensen) je op je handen en knieën voortbewegen Voorbeelden: 'in bed kruipen' , 'door een gat kruipen' 2) (van planten en dieren) over de grond lopen of groe... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kruipen
1) Aaien 2) Flatteren 3) Flikflooien 4) Gang van een baby 5) Klauteren 6) Krioelen 7) Langzaam voortbewegen 8) Nederig gedragen 9) Op de knieën voortbewegen 10) Op handen en voeten voortbewegen 11) Over de vloer bewegen 12) Pluimstrijken 13) Scheepvaartterm 14) Slaafs zijn 15) Sluipen 16) Sluipend voortbewegen Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kruipen/1
• [erga] zich laag bij de grond, meest op handen en knieën gericht voortbewegen. • [inerg] zich laag bij de grond, meest op handen en knieën ongericht voortbewegen. (+audio) Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/kruipen
De neiging van pagina`s in het midden van een katern om naar buiten te kruipen (trapsgewijs naar buiten te steken). Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10440