kwijt bijv.naamw. Uitspraak: [ kwɛit ] 1) kwijt zijn ((iets of iemand) niet kunnen vinden) 'Ik ben mijn hond kwijt.' Synoniem: zoek zijn 2) kwijt willen ((iets) willen zeggen) 'Ik wil wel aan je kwijt dat ik dit niet prettig vind.' Synoniem: 3) Kan ik iets aan je kwijt? (wil je iets eten of drink...
1) Ontbrekend 2) Onvindbaar 3) Zoek of weg 4) Foetsie 5) Poter 6) Zoek 7) Weg of zoek 8) Niet hier 9) Weg 10) Afwezig 11) Spoorloos 12) Vermist 13) Verloren hebbend 14) Verloren 15) Niet te vinden 16) Niet meer in het bezit van 17) Niet meer bij 18) Verdwenen 19) Verdwaald 20) Missend 21) Hit van Suzan & Freek 
verlost van, niet meer in het bezit van (toon de herkomst via de etymologiebank)
wat je niet meer kunt vinden vb: ik ben mijn portemonnee kwijt
vrij van, niet meer in het bezit zijn van
vrij van, niet meer in het bezit van