nors bijv.naamw. Uitspraak: [ nɔrs ] onvriendelijk en erg streng Voorbeeld: 'een norse ober' Synoniemen: : stuurs, bars Synoniemen: bars bokkig bruusk chagrijnig knorrig kortaf korzelig nurks onzacht straf stuurs wrevelig zuur 5 definities...
1) Bar 2) Bars 3) Bits 4) Bok 5) Bokkig 6) Boos 7) Brommerig 8) Bruusk 9) Chagrijnig 10) Gemelijk 11) Grimmig 12) Kattig 13) Knorrig 14) Koppig 15) Kortaangebonden 16) Kortaf 17) Korzelig 18) Kregel 19) Lastig 20) Lomp 21) Mopperig 22) Mottig 23) Narrig 24) Neetorig 25) Nurks 26) Onaangenaam 27) Onaardig 1) Bar 2) Bars 3) Bits 4) Bokkerig 5) Bokkig 6) Boos 7) Brommerig 8) Bruusk 9) Chagrijnig 10) Gemelijk 11) Grimmig 12) Grof 13) Knorrig 14) Kort aangebonden 15) Kortaangebonden 16) Kortaf 17) Korzelig 18) Mopperig 19) Niet sympathiek 20) Nurks 21) Onaardig 22) Onhartelijk 23) Onvriendelijk 24) Onwillig 
ge?rriteerd, stug (toon de herkomst via de etymologiebank)
onvriendelijk en kortaf vb: met een nors gezicht deed hij de afwas Synoniemen: stug bars Tegenstellingen: aardig attent vriendelijk mild hoffelijk
1) slechtgehumeurd en onvriendelijk in de omgang 2) blijk gevend van een slecht humeur
•onvriendelijk en zwijgzaam, kortaf.
stuurs