
onleefbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ ɔn'levbar ] Afbreekpatroon: on·leef·baar
(van omstandigheden) redelijkerwijs niet door mensen te verdragen Voorbeelden: 'De situatie in huis werd onleefbaar door de dagelijkse vechtpartijen tussen vader en zoon.' , 'Volgens de filosoof leidt de biotechnologische revolutie tot een onleefbare wereld van...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/onleefbaar
Geen exacte overeenkomst gevonden.