(timm.) handzaag waarmee men b.v. de oren of handvatsels van een kuip, enz. uitzaagt. - Voorbeeld: ‘Met hamers en tangen worden bouten en pinnen losgeslagen, met dissel en oorzaag de geledingen uit elkaar gedaan’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Uit `De lagere vaktalen: Taal der Loodgieters, zinkbewerkers en gasfitters` 1914 zeer smalle schrobzaag.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742