
de periodeduur zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: pe·ri·o·de·duur Verbuigingen: periodeduren (meerv.) Verbuigingen: periodeduurtje (verkleinwoord)
, de lengte van één periode/cyclus uitgedrukt in een tijdseenheid Voorbeeld: 'Een wisselstroom met een frequentie (symbool: f) van 100Hz heeft een periodeduur (symbool: T) van 0,01s.' . ......
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/periodeduur
Geen exacte overeenkomst gevonden.