de potestaat zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: potestaten machthebber 
1) Vermogen 2) Macht 3) Kracht 4) Zelfgekozen aanvoerder van de Friezen 5) Aanvoerder in oud Friesland 
'Potestaat' was volgens een onecht privilege van Karel de Grote (het zogenaamde Karelsprivilege uit het begin van de 14e eeuw) de titel van een legeraanvoerder voor Friesland. De titel 'potestaat' is waarschijnlijk afgeleid van het Italiaanse 'podestà' (Nederlands: 'potestaat', Frans en Duits: 'potestat', Engels: 'potestate', alle afgeleid van het...
Let op: Spelling van 1858 eene voormalige hooge waardigheid en bediening in de Zwitsersche kantons
machthebber (toon de herkomst via de etymologiebank)