rondkijken werkw. Uitspraak: [ ˈrɔntkɛikə(n) ] Afbreekpatroon: rond·kij·ken Vervoegingen: keek rond (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft rondgekeken (volt.deelw.) om je heen kijken of opletten, vooral met de bedoeling iets te vinden Voorbeelden: 'Kan ik u helpen, of wilt u even rustig rondkijken?' , 'rondkijken naar een andere baan... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rondkijken