
samentrekken werkw. Uitspraak: [ ˈsamə(n)trɛkə(n) ] Afbreekpatroon: sa·men·trek·ken Vervoegingen: trok samen (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is samengetrokken (volt.deelw.)
(van een spier) korter worden Voorbeeld: 'De hartspier trekt een keer of zestig per minuut samen.' Synoniemen: contracteren drukken indrogen omarmen samenkrimp...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/samentrekken

1) Bijeenvoegen 2) Ontmoeten 3) Knijpen 4) Korter worden 5) Contraheren 6) Contracteren 7) Concentreren 8) Taalkundige term 9) Slinken 10) Omarmen 11) Doen sluiten 12) Inkrimpen 13) Ineenkrimpen 14) Indrogen 15) Verschrompelen 16) Een strik sluiten 17) Fronsen 18) Schrompelen 19) Krimpen 20) Drukken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Samentrekken/1
in elkaar trekken en kleiner worden vb: mijn mond trok samen van de zure appel
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

Het herleiden tot één met gebruik van deletie Vergelijk synizesis.
Bijvoorbeeld: `leder` wordt `leer`
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10168

Onder andere: haarschubben die zich sluiten.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10648
Geen exacte overeenkomst gevonden.