de Sloveen zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ slo'ven ] Afbreekpatroon: Slo·veen Verbuigingen: Slovenen (meerv.) de Sloveen - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ slo'ven - sə ] Afbreekpatroon: Slo·veen Verbuigingen: Sloveensen (meerv.)
iemand met de Sloveense nationaliteit Gevonden op
https://woorden.org/woord/Sloveen
1) Inwoner van de Balkan 2) Inwoner van West-Europa 3) Inwoner van Midden-Europa 4) Inwoner van Europa 5) Inwoner van voormalig Joegoslavië 6) Inwoner van Slovenië 7) Inwoner van Zuid-Europa 8) Inwoner van Oost-Europa
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Sloveen/1
iemand met de Sloveense nationaliteit; iemand die behoort tot het Sloveense volk; iemand die afkomstig is uit Slovenië; inwoner van Slovenië In het meervoud ook in toepassing op het volk.
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Sloveen
• [demoniem] een inwoner van Slovenië, of iemand afkomstig uit Slovenië.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Sloveen
Geen exacte overeenkomst gevonden.
