de Slowaak zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ slo'wak ] Afbreekpatroon: Slo·waak Verbuigingen: Slowaken (meerv.) de Slowaak - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ slo'wak - sə ] Afbreekpatroon: Slo·waak Verbuigingen: Slowaaksen (meerv.)
iemand met de Slowaakse nationaliteit Synoniem: Slovaak
Gevonden op
https://woorden.org/woord/Slowaak
1) Iemand uit slowakije 2) Inwoner van Midden-Europa 3) Inwoner van Oost-Europa 4) Inwoner van slowakije 5) Inwoner van Europa 6) Bewoner van Slowakije
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Slowaak/1
iemand met de Slowaakse nationaliteit; iemand die behoort tot het Slowaakse volk; iemand die afkomstig is uit Slowakije; inwoner van Slowakije In het meervoud ook in toepassing op het volk. Voor 1993 ook: inwoner van Slowakije als deel van het voormalige Tsjecho-Slowakije; zonder de bijgedachte aan een specifieke nationaliteit en in het meervoud oo...
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Slowaak
• [demoniem] een inwoner van Slowakije, of iemand afkomstig uit Slowakije.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Slowaak
plaatselijke term voor een als dwarskuil gebruikte Engelse kuil , die tot vleugelkuil vermaakt is. Zie ook links: Diverse termen inzake het vistuig . Peter Dorleijn , Van gaand en staand want, deel 2. Volendam, Uitg. Van Kampen & zn, 1982.
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=slowaak
Geen exacte overeenkomst gevonden.
