staan werkw. Uitspraak: [ stan ] Vervoegingen: stond (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestaan (volt.deelw.) 1) (van personen) de houding hebben van je voeten op de grond en je hoofd bovenaan Voorbeelden: 'gaan staan om iemand te begroeten' , 'in de keuken staan koken' Antoniemen: zitten, liggen 2) (van dingen) zi... Gevonden op https://woorden.org/woord/staan
1) Er doen uitzien 2) Passen 3) Overeind zijn 4) Zich opwaarts bevinden 5) Rusten 6) Poot 7) Stilhouden 8) Ogen 9) Zijn 10) Zich bevinden 11) Stil houden 12) Zich overeind bevinden 13) Voet 14) Onderstel 15) Bereid zijn tot 16) Rechtop zijn 17) Halt maken 18) Uitkomen 19) Niet wijken 20) Op de been zijn Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Staan/1
op voeten of poten overeind zijn vb: aan het eind van het concert ging het publiek staan ik sta erop [ik wil per se dat het gebeurt] ik sta achter je [ik verdedig je] het staat of valt met .... [het hangt ervan af] je moet daar boven staan [je er niets van aantrekken] ik sta op het standpunt dat ...... Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
• [inerg] zich in verticale toestand van rust bevinden. • [auxl] "~ te": duratief hulpwerkwoord: tijdens het staan iets doen. • [auxl] "~ te": hulpwerkwoord van een, vaak dreigende, onmiddellijke toekomst. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/staan