stelen werkw. Uitspraak: [ ˈstelə(n) ] Afbreekpatroon: ste·len Vervoegingen: stal (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestolen (volt.deelw.) iets stiekem wegpakken dat van iemand anders is Voorbeeld: 'Mijn portemonnee is uit mijn zak gestolen.' Synoniemen: achterhouden achteroverdrukken afnemen benemen gappen inpikken jatten kapen le... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stelen
stiekem nemen wat niet van jou is vb: mijn derde fiets is nu ook gestolen dat kan me gestolen worden [daar vind ik niets aan] hij ziet eruit om te stelen [erg lief] je hebt mijn hart gestolen [ik ben verliefd op je] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=stelen
bij het rondbreiën of het breiën van zakvormige visnetten een kleiner aantal mazen per (rond)gang breiën. Ook minderen, afminderen, afvatten en innemen genoemd. [Links: Diverse termen inzake het vistuig .] Genoemd in: Dr. Th. H. van Doorn, Terminologie van Riviervissers in Nederland. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=stag#stelen
Stelen van gereedschappen, zoals die van bijlen, hakmessen of hamers. Categorie: Onderdelen > grepen: gereedschapsonderdelen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491