
de tandartsboor zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: tand·arts·boor Verbuigingen: tandartsboren (meerv.) Verbuigingen: tandartsboortje (verkleinwoord)
een soort kleine boor waarmee de tandarts zieke tanden openboort Voorbeeld: 'Het geluid van een tandartsboor.' . 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/tandartsboor
Geen exacte overeenkomst gevonden.