
teut, meisje of vrouw die talmt, treuzelt, niet voortmaakt; prutst, babbelt, kletst, zanikt - Voorbeeld: ‘
Dat soort aangeboren of ingegroeide voonaamheid, liet zij zonder het te weten wat er mede te bedoelen: manieren van ene kalle, verpierewaaide teute, of vroegrijpe sletse’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.