
trouweloos bijv.naamw. Uitspraak: [ 'trɑuwəlos ] Afbreekpatroon: trou·we·loos
eigenschap dat je iemand of iets niet steunt, terwijl dat wel van je verwacht wordt Voorbeeld: 'Kiezers zijn trouweloze honden. Je kunt er niet op rekenen dat ze volgende keer weer op je partij stemmen.' Antoniem: loyaal Synoniem: ontrouw trouweloze echtgenoo...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/trouweloos

1) Infideel 2) Verraderlijk 3) Leugenachtig 4) Ontrouw 5) Oneerlijk 6) Perfide 7) Onbeschaamd 8) Infaam 9) Afvallig 10) Vals
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Trouweloos/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.