uitweiden werkw. Uitspraak: [ ˈœytwɛidə(n) ] Afbreekpatroon: uit·wei·den Vervoegingen: weidde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgeweid (volt.deelw.) uitvoerig spreken Voorbeeld: 'uitweiden over de vele voordelen van het nieuwe product' Synoniemen: afdwalen breed uitmeten Gevonden op https://woorden.org/woord/uitweiden
uitvoerig spreken (over bijzaken) Voorbeeld: De leraar bleef maar uitweiden over de verschillende mogelijkheden. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11544