
uitzieken werkw. Uitspraak: [ 'œytsikə(n) ] Afbreekpatroon: uit·zie·ken Vervoegingen: ziekte uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is uitgeziekt (volt.deelw.)
lang genoeg rusten zodat je weer beter wordt Voorbeeld: 'Als je griep hebt, dan zit er niets anders op dan uit te zieken.' 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitzieken

1) Beter worden
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitzieken/1

Uitzieken is het zorgen dat een ziekte (vaak een griepje ) overgaat door thuis te blijven of in bed te blijven voor een tijdje. ( Het meisje had koorts , waardoor haar moeder haar een dagje thuishield. Zo kon ze uitzieken. )
[basiswoordenlijst groep 7]Gevonden op
https://wikikids.nl/Uitzieken
Geen exacte overeenkomst gevonden.