vereffenen werkw. Uitspraak: [ vər'ɛfənə(n) ] Afbreekpatroon: ver·ef·fe·nen Vervoegingen: vereffende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vereffend (volt.deelw.) 1) financieel afhandelen Voorbeelden: 'een rekening meteen in zijn geheel vereffenen' , 'een nalatenschap vereffenen' Synoniemen: : verevenen, betalen 2)...
1) Afhandelen 2) Betalen 3) Beslechten 4) Egaliseren 5) Aanzuiveren 6) Effenen 7) Afbetalen 8) Schikken 9) Slechten 10) Compenseren 11) Rekening afsluiten 12) Rescontreren 13) Afrekenen 14) Salderen 15) Adjusteren 16) Adequeren 17) Verevenen 18) Verrekenen 19) Juist maken 20) Vergelijken 21) Voldoen 
schikken, betalen
schikken, betalen (toon de herkomst via de etymologiebank)
faillissementsrecht: afwikkeling van het faillissement door alle baten uit de boedel te gelde te maken. ...ondernemingsrecht: omzetten van alle activa van de boedel in liquide middelen (o.a. d.m.v. verkoop) om de opbrengst te verdelen ...
afhandelen.