afzonderlijk, gescheiden, van (uit) elkaar gescheiden - Voorbeeld: ‘Als ze aan 't Kruiskapelleken kwamen waar hun wegen verscheen liepen: - Wat schikt gij te doen, vandage? vroeg André. - Weet niet’ - Voorbeeld: ‘De huizekoten stonden wijd verscheen en geleken al malkaar’ (Langs Wegen 108) - Voorbeeld: ‘Daarin (= de voo... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php