
voorlopen werkw. Uitspraak: [ 'vorlopə(n) ] Afbreekpatroon: voor·lo·pen Vervoegingen: liep voor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft voorgelopen (volt.deelw.)
(van een uurwerk) een later tijdstip aangeven dan het is Voorbeeld: 'Mijn horloge loopt enkele minuten voor.' Synoniemen: vooraanlopen vooroplopen vooruitlopen ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/voorlopen

1) Vooraanlopen 2) Vooroplopen 3) Vooruitlopen 4) Sneller gaan dan het behoort
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Voorlopen/1

bij de drijfnetvisserij gezegd wanneer de zijde met de drijfton sneller afdrijft dan de zijde met de boot. Plaatselijk ook voorblijven en voorgaan genoemd. [Links: Diverse termen inzake de visserij .]
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=voorlopen
Geen exacte overeenkomst gevonden.