waardij, waarde 1.duur Voorbeeld: ‘De weerdij van een bliksemzwong duurde het’ 2.in: Voorbeeld: ‘in, op de weerdij van’: gedurende, na verloop van Voorbeeld: ‘Wat is er in de weerdij van een halve eeuw al weggevallen en veranderd te Heule en op de wereld er om heen’ Voorbeeld: ‘De pastoor had haar de heilige Ge... Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php
1> het tij (dus eb of vloed ), dat volgt op het heersende tij. O.a. voorkomend in: ″Ieder tij heeft zijn weertij″. 2> verouderde en tamelijk onbekende term voor eb . (Wat dus eigenlijk inhoudt dat tij , vloed is!) Het lijkt aannemelijk dat men zich hier vergist heeft met weervloed . 3> volgens Nicolaas Witsen zoiets als de kentering . Zie ook w... Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=weertij