de zwengel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈzwɛŋəl ] Afbreekpatroon: zwen·gel Verbuigingen: zwengels (meerv.) onderdeel met een handvat dat je moet ronddraaien of op en neer bewegen om een apparaat te laten werken Voorbeelden: 'Vroeger waren er geen startmotoren, je moest je auto of tractor met een zwengel starten.' , 'een zwengel om ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zwengel
1) Manivel 2) Slinger 3) Zwingel 4) Kruk 5) Zwing 6) Deel van een koffiemolen 7) Draaier 8) Draaikruk 9) Draaisleutel 10) Handvat 11) Arm van een pomp 12) Arm van een hefboom 13) Arm 14) Hendel 15) Gereedschap 16) Hefboomarm 17) Deel van een pomp 18) Wip 19) Deel van een puntenslijper 20) Deel van een kassa Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zwengel/1
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Zwengel``] 1o. Een trekknuppel bij de vroeger gebruikelijke tuigen, voor aan den disselboom aangebragt. 2o. een werktuig om de vuurpijlhulzen in den bijbel rond te draaijen Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0027.php