Vlaams Instituut voor de Zee

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Milieu > Zee
Datum & Land: 15/02/2007, BE
Woorden: 417


Chronische verontreiniging
Herhaaldelijke of aanhoudende uitstoot of lozing van milieuverontreinigende (vaak chemische) bestanddelen. Tegengestelde van `accidentele verontreiniging`.

Circalittorale zone
De circalittorale zone vormt een deel van de `sublittorale zone` en begint onder de infralittorale zone, vanaf 10 - 25 meter diepte. Deze zone wordt gedomineerd door dieren, planten zijn echter afwezig of zeldzaam. Niet hetzelfde als littorale zone.

Circulatie
Stroming of beweging van een gas of vloeistof, in of door een bepaald volume of gebied.

Coccolieten
Coccolieten zijn kalkschaaltjes die worden geproduceerd door bepaalde eencellige algen, coccolithoforen genoemd. Coccolieten zinken na afscheiding of sterfte van het organisme naar de bodem om daar uiteindelijk een van de belangrijkste diepzeesedimenten te vormen. Coccolieten zijn samengesteld uit calciumcarbonaat en vormen de belangrijkste component van kalkafzettingen, zoals bijvoorbeeld de witte kliffen van Dover.

Colloïden
Dit zijn zeer kleine deeltjes, typisch van 0.001 tot 1 micrometer diameter, die klein genoeg zijn om in suspensie te blijven in een vloeistof en zinken dus niet naar de bodem.

Conchologie
De conchologie, ook wel eens conchyliologie genoemd, bestudeert weekdieren (mollusken) met een schelp. Ook het verzamelen en bestuderen van schelpen valt onder de conch(yli)ologie.

Conductiviteit
Maat voor de geleidbaarheid van elektriciteit of warmte in een bepaalde stof.

Consolidatie
Consolidatie wordt vaak bij `baggerspecie` of slib toegepast, namelijk het indikken van deze mengsels door het water ervan te verwijderen.

Continentaal plat
Het continentaal plat continentaal plat is de zeewaartse voortzetting van de continentale landmassa. Zowel de landmassa`s als het relatief ondiepe gedeelte onder water. Het heeft een gemiddelde breedte van 75 kilometer en gaat (zachtjes hellend) tot ongeveer een diepte van 200 meter. De Noordzee en de Oostzee maken in hun geheel deel uit van het continentaal plat van Europa.

Continentale drift
Continenten zijn voortdurend in beweging en verplaatsen zich met enkele centimeters per jaar over de aarde. Dit fenomeen wordt continentale drift genoemd en wordt tegenwoordig toegeschreven aan de `platentectoniek`. Volgens deze theorie is het buitenste deel van de inwendige aarde opgedeeld in twee onderdelen, namelijk de lithosfeer en de asthenosfeer er net onder. De lithosfeer, die als het ware op de plastische asthenosfeer drijft, is opgebroken in tien grote platen. Deze platen bewegen ook nog ten opzichte van mekaar (naar, weg van of onder mekaar).

Continentale helling
Steile overgang tussen het continentaal plat en de diepzeebodem. In dit gebied daalt de bodem van ongeveer 200 meter diepte naar 2500 meter diepte. Deze helling eindigt bij de `abyssale vlakte`.

Convectie
Convectie is het verschijnsel hoe warmte zich verticaal voortplant door een vloeistof (zoals zeewater) of een gas. In de oceaan wordt convectie gedreven door verschillen in de dichtheid van het zeewater. Diepe convectie is een belangrijke component van de `thermohaliene circulatie` van de oceanen: het oppervlaktewater in de poolgebieden koelt af en wordt zouter waardoor het zinkt naar grote diepte en uitspreidt om het diepe bodemwater van de oceanen te hernieuwen.

Corioliseffect
Wanneer een voorwerp zich beweegt in een draaiend coördinatensysteem (zoals de aarde), zal het pad van het voorwerp ogenschijnlijk gaan afwijken van een rechte lijn. Als dan de waarnemer in dit bewegende coördinatensysteem staat, lijkt deze afwijking veroorzaakt te worden door een kracht die op het voorwerp werkt. In werkelijkheid is er echter geen kracht, maar wordt het effect veroorzaakt door de draaiing, die inderdaad een versnelling veroorzaakt van het coördinatensysteem zelf.

Corioliskracht
Een betere bewoording is `corioliseffect`.

CPUE
CPUE staat voor Catch Per Unit Effort of vangst per inspanningseenheid. Dit is het aantal vissen die gevangen worden in een bepaalde tijdsspanne, op een bepaalde oppervlakte. Dit begrip wordt gebruikt door visserijbiologen om de relatieve vishoeveelheden te vergelijken tussen verschillende gebieden.

Crepusculair
Dit is een levenswijze die toegeschreven wordt aan organismen die gedurende de schemering actief zijn (bijvoorbeeld nachtzwaluwen). Het is het tegengestelde van een `diurnale` en `nocturnale` levenswijze.

CTD
CTD staat voor Conductivity, Temperature, Depth. Dit toestel meet tegelijkertijd de conductiviteit, de temperatuur en de diepte wanneer het wordt neergelaten in de zee. Vanuit deze parameters kan eveneens de saliniteit berekend worden. Op de verwerkingseenheid van de CTD kunnen ook andere instrumenten worden aangesloten.

Debiet
Debiet staat voor de hoeveelheid water die een rivier of beek per tijdseenheid transporteert en wordt vaak uitgedrukt in aantal kubieke meter water dat per tijdseenheid een bepaald punt in een stroom passeert.

Decompressie
In de duiksport wordt van decompressie gesproken bij het stijgen uit diep water, dat langzaamaan dient te gebeuren, anders loopt men risico op de caissonziekte. Zie verder ook `caissonziekte`.

Decompressieziekte
Zie `caissonziekte`.

Deining
Deining staat voor lange zeegolven zonder schuimkoppen, die niet meer onder invloed staan van de wind die hen veroorzaakte, doordat de wind zich naar elders verplaatst heeft of verdwenen is, of doordat de golven uit het windveld zijn gelopen.

Delta
Zie `rivierdelta`.

Demersaal
Levend in de buurt of op de bodem van rivieren, meren of zeeën (b.v. vissen).

Denitrificatie
Denitrificatie is een nitraatreducerend proces, waarbij nitraat (NO3-) in de bodem of in het water op anaërobe wijze door bacterën wordt omgezet naar distikstofgas (N2). Vaak gebeurd het in combinatie met de afbraak van organisch materiaal.

Densiteit
De densiteit of dichtheid is de massa van een stof (vast, vloeibaar of gas) per volume-eenheid. De densiteit van zeewater, bijvoorbeeld, is afhankelijk van de heersende waterdruk, -temperatuur en saliniteit.

Detritivoor
Detritivoren of detrituseters, zijn organismen die leven van afgestorven en ontbindend organisch materiaal. De regenworm is bijvoorbeeld een detrituseters. Zie ook `carnivoor`, `herbivoor`, `omnivoor`.

Detritus
Detritus is organisch afval, afkomstig van afgestorven en ontbindend materiaal van planten en-of dieren. Het is een belangrijke bron van nutriënten voor de zogenaamde detrituseters of detritivoren, die in vele ecosystemen de basis vormen van de voedselketen. Wat overgehouden wordt door de detritivoren wordt verder afgebroken en gerecycleerd door de ontbinders, zoals bacteriën en schimmels.

DGPS
DGPS (staat voor Differential Global Positioning System) is een plaatsbepalingssysteem, verwant aan `GPS`. Het maakt gebruik van een referentieontvanger waarvan de positie gekend is, samen met een tweede ontvanger (satelliet). Bij de referentieontvanger worden de verschillen tussen de gekende positie en de met GPS berekende positie berekend, waarna de afwijkingen naar de ontvanger verzonden worden. De berekende posities van de ontvanger worden dan gecorrigeerd, waardoor een nauwkeurigheid van 3 à 5 meter in 2 dimensies kan behaald worden.

Diadroom
Diadroom refereert naar organismen (vaak vissen) die tussen zoet en zout water migreren. Deze groep wordt nog onderverdeeld in `anadrome`, `katadrome` en`amfidrome` organismen.

Diatomee
Diatomeeën of kiezelwiertjes zijn microcopisch kleine algen en zijn een van de meest voorkomende types in het fytoplankton. De meeste diatomeeën zijn eencellig, hoewel sommige soorten ketens of eenvoudige kolonies kunnen vormen. Een typische eigenschap van diatomeecellen is dat ze omsloten zijn door een unieke celwand bestaande uit silicium en vertonen een wijde verscheidenheid aan vormen. .

Diepzee
De term diepzee heeft geen hoge wetenschappelijke waarde, het is een zee van grote diepte. Zie beter `pelagische zone`.

Dier
Dieren behoren tot een grote groep organismen, namelijk die van het Rijk der Animalia of Metazoa. Ze zijn over het algemeen meercellig, in staat tot beweging, reageren op hun omgeving en voeden zich met andere organismen. Hun bouwplan wordt vastgelegd naarmate ze zich ontwikkelen, vaak in een vroege fase en in de vorm van embryos, hoewel sommige later nog een metamorfoseproces ondergaan. Ook de mens behoort tot het Rijk der Dieren.

Diffractie
Het afbuigen van een golf (b.v. licht) wanneer die verhinderd wordt Diffractie is het afbuigen van een golf als deze wordt gehinderd. Dit kan gebeuren bij licht- en andere elektromagnetische golven, geluidsgolven, en deeltjesgolven.

Diffusie
Diffusie is de spontane, ongerichte en passieve en langzame verspreiding van moleculen, warmte of impuls. In een afgesloten systeem zal het eindresultaat een evenwichtige verdeling van de materie, warmte of impuls zijn.

Dijkgraaf
De dijkgraaf is de benaming voor de voorzitter van de Algemene Vergadering belast met het bestuur van een Polder. Het is vergelijkbaar met de functie van burgemeester.

Dispergeermiddel
Dispergeermiddelen of verspreidingsmiddelen zijn olieoplossende middelen die worden gebruikt bij de bestrijding van olievlekken op zee. Het middel wordt op de olievlek gesproeid (vaak met een vliegtuig), waardoor de olie in kleine druppeltjes uiteenvalt.

Diurnaal
De term diurnaal staat voor dagactief. Deze definitie is vaak met betrekking tot dieren en planten. Het is tegengesteld aan een `nocturnale` (nachtactief) en `crepusculaire` (actief tijdens de schemering) levenswijze. Diurnaal betekent eveneens dagelijks of met een dagelijkse cyclus.

DOC
DOC staat voor Dissolved Organic Carbon of de hoeveelheid in water opgeloste organische koolstof (C), vaak uitgedrukt in mg koolstof per liter water. Zie ook `DOM`, `DON`, `POC`.

Dode zone
Dode zones zijn plaatselijke, zuurstofarme zones in een meer, zee of oceaan, waar aquatische organismen massaal afsterven of afgestorven zijn. Dode zones in het mariene milieu kunnen veroorzaakt worden door `eutroficatie`, waarbij stikstof en fosfor door lozing in overmaat aanwezig zijn. Deze nutriënten veroorzaken een bloei van het `fytoplankton` (liggen aan de basis van het mariene voedselweb), waardoor het zoöplankton de kans krijgt om te overwoekeren. Wanneer het fyto- en zoöplankton uiteindelijk sterven en zinken tot onder de `fotische zone` (geen fotosynthese meer mogelijk), kan de bacteriële afbraak (hierbij is opgelost zuurstof nodig) zorgen voor een zuurtsoftekort, met een verlies van aquatisch leven tot gevolg.

DOM
DOM staat voor Dissolved Organic Matter, of de hoeveelheid in water opgeloste organische stof, vaak uitgedrukt in mg per liter water. Zie ook `DOC`, `POC`.

DON
DON staat voor Dissolved Organic Nitrogen, of de hoeveelheid in water opgeloste organische stikstof (N), vaak uitgedrukt in mg stikstof per liter water. Zie ook `DOC`.

Doodtij
Doodtij is wanneer het verschil tussen laag- en hoogwater minimaal is. Dit treedt eens om de 14 dagen op als de zon en de maan elkaars invloed minimaliseren of zelfs tegenwerken: de assen aarde-maan en zon-maan staan dan loodrecht op elkaar. Dit gebeurt bij het eerste en laatste kwartier van de maan. Tegenovergestelde van `springtij`.

Downwelling
Downwelling staat voor de accumulatie en het zinken van materiaal met een grotere dichtheid dan het omringende, zoals koud of zout water (`zwaarder`) tegenover warmer of zoeter water (`lichter`). Downwelling is een onderdeel van de `thermohaliene circulatie` in de oceanen.

Drift
Drift is een proces waarbij iets meegevoerd wordt door een stroom (wind of water). Drift is ook een scheepvaartterm en betekent dat men onbedoeld van een geplande koers afwijkt door natuurlijke oorzaken.

Drijfzand
Drijfzand is met water verzadigd zand dat in evenwicht is, zolang er geen krachten op worden uitgeoefend, maar door druk of een trilling of door grondwaterstroming in beweging geraakt, zodat alles erin wegzakt.

DSL
DSL staat voor Deep Scattering Layer. Het is een in de waterkolom gelegen dunne horizontale zone van levende organismen in de oceaan. Deze laag blijkt `s avonds te stijgen en `s ochtends te dalen. Het is zo genoemd, omdat het de eigenschap heeft om geluidsgolven te weerkaatsen, zoals de zeebodem. In het jargon wordt deze laag daardoor `valse bodem` genoemd. De DSL-laag is voornamelijk samengesteld uit levende organismen met een ingesloten gaskamer, zoals bepaalde kwallen en vissen.

Duin
Een duin is een heuvel van fijn zand langs de kust, een rivier of op andere plekken (zoals in zandwoestijnen). Een duin ontstaat door het verwaaien van zand tot een heuvel. Zie ook `zeeduin`.

Duinpan
Een duinpan is de komvormige laagte tussen duinen waarvan de bodem uit duingrond bestaat.

Dukdalf
Aaneengeklonken paalwerk in havens, gebruikt om schepen aan te meren of om de vaargeul aan te duiden. Genoemd naar de beruchte hertog van Alva (Duc d`Albe, 1508-1583).

Duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Het omvat alle ontwikkelingen - op technisch, economisch, ecologisch of sociaal vlak - die bijdragen aan een wereld die efficiënter, zuiniger en op de lange termijn meer continu omgaat met de aarde. Sinds de Rio-conferentie van de Verenigde Naties in 1992 wordt duurzame ontwikkeling door de wereldgemeenschap als doelstelling erkend. Toegepast op de kust kunnen we stellen dat er nood is aan een beleid dat rekening houdt met zowel toeristische en economische belangen, maar ook met een gezonde sociale- en leefomgeving en met het natuurlijk ecosysteem en leefmilieu.

Eb
Eb staat voor het aflopen of terugtrekken van de zee na de vloed. Hiermee kan ook het tijdstip bij laagwater bedoeld worden. Tegengestelde van `vloed`.

ECDIS
ECDIS staat voor Electronic Chart Display and Information System en is een electronisch kaarten- en navigatiesysteem. ECDIS wordt in de navigatie gebruikt om elektronisch zeekaarten te bekijken.

Echolocatie
Echolocatie is het vermogen van bepaalde dieren (zoals bruinvissen) om voorwerpen te kunnen lokaliseren en herkennen door zelf geluid uit te zenden, en te luisteren naar de echo die wordt ontvangen door hun oor. Ook bepaalde toestellen zoals de Multibeam en de Side Scan Sonar zijn ontworpen om een beeld te vormen van de zeebodem en zijn gebaseerd op echolocatie. Zie ook `echolood`.

Echolood
Echoloden of echosounders zijn een verzamelnaam voor toestellen die met behulp van teruggekaatste geluidspulsen vanaf een schip, de verticale afstand tot de zeebodem kunnen berekenen. Voorbeelden zijn de Singlebeam en de Multibeam echosounder.

Echosounder
Zie `echolood`.

Ecologie
De ecologie onderzoekt de samenhang van levende wezens met elkaar en hun omgeving. De omgeving van een organisme houdt zowel de fysische aspecten (som van de abiotische factoren) in, evenals alle andere organismen die hetzelfde habitat bewonen. Het is een onderdeel van de `biologie`.

Ecologische waterkwaliteit
De ecologische waterkwaliteit is de kwaliteit van het water die voldoet aan de eisen van de plaatselijke (zowel aquatische als terrestrische) flora en fauna. Van nature is het belangrijkste onderscheid in ecologische waterkwaliteit het zoutgehalte. Zie ook `waterkwaliteit`.

Eddy
In de vloeistofdynamica is een eddy een stroming van een gas (zoals lucht) of een vloeistof (zoals water), die zich vormt aan de rand van de hoofdstroom en deels tegen de richting van de hoofdstroom in kolkt, meestal in een cirkelvormige beweging.

EEZ
EEZ staat voor Exclusieve Economische Zone. De EEZ is dat deel van de kustwateren waar één bepaald land soevereine rechten en rechtsmacht kan opeisen en uitoefenen. Het doel hiervan is het exclusieve recht verwerven op het exploreren, exploiteren en het behoud en het beheer van levende en niet-levende natuurlijke rijkdommen in deze zone. Voorbeelden hiervan zijn visserij, het boren en winnen van olie en aardgas, het opwekken van energie (windturbines), de bouw en het gebruik van kunstmatige eilanden, wetenschappelijk onderzoek en de milieuwetgeving. Algemeen mag de EEZ van een staat zich niet verder dan 200 zeemijl (370 km) van de basislijn bevinden.

Ekman transport
Dit is een door de wind veroorzaakt horizontaal spiraalwaarts transport van water, in een richting niet evenwijdig met de windrichting, en dit ten gevolge van het `corrioliseffect` en de wrijvingskracht.

El Niño
El Niño en La Niña hebben betrekking op grote temperatuursschommelingen in de tropische Stille Oceaan. Ze maken het Pacifische deel uit van het ENSO-fenomeen (El Niño-Southern Oscillation) en hebben een verreikende invloed op het klimaat (zowel in het Zuidelijk Halfrond als wereldwijd). Een El Niño gebeurtenis komt om de 2 à 7 jaren voor en veroorzaakt voornamelijk abnormaal hoge regenval in het oosten van de Stille Oceaan.

Endocriene verstoorders
Endocriene verstoorders zijn chemische stoffen die de werking van natuurlijke hormonen nabootsen. Voorbeelden van endocrienverstorende chemische stoffen zijn dioxines, PCB`s, fenolen en verscheidene pesticiden (waarvan de belangrijkste DDT is).

ENSO
ENSO is een afkorting vann El Niño Southern Oscillation. Het fenomeen omvat de heen en weer gaande beweging van het atmosferische drukveld tussen het gebied van hoge druk in de Stille Oceaan en lage druk in de Indo-Pacifische regio. Deze drukvariatie is gekoppeld aan de variatie van de oppervlaktetemperatuur van het zeewater in de Stille Oceaan. Zie ook El Niño.

Eolisch
Eolisch betekent met of door de wind gevormd.

Eolisch proces
Het eolisch proces is een proces waarbij een landschap wordt gevormd door de werking van de wind. Het is een onderdeel van de `geomorfologie`.

Epibenthisch
Epibenthisch heeft betrekking op organismen die leven op de oppervlakte van de bodem. Zie ook `benthos`.

Epibenthos
Epibenthos is een verzamelnaam voor op de bodemoppervlakte levende organismen.

Epifyt
Een epifyt is de benaming voor een plant die op een andere plant (gastheer) groeit, zonder erop te parasiteren (dus zonder eraan voedsel te onttrekken).

Epilimnion
Het epilimnion is de bovenste waterlaag in thermisch gestratificeerde meren en bevindt zich bovenop de dieper gelegen thermocline en het hypolimnion (waterlaag aan de bodem). Het epilimnion bevat in vergelijking met het hypolimnion typisch warmer, basischer (hogere pH) en zuurstofrijker water. Zie`thermische stratificatie`, `thermocline` en `hypolimnion`.

Epilithische organismen
Epilithische organismen zijn organismen die verankerd leven op versteend substraat (zoals rotsen, stenen,...).

Epipelagische zone
De epipelagische zone is een deel van de `pelagische zone` in de oceaan en meet vanaf het wateroppervlak tot 200 meter diepte. In deze zone dringt het licht voldoende door nodig voor de fotosynthese en hierdoor zijn planten en dieren talrijk in de epipelagische zone.

Erosie
Erosie omvat het natuurlijke proces van slijtage van sedimenten (zoals rotsgesteente, bodem,...) waarbij het materiaal wordt verplaatst, en dit door de werking van wind, stromend water, ijs of levende organismen (bio-erosie). Niet hetzelfde als `verwering`.

Estuarium
Een estuarium is een wijde trechtervormige riviermond, die sterk onderhevig is aan eb en vloed.

Eufotische zone
Zie `fotische zone`.

Euphausiide
Zie `krill`.

Euryhaliene organismen
Euryhaliene organismen zijn organismen die een grote variatie in zoutgehalte kunnen verdragen. De paling en de Atlantische zalm zijn voorbeelden van euryhaliene organismen.

Eurytherme organismen
Eurytherme organismen zijn organismen die een grote variatie in temperatuur kunnen verdragen.

Eutrofiëring
Eutrofiëring is de geleidelijke toename en aanrijking van nutriënten (zoals stikstof- en fosforverbindingen) in een terrestrisch of aquatisch ecosysteem. In aquatische ecosystemen leidt eutrofiëring vaak tot periodes van verstikkende `algenbloei`.

Evaporatie
Evaporatie is een synoniem van verdamping. Het is het proces waarbij atomen of moleculen in vloeibare toestand voldoende energie winnen om in de gasfase over te gaan. Verdamping kan optreden wanneer een vloeistof kookt. Ook wanneer een vloeistof aan een drogere lucht is blootgesteld treedt verdamping op.

Evaporiet
Evaporieten zijn wateroplosbare minerale sedimenten of zoutafzettingen ontstaan door de evaporatie (verdamping) van zout water in zeeën of zoutwatermeren. Haliet (keukenzout) en gips zijn enkele voorbeelden van evaporieten.

Exoot
Een exoot is in feite een uitheems organisme, dat zich heeft gevestigd in een land waar het oorspronkelijk niet vandaan komt, vaak als gevolg van (al dan niet opzettelijke) menselijke actriviteit. Voorbeelden van aquatische exoten in de Benelux zijn de roodwangschildpad, de Chinese wolhandkrab en de Japanse oester.

FAO
FAO is de afkorting van Food and Agriculture Organization of Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en streeft naar de bestrijding van honger in de wereld. Het hoofdkwartier van de FAO is gevestigd in Rome.

Fecale coliforme bacteriën
Fecale coliforme bacteriën zijn staafvormige bacteriën die voorkomen in water dat vervuild is met uitwerpselen (b.v.

Fecale pellets
Fecale pellets zijn compacte aggregaten van partikels die worden uitgescheiden door (mariene) organismen.

Ferry
Ferryboten of ferry`s zijn veerboten, waarop passagiers, (vracht)auto`s en andere voertuigen op regelmatige basis kunnen overgezet worden.

Fetch
De fetch of strijklengte, is de afstand waarover de wind in dezelfde richting waait. Hierbij wordt aangenomen dat de windsnelheid ongeveer constant is over de volledige fetch. Eenmaal men de fetch en de windsnelheid kent, kan men eenvoudig berekenen hoe groot golven kunnen worden. Er bestaat echter ook iets als `dynamic fetch`, dit doet zich voor bij bewegende weersystemen zoals depressies en als die depressies dan in dezelfde richting als de golven voortbewegen is het alsof de fetch veel langer wordt en kan men veel grotere golven krijgen dan bij een normale `fetch`. Dit fenomeen is belangrijk bij `orkanen`. Fetch is de benaming voor het gebied waarover oceaangolven worden opgewekt door de wind. Fetch kan ook refereren naar de lengte van dit gebied, gemeten in de windrichting.

Fluid mud
De benaming fluid mud of `vloeibare modder` wordt gebruikt voor de afzetting van zeer geconcentreerd slijk in water, die vervolgens de diepte van het water sterk kan doen verminderen.

Foraminiferen
De stam (phylum) der Foraminifera is een grote groep amoebevormige `protisten` (eencelligen met een celkern), die een typisch schelpje of skeletje ontwikkelen. Ze meten vaak minder dan 1 mm. De huidige foraminiferen zijn uitsluitend marien, maar overleven ook in brak water. De meeste soorten behoren tot het meiobenthos, slechts enkele soorten zijn planktonisch.

Fotische zone
De fotische zone is dat deel van de waterkolom van een meer of oceaan, dat blootgesteld is aan voldoende zonlicht om aan fotosynthese te kunnen doen. De diepteligging van deze zone is zeer afhankelijk van de helderheid van het water en is seizoensgebonden. Tegengestelde van `afotische zone`.

Fotoforen
Fotoforen zijn lichtgevende orgaantjes die als oplichtende vlekken verschijnen op verschillende mariene organismen, zoals vissen en koppotigen (inktvissen).

Fotosynthese
Fotosynthese is een belangrijk biochemisch proces waarbij planten, algen en bacteriën een deel van het licht als energiebron gebruiken om koolstofdioxide en water om te zetten in suikers, zoals glucose. Deze laatste kan dan verder dienen als bouwsteen voor andere organische verbindingen (zoals cellulose), of als brandstof. Fotosynthese is ook verantwoordelijk voor de productie van de atmosferische zuurstof. Niet te verwarren met `chemosynthese`.

Franjerif
Een franjerif of kustrif is een rif dat een zoom vormt langs de kust en vrijwel direct aan het land grenst. Zie ook `rif`.

Freak wave
Freak waves of monstergolven, zijn extreem hoge oceanische oppervlaktegolven (tot 30 meter golfhoogte) waarvan men nog niet exact weet hoe ze ontstaan. Freak waves zijn reeds verantwoordelijk geacht voor verschillende scheepsrampen. Niet hetzelfde als `tsunamigolven`.

Front
Een front is een overgangszone tussen verschillende soorten water- of luchtmassa`s, zoals bijvoorbeeld kouder tegenover warmer water of drogere tegenover vochtigere lucht.

Fysische oceanografie
De fyschische oceanografie is een disipline binnen de oceanografie en bestudeert de fysische processen die de oceanen beïnvloeden en die door de oceanen gestuurd worden , waarbij veel aandacht vooral gaat naar zeestromen, de interactie tussen de oceanen en het klimaat. Zie `oceanografie`.

Fytobenthos
Fytobenthos omvat alle microscopisch kleine planten die in de oppervlaktelaag van de zeebodem leven, voornamelijk in ondiepe wateren en in de `intertidale zones`.

Fytoplankton
Fytoplankton refereert naar de plantaardige component van het plankton (zweeft in de waterkolom). Fytoplankton is , in tegenstelling met zoöplankton, voor de energievoorziening afhankelijk is van de fotosynthese (en dus zonlicht) en is het hierdoor genoodzaakt te leven in de `fotische zone` (de zonverlichte waterlaag) van een meer, zee of oceaan. Fytoplankton is de grootste producent van zuurstof op aarde. Het is de voedselbron van `zoöplankton` en van hogere dieren. Vooral vormen `diatomeeën` en dinoflagellaten het belangrijkste deel van het fytoplankton, hoewel ook andere algen evenals bacteriën (de zogenaamde blauw`algen`) voorkomen. Fytoplankton is de grootste producent van zuurstof op aarde. Het is de voedselbron van zoöplankton en van hogere dieren.

Gaand want
Een gaand want is een net dat zich door het water beweegt om zo vis te vangen.

Gashydraat
Een gashydraat is een verbinding van water rond het vriespunt (of ijs) met een gas, dat in de moleculaire holtes van het water gevangen zit. Een van de meest voorkomende gashydraten is methaanhydraat: deze veelvuldig voorkomende, sneeuwachtige, natuurlijke gasafzetting in de diepzeebodem onstaat wanneer bij hoge druk en lage temperatuur methaanmoleculen gevangen worden in de kristalstructuur van water. De totale hoeveelheid `aardgas` die op deze wijze is opgeslagen, overtreft alle andere soorten fossiele brandstof.

Gastropoden
Gastropoden omvatten de slakken en zijn de grootste klasse die tot de weekdieren (mollusken) behoren. Zie `mollusken`.