Vlaams Instituut voor de Zee

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Milieu > Zee
Datum & Land: 15/02/2007, BE
Woorden: 417


Loodskotter
De loodskotter is een snel vaartuig waarmee loodsen aan boord van de in- en uitgaande schepen worden gebracht.

Loswal
De loswal is een wal waaraan schepen komen liggen om te lossen en te laden.

Macrobenthos
Macrobenthos refereert naar alle organismen die op of in de bodem leven van zeeën, meren en rivieren en die groter zijn dan 1 mm (soms ook 0,5 of 2 mm). Zie ook `benthos`.

Macrofytobenthos
Macrofytobenthos refereert naar alle plantaardige bodemorganismen die groter dan 1 mm meten.

Macroplankton
Macroplankton omvat alle planktonische organismen die tussen 2 cm en 20 cm groot zijn. Zie ook `plankton`

Magnetometrie
Magnetometrie is een techniek waarbij men holle ruimtes kan vinden op basis van magnetische velden en wordt ingezet bij het zoeken naar scheepswrakken, ankers, ankerkettingen en pijpleidingen.

Malacologie
Malacologie is de wetenschappelijke studie van weekdieren of Mollusca.

Mangrovewoud
Mangrovewouden behoren tot een bijzonder ecosysteem van immergroene bomen en heesters met steltvormige wortels, die wouden vormen langs niet-rotsige sub- en tropische kusten en estuaria, en die onderhevig zijn aan getijden. Mangrovewouden vormen een habitat voor talrijke mariene en terrestrische dieren en hebben een belangrijke kraamkamerfunctie. Ze komen voor in bepaalde gebieden van Afrika, Azië, Oceanië en Zuid-Amerika. Zie ook `kraamkamergebied`.

Mantel
Zie `aardmantel`.

Marianentrog
De Marianentrog is diepste onderwatertrog en het diepste punt in de aardkorst en ligt ongeveer op 11 000 m diepte in de Grote Oceaan, ten oosten van de Filippijnen. Zie ook `trog`.

Maricultuur
Maricultuur is een gespecialiseerde tak van de `aquacultuur`. Maricultuur omvat de teelt van mariene organismen voor consumptie en gebeurt ofwel in de natuurlijke omgeving van het organisme, ofwel in kunstmatige bassins. Voorbeelden zijn de oester- en de mosselteelt.

Marien
Marien omvat alles wat betrekking heeft op de zee of oceaan, ook wat er in of bij de zee-oceaan voorkomt.

Mariene beschermde gebieden
Mariene beschermde gebieden (in het Engels: Marine Protected Areas of MPAs) zijn beschermde natuurgebieden op zee. Een veelgebruikte en meer genuanceerde definitie is die van het IUCN: `

Mariene biologie
Mariene biologie, ook wel eens biologische oceanografie genoemd, omvat de studie van de biologie en ecologie van alle mariene organismen (bacteriën, protisten, schimmels, planten en dieren) die in de estuaria, de kusten en oceanen leven, samen met hun biologische processen in relatie met hun natuurlijke omgeving.

Mariene geologie
Mariene geologie ovat de wetenschappelijke studie van de zeebodem. Ook de indeling en evolutie van oceanen (platentectoniek), hun sedimentaire processen, en de uitwisseling van stoffen ter hoogte van de oceaanbodem, worden in de mariene geologie bestudeerd.

Mariene sneeuw
Mariene sneeuw is een term voor de permanente neerslag van voornamelijk marien detritus dat in de diepzee naar beneden dwarrelt. Mariene sneeuw bestaat uit zand, stof, dood materiaal van dieren en planten en fecale partikels en is voornamelijk afkomstig van de productieve `fotische zone`.

Megaplankton
Megaplankton omvat alle planktonorganismen tussen de 20 en 200 cm groot (b.v. kwallen).

Meiobenthos
Meiobenthos refereert naar alle organismen die op of in de bodem leven van zeeën, meren en rivieren en die tussen 1 en 0,063 mm groot zijn. Zie ook `benthos`.

Microbenthos
Microbenthos refereert naar alle organismen die op of in de bodem leven van zeeën, meren en rivieren en die kleiner zijn dan 0,063 mm. Zie ook `benthos`.

Monstergolf
Zie `freak wave`.

Naaf
Zie `hub`.

Niche
De ecologische term niche staat voor de plaats die een soort of een populatie in een ecosysteem inneemt.

Nitrificatie
Omzetting van stikstofhoudende stoffen in nitraten door bacteriën

Nocturnaal
Dit is een levenswijze die toegeschreven wordt aan organismen die gedurende de nacht actief zijn en overdag slapen (bijvoorbeeld uilen, nachtvlinders). Het is het tegengestelde van een diurnale en crepusculaire levenswijze.

Oceaan
De zeewatergebieden die door de werelddelen worden opgedeeld in 5 grote gehelen: de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan, de Stille (of Grote) Oceaan, de Noordelijke Ijszee en de Zuidelijke Oceaan.

Oceanisch
Van, levend in of geproduceerd door de oceaan

Offshore
=`aflandig`; op volle zee plaatsvindend of zeewaarts gericht (bv. van wind); ook gebruikt om activiteiten op volle zee aan te duiden bv. gas- en energiewinning als offshore activiteiten

Oligotroof
Geassocieerd met weinig nutriënten; bv. waters die weinig nutriënten of voedingstoffen bevatten, micro-organismen die leven in voedselarme milieus, etc.

Omnivoor
Zich zonder onderscheid voedend met plantaardig en dierlijk voedsel; onderscheiden van `carnivoor` en `herbivoor`.

Onshore
= `aanlandig`, op het vasteland plaatsvindend of gericht naar het vasteland; tegengesteld aan offshore

Otolieten
De gehoorbeentjes te vinden t.h.v. het evenwichtsorgaan in de kop van een beenvis (dus niet bij haaien, roggen en prikken); aan de hand van deze otolieten kan de leeftijd van de vis worden bepaald

Pelagiaal
In de waterkolom

Pelagische zone
Zone in de zee dieper dan 200 m (zeewaarts begin van de continentale helling). Onderverdeeld in meso- (van 200 - 1000m diepte), bathy- (tot 4000 m diepte ) en abyssopelagische zone (>4000 m diepte).

PH
De pH is een logaritmische schaal om de zuurtegraad of de basiciteit van een vloeistof te beschrijven. Een pH van 1 tot 6 betekent zuur, pH 7 is neutraal en een pH 8 tot 14 is basisch.

Pieterman
Langgerekt bodemvisje met de ogen hoog op de kop geplaatst en giftige stekels op de zijkant van de kop en in de rugvin; twee soorten komen voor in de Noordzee: de Kleine pieterman (Echiichthys vipera: max. 16 cm) en de Grote pieterman (Trachinus draco: max. 40 cm); beide zijn giftig, leven ingegraven met enkel de ogen en gevaarlijke rugvin boven het zand uitstekend en eten kleine kreeftachtigen en kleine bodemvisjes; zie ook

Plaagalg
Synoniem voor Phaeocystis of de schuimalg, een flagellaat of zweepalg die voorkomt als losse cellen (niet zichtbaar met blot oog) of in kolonies ingebed in een gelatine-matrix (wel zichtbaar); de alg bloeit sinds de jaren `70 elk voorjaar massaal o.i.v. de overbemesting op land en de afvoer van voedingstoffen naar zee; wanneer die algen uiteindelijk afsterven komen de eiwitten vrij en kunnen ze in de branding worden opgeklopt tot schuim, net zoals je eiwit in de keuken kunt opkloppen tot schuim

Planktivoor
Zich voedend met plankton

Plankton
Verzamelnaam voor alle passief zwevende, veelal kleine plantaardige en dierlijke organismen in de zee. Zie ook `nekton` `neuston` en `pleuston`.

Platentectoniek
Continenten zijn voortdurend in beweging en verplaatsen zich met enkele centimeters per jaar over de aarde. Dit fenomeen wordt `continentale drift` genoemd en wordt tegenwoordig toegeschreven aan de platentectoniek. Volgens deze theorie is het buitenste deel van de inwendige aarde opgedeeld in twee onderdelen, namelijk de lithosfeer en de asthenosfeer er net onder. De lithosfeer, die als het ware op de plastische asthenosfeer drijft, is opgebroken in tien grote platen. Deze platen bewegen ook nog ten opzichte van mekaar (naar, weg van of onder mekaar). concept dat continenten en oceanen de oppervlakkige delen zijn van platen die het aardoppervlak vormen, en die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen

Pleuston
Organismen die leven op het scheidingsvlak tussen water en lucht (bv. schaatsenrijders)

POC
Particular Organic Carbon, de hoeveelheid organische koolstofdeeltjes (afkomstig van dier of plant). Zie ook DOC, DOM, DON.

Pollutie
Mariene pollutie is de introductie door de mens, direct of indirect, van stoffen of energie in het mariene milieu, met inbegrip van de estuaria, dat resulteert of waarschijnlijk zal resulteren in zulke schadelijke effecten als schade aan natuurlijke bronnen en het mariene leven, schade aan de menselijke gezondheid, hinder voor mariene activiteiten, met inbegrip van visserij en ander wettig gebruik van de zee, bederf van de kwaliteit van het zeewater voor gebruik en andere vormen van kwaliteitsverlies. (UNCLOS)

POM
POM is de afkorting van Particulate Organic Matter, de hoeveelheid organische bestanddelen (afkomstig van plant of dier)

PON
Particulate Organic Nitrogen, de hoeveelheid organische stikstofdeeltjes (afkomstig van plant of dier)

Pulskor
Mogelijk alternatief in de visserij op platvis voor de boomkor met wekkerkettingen; bij deze vorm van visserij wordt de bodem minder verstoord en de platvis d.m.v. elektrische pulsen i.p.v. met wekkerkettingen uit de bodem gejaagd, naast minder bodemberoering kan zo ook selectiever worden gevist

Pycnocline
De pycnocline is de waterlaag die gekenmerkt wordt door een snelle verandering in densiteit met de diepte.

Ramsar conventie
De oudste internationale en multilaterale overeenkomst m.b.t. natuurbescherming, genoemd naar de Iraanse stad Ramsar waar in 1971 belangrijke conferentie werd gehouden; deze conventie trad in werking in 1975 en beschermde in 2005 zo`n 1400 waterrijke gebieden wereldwijdwaardevol voor watervogels, van de Verenigde Naties

Recrutering
Het aantal individuen dat jaarlijks een populatie dieren-planten vervoegt; ook specifiek gebruikt voor visstocks

Redeboot
Schip dat loodsen aan boord van de in- en uitgaande schepen brengt

Refugium
Een plaats die bescherming of onderkomen biedt

Rif
Een rif is een lange, smalle ondiepte in de zee, steil omhoogreizend uit een rotsachtige bodem, eventueel bezet met koraal.

Rivierdelta
Een rivierdelta is een stelsel van aftakkingen van een rivier, voordat deze in zee of in een groot meer uitmondt. Vanuit de lucht heeft het min of meer de vorm van een driehoek, wat de naam delta (naar de driehoekige Griekse hoofdletter) verklaart.

ROV
ROV is de afkorting van Remote Operated Vehicle, een op afstand bediend onbemand robotisch duikvaartuig.

Saline
Zoutmijn, plaats waar zout gewonnen wordt

Saliniteit
Zoutgehalte

Seamount
Een seamount is een onderzeese berg van vulkanische oorsprong.

Sedimentatie
Proces waarbij zwevende, vaste deeltjes in een vloeistof op de bodem worden afgezet

Spanvisserij
Een variant op de bordenvisserij is de spanvisserij. Het verschil is dat het visnet niet getrokken wordt door één, maar twee boten. Zie ook `bordenvisserij`.

Spatzone
Supralittoraal; de zone net boven het springtij-hoogwater die nooit onder water komt, maar waar wel opspattend water terechtkomt

Springtij
Bij ons tweewekelijks terugkerende omstandigheden van versterkte tijwerking; bij springtij is dan het hoogwater hoger en het laagwater lager dan bij gemiddeld of dood tij; komt voor ruim twee dagen na volle en nieuwe maan, wanneer de werking van zon en maan op de watermassa`s op aarde elkaar versterken

Spuikom
Bassins of polders die in verbinding staan met een zeehaven en die men in vroeger tijden met hoog water liet vollopen, om ze vervolgens bij laag water met grote kracht te ledigen; zo kon - zonder de hulp van baggerschepen - overtollig slib uit de havens worden verwijderd

Stenohalien
Wordt gezegd van organismen die maar beperkte verschillen in zoutconcentratie kunnen verdragen; tegengesteld aan `euryhalien`

Stenotherm
Wordt gezegd van organismen die maar beperkte temperatuursverschillen kunnen verdragen; tegengesteld aan `eurytherm`

Stormvloed
Extreem hoge vloed; sterke verhoging van de zeespiegel langs de kust als gevolg van het samenvallen van springvloed in combinatie met een stormachtige aanlandige (bv. NW) wind (cfr. de ramp van 1953).

Stortwal
Plaats op zee waar baggerspecie kan gelost worden; ook wel `loswal`

Straat
Zie `kanaal`.

Strandhoofd
Dwars op de kust staande stenen constructie, meestal gebouwd om het ontzanden van de stranden tegen te gaan. Niet te verwarren met `golfbreker`.

Strandjutten
Het zoeken en zichzelf toeëigenen van materiaal dat aangespoeld is op het strand

Strijklengte
Zie `fetch`.

Stuurboord
De rechterkant van het vaartuig wanneer men naar de voorsteven kijkt. Tegengestelde van `bakboord`.

Sublittorale zone
= `subtidaal`. Zie ook `littorale zone`.

Substraat
Iets dat de onderliggende laag of substantie vormt voor hetgeen besproken wordt; in biochemie bijvoorbeeld de stof waarop het enzyme inwerkt, in de ecologie de ondergrond waarop een plant of dier gedijt, etc.

Subtidaal
Zone zeewaarts gelegen van het door gemiddeld getij beïnvloed gebied (= intertidaal); dit subtidaal komt dus nooit boven het water uit; ook wel sublittoraal genoemd

Supralittoraal
Spatzone; de zone net boven het springtij-hoogwater die nooit onder water komt, maar waar wel opspattend water terechtkomt

Territoriale zee
Gedeelte van de zee waar de kuststaat exclusieve rechten over kan uitoefenen, het kan aanzien worden als een verlenging van het grondgebied; mag maximum 12 mijl vanaf de basislijn beslaan

Thermische stratificatie
De thermische stratificatie is de opdeling van een waterlichaam in drie waterlagen (epilimnion, thermocline en hypolimnion) op basis van de temperatuursverandering waargenomen op verschillende diepten. Zie ook `stratificatie`.

Thermocline
De thermocline is de waterlaag in een meer of zee, waar de temperatuur plots daalt met de diepte.

Tijtafel
Zie `getijtafel`.

Toxine
Giftige stof

Transgressie
Uitbreiding van de zee over het land door stijging van de zeespiegel of daling van het land

Trilobieten
Fossiele ongewervelde dieren, miljoenen jaren geleden (Cambrium tot Perm) in een grote soortenrijkdom voorkomend in de zee; genoemd naar de drielobbige structuur en in het bezit van een uitwendig skelet en heel wat poten; de meeste exemplaren waren ca. 5-10 cm groot, de grootste maten 70 cm.

Trog
Diepe inzinking in de zeebodem

Turbiditeit
Maat die de troebelheid van water aanduidt

Turbulentie
Onregelmatige wervelende beweging in een gas of vloeistof

Twaalfmijlszone
Zone van 12 mijl in zee die start bij de basislijn en de territoriale zee afbakent

UNCLOS
Internationaal zeerechtverdrag van de Verenigde Naties (United Nations Convention on the Law Of the Sea), dat juridisch kader schept voor het gebruik van de wereldzeeën (1972)

UNESCO
De organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur (1945)

Upwelling
Het proces waarbij diep oceaanwater, dat koud, zwaar en rijk aan voedingsstoffen is, naar omhoog komt en een hoge productiviteit veroorzaakt ter plaatse

Van Veen grijper
Instrument dat wordt gebruikt om stalen te nemen van de zeebodem. Deze grijper wordt via een kabel tot op de bodem gebracht waar contact met de bodem zorgt voor het dichtklappen en behappen van het sediment

Vegetatie
Begroeiing

Vertebraten
Gewervelden; groep van dieren die o.a. gekenmerkt worden door een ruggewervel.

Verwering
De aantasting van gesteenten. Er is sprake van chemische (lucht, zure regen, zure humus), fysische (temperatuurschommelingen en vorst) en biologische (bacteriën, wormen, etc.) verwering Niet hetzelfde als `erosie`.

Verzilting
Toename van het zoutgehalte in het oppervlaktewater, in het grondwater of in de bodem.

Vloed
Opkomen van het water, en tegengesteld aan eb (afgaan van het water).

Vloedmerk
Spoor van aanspoelsel op het strand, door de hoogste waterstanden bijeen `geveegd`

Voedselketen
Aansluitende keten van voedingsprocessen van organismen die, op telkens een hoger niveau, elkaars voedsel zijn of voedsel leveren

Volle zee
Alle delen van de zee die niet begrepen zijn in de territoriale zee en de EEZ en waar alle staten in beginsel vrij mogen handelen

Wad
Ondiepe zee in een reliëfarm kustgebied, met een bodem van fijn los materiaal, een sterke getijdenwerking en van de open zee afgeschermd door een rij waddeneilanden. Valt deels droog bij eb. Synoniem van `slik`.

Waterkwaliteit
Waterkwaliteit kan worden omschreven als de samenstelling van het oppervlaktewater en grondwater. Deze verschilt naargelang de locatie, diepte en het tijdstip. De waterkwaliteit wordt beïnvloed door natuurlijke processen, maar ook door de mens. Zie ook ecologische waterkwaliteit.

Weekdier
Groep van ongewervelde dieren met een week lichaam zonder benig skelet, gewoonlijk voorzien van een in- of uitwendige schelp ter bescherming en met een voet om zich voor te bewegen