Digischool Begrippenlijst `Bevolking`

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Bevolking
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 260


geboorteregeling
Zie anticonceptie.

gemiddeld bevolkingsaantal
De bevolkingsomvang aan het begin en aan het einde van een bepaalde periode middelen.

gemiddeld kindertal
Het aantal kinderen dat een vrouw ter wereld zal brengen (als de waargenomen leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers gedurende haar leven blijven gelden). Andere naam: totaal vruchtbaarheidscijfer

gemiddelde huwelijksleeftijd
De gemiddelde leeftijd van mannen-vrouwen ten tijde van het sluiten van hun huwelijk. (Nederland 1994: mannen 32,1 jaar en vrouwen 29,5 jaar)

gemiddelde leeftijd
De leeftijden van alle individuen van een bevolking bij elkaar optellen en delen door de totale bevolkingsomvang.

gemiddelde levensverwachting
Het gemiddeld aantal jaren dat iemand, die een bepaalde leeftijd heeft bereikt, nog te verwachten heeft (o.b.v. bepaalde leeftijdsspecifieke sterftecijfers). b.v. Nederland in 1994: -de gemiddelde levensverwachting bij geboorte 74,6 (M) en 80,3 jaar (V). -bij het bereiken van een leeftijd van 20,5 jaar 54,9 (M) en 60,5 (V) Opm.: niet verwarren met de maximale levensduur!

generatie
Zie cohort.

genre de vie
Manier van leven. In Zuid-Frankrijk behoort de wijnbouw en alles wat ermee samenhangt tot het genre de vie.

gentrification
In het centrum van de steden ontstaat een woonfunctie voor een jonge welvarende bevolkingsgroep. Deze wijken kenmerken zich door grote luxe en veel voorzieningen. De wijken hadden vaak een lage status of waren gebieden met stagnerende (ambachtelijke) bedrijfjes nabij het stadscentrum.

geslachtsstructuur
De samenstelling van de bevolking naar geslacht.

geslachtsverhouding
Het aantal mannen per 1000 vrouwen in een bepaald gebied. Aanvankelijk is er een overschot aan jongens (Nederland 1994: er werden 1.052 jongens per 1000 meisjes geboren) maar door de hogere levensverwachting van vrouwen is er bij de ouderen een vrouwenoverschot. Andere naam: sex-ratio.

gezinshereniging
Buitenlanders die zich willen herenigen met hun gezinsleden, die reeds in het immigratieland verblijven.

gezinsplanning
De planning van het aantal (...hoeveel kinderen?) en de spreiding (...wanneer moeten de kinderen worden geboren?) van geboorten door het gebruiken van methoden van geboorteregeling. Andere naam: family planning.

Grand Ensembles
Gebouwd na 1945. Het zijn: geplande hoogbouw-slaapsteden. Kenmerken: Weinig voorzieningen Weinig werkgelegenheid Veel forensen Veel lage inkomensgroepen Hoge bevolkingsdichtheid Eentonige hoogbouw Nu al slooprijp

Grande Couronne
De banlieu van Parijs die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan en voornamelijk bestaat uit `Villes Nouvelles` en belangrijke groene zones. Ze vormen de buitenste ring van vier departementen in het Ile-de-France.

grijze druk
De omvang van de groep 65+ gerelateerd aan het aantal 20-64 jarigen in die bevolking. Zie ook: de demografische druk.

groeicijfer
De mate waarin de bevolking in een jaar toeneemt of afneemt (als gevolg van de natuurlijke groei en het migratiesaldo) uitgedrukt in een percentage van de totale bevolking. (Nederland 1994: 5,3%).

groene druk
De omvang van de groep 0-19 gerelateerd aan het aantal 20-64 jarigen in die bevolking. Zie ook: de demografische druk.

huishouden
Een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Vaak is een huidhouden gebaseerd op bloedverwantschap en huwelijksbinding.

huwelijkscijfer
Het aantal huwelijken uitgedrukt per 1000 inwoners in een jaar. (Nederland 1994: 5,4)

huwelijksfrequentie
Aantal huwelijken per 1000 inwoners per jaar.

huwelijksontbinding
Een huwelijk wordt beëindigd door overlijden van één van beide partners of echtscheiding. (Ontbonden huwelijken in Nederland in 1994: -door overlijden: 58.422 -door echtscheiding: 36.182)

Ile-de-France
Het deel van Frankrijk waarin Parijs gelegen is. Hier woont ruim 18% van de Franse bevolking en wordt ruim 27% van het BNP verdient. Belangrijke industrieen: Auto-industrie. Vliegtuigindustrie. Grafische industrie. Elektrotechnische industrie Farmaceutisch industrie.

immigratie
Het zich vestigen in een bepaald land, komend uit een ander land. (Nederland 1994: 62.155)

immigratie-overschot
Als een land gedurende een lange(re) tijd een positief buitenlands migratiesaldo kent. Andere naam: buitenlands vestigingsoverschot.

immigratiecijfer
Het aantal mensen dat zich in een land (definitief) heeft gevestigd op de 1000 inwoners van het `nieuwe` land. (Nederland 1994: 4 promille).

immigratieland
Een land dat gedurende langere tijd (jaarlijks) een positief buitenlands migratiesaldo kent. Vanaf 1960 is Nederland een immigratieland.

indirect migratie-effect
De invloed van buitenlandse migratie op de geboortecijfers en sterftecijfers van het emigratieland resp. het immigratieland. Deze invloed verloopt m.n. via de veranderingen in de leeftijdsopbouw van een land. Zie ook netto migratie-effect.

inhaal van geboorten
Het verschijnsel waarbij vrouwen op latere leeftijd alsnog besluiten tot het krijgen van kinderen.

interregionale migratie
Migratie tussen 2 verschillende gebieden of regio`s.

intraregionale migratie
Migratie binnen eenzelfde gebied of regio.

jonge bevolking
Een bevolking met een leeftijdsstructuur waarbij relatief veel jongeren (0-19) voorkomen en relatief weinig ouderen (65+). Een jonge bevolking kent een leeftijdsdiagram met een piramide-vorm.

kindersterfte
De sterfte van kinderen voor hun 5e verjaardag op de 1000 0-4 jarigen in een jaar. (Nederland 1995: 8).

krimpende bevolking
Een bevolking die in omvang afneemt. De leef- tijdsstructuur wordt gekenmerkt door steeds minder jongeren. De meeste mensen treffen we aan in de middengroepen. De leeftijdspiramide heeft de vorm van een ui of urn.

leeftijdsdiagram
Zie bevolkingspiramide.

leeftijdsopbouw
De samenstelling van een bevolking naar leef- tijdsgroepen. Deze samenstelling wordt vaak weergegeven in een bevolkingspiramide. Andere naam: leeftijdsstructuur, leeftijdssamenstelling, leeftijdsverdeling of leeftijdsopbouw.

leeftijdsopbouw
De samenstelling van een bevolking naar leeftijd en naar geslacht.

leeftijdsopbouw
De samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht.

leeftijdspiramide
Zie bevolkingspiramide.

leeftijdssamenstelling
Zie leeftijdsopbouw.

leeftijdsspecifiek cijfer
De mate waarin zich een bepaalde demografische gebeurtenis (geboorte, sterfte, huwelijk e.d.) voordoet in een bepaalde leeftijdsgroep.

leeftijdsspecifiek sterftecijfer
Het aantal sterfgevallen in een bepaalde leef- tijdsgroep per jaar per 1000 personen van die leeftijdsgroep. B.v. in Nederland in 1994: -de zuigelingesterfte (0-1) van 5,5 (M) en 4,4 (V) -de leeftijdsgroep 15-19 van 0,4 (M) en 0,2 (V) -de leeftijdsgroep 45-49 van 2,9 (M) en 2,1 (V)

leeftijdsstructuur
Zie leeftijdsopbouw.

leeftijdsverdeling
Zie leeftijdsopbouw.

levendgeboren
Kinderen die op het moment dat ze geboren worden in leven zijn.

levensverwachting
Het aantal jaren dat een persoon van een bepaalde leeftijd kan verwachten nog te zullen leven.

levensverwachting
Zie de gemiddelde levensverwachting.

malthus
Engelse dominee (`Essay on Population` van 1798) die beperking van de natuurlijk groei als oplossing zag van een dreigende overbevolking. Doordat de bevolking sneller (volgens een meetkundige reeks: 1-2-4-8-16) toeneemt dan de bestaansmogelijkheden-de totale productie (die volgens een rekenkundige reeks toeneemt: 0-2- 4-6-8). Hierdoor ontstaat een situatie van overbevolking met als uiteindelijk gevolg het optreden van een aantal `positive checks` (zoals honger, voedsel en oorlog) waardoor de bevolkingsopmvang fors zal afnemen. Om dit te voorkomen propageerde Malthus een vrijwillige beperking van de vruchtbaarheid door een aantal `negative checks` (zoals b.v.hogere huwelijksleeftijd, lagere huwelijksfrequentie en onthouding van seksuele gemeenschap). Malthus koos dus voor een demografische oplossing voor het dreigende probleem van de overbevolking. Tegenwoordig zijn zijn opvattingen `gemoderniseerd` in die zin dat ook anti- conceptie geoorloofd is. Deze neo-Malthusiaanse stroming propageert sterk de Family Planning. Zie ook Marx.

Malthus
Deze Engelsman geboren in 1798 heeft met zijn ideeen over de groei van de bevolking in verhouding tot de productie van voedsel grote invloed gehad op de bevolkingsontwikkeling van Frankrijk. Het gevolg van de ideeen van Mathus was dat de Fransen al heel vroeg aan geboortebeperking gingen doen.

Marx
Marx kwam met zijn opvattingen als reactie op de oplossing van Malthus om de dreigende overbe- volking tegen te gaan. Volgens Marx is een situatie van overbevolking vermijdbaar als alle productiemiddelen van een land gelijk(er) onder de bevolking worden verdeeld. Zijn stelling was: `er is genoeg voor iedereen mits het maar eerlijk verdeeld wordt onder de gehele bevolking`. I.t.t. Malthus ziet Marx een economische oplossing van het overbevolkingsvraagstuk. Zie ook Malthus.

maximale levensduur
De maximum leeftijd die mensen onder optimale condities zouden kunnen bereiken. Dit is uiteraard een theoretische leeftijd. Opm.: niet verwarren met de gemiddelde levensverwachting!

mediane leeftijd
De leeftijd waarbij de ene helft van de bevolking ouder is en de andere helft jonger.

migratie
Het zich verplaatsen van personen over een grens met het doel zich in een nieuwe vaste woonplaats te vestigen. Vormen zijn: 1. Buitenlandse migratie. Hierbij komen de mensen uit of gaan de mensen naar het buitenland. 2. Binnenlandse migratie. Hierbij worden door de mensen de grenzen van een regio, een departement of commune overschreden.

migratie
Verplaatsing van personen over een bepaalde grens met het doel zich in een nieuwe vaste woonplaats te vestigen. De 2 belangrijkste vormen van migratie zijn de binnenlandse migratie en de buitenlandse migratie.

migratie
Vorm van verhuizen waarbij een bestuurlijke grens wordt overschreden.

migratiesaldo
Het verschil tussen vestiging (immigratie) en ver- trek (emigratie). Het saldo kan zijn positief, negatief en zelfs ook precies 0. Andere naam: netto-migratie en sociale groei.

mortaliteit
De sterfte als onderdeel van de bevolkingsverandering.

multi-culturele samenleving
Een beleid van de overheid om de buitenlanders in een land, zich als buitenlanders te manifesteren.

nataliteit
De geboorte als onderdeel van de bevolkings- verandering.

natie
Een volk dat de onderlinge saamhorigheid ook territoriaal heeft vastgelegd.

nation-building
Een fase in het proces van staatsvorming, waarbij in brede lagen van de bevolking loyaliteitsgevoelens ontstaan m.b.t. het gezag van de staat.

nationaliteitenkwestie
Problemen die ontstaan doordat binnen de landsgrenzen van een staat meerdere volken wonen, die een deel van hun identiteit willen behouden en-of zich willen afscheiden.

natuurlijke aanwas
Bevolkingsgroei die ontstaat omdat het aantal geboorten groter is dan het aantal sterfgevallen.

natuurlijke aanwas
Zie natuurlijke groei.

natuurlijke bevolkingsbeweging
De ontwikkeling (groei of afname) van de bevolking die bepaald wordt door het verschil tussen geboorten en sterfte.

natuurlijke groei
De bevolkingsgroei zoals die wordt bepaald door geboorte en sterfte. Er kan hierbij sprake zijn van: -geboorteoverschot-postitieve natuurlijke groei -sterfteoverschot-negatieve natuurlijke groei -natuurlijke groei van 0-geborenen=overledenen Andere naam: natuurlijke aanwas

natuurlijke groei
Groei die ontstaat omdat er meer geboorten dan stertegevallen zijn.

negatieve bevolkingsgroei
Afname van de absolute omvang van een bevolking. Als dit een aantal jaren aanhoudt dan zal er op den duur sprake zijn van een krimpende bevolking. De negatieve groei kan ontstaan door negatieve saldi bij de natuurlijke groei en-of de sociale groei.

neonatale sterfte
De sterfte van kinderen binnen de eerste 28 dagen na de geboorte.

netto migratie
Zie migratiesaldo.

netto migratie effect
Het directe effect dat vestiging (immigratie) en vertrek (emigratie) hebben op de getalsmatige ontwikkeling van de bevolking. Zie ook indirect migratie effect.

netto reproductiefactor
Het gemiddeld aantal dochters dat een groep vrouwen ter wereld zou brengen uitgaande van bepaalde vruchtbaarheidscijfers en sterftecijfers. Als 1000 meisjes die in een bepaald jaar geboren worden in hun reproductieve leeftijd 1.200 dochters ter wereld zullen brengen, dan is de netto vervangingsfactor 1,2. De netto vervangingsfactor wordt vaak gebruikt bij bevolkingsprognoses. (Nederland 1994: 0,76) Zie ook de bruto vervangingsfactor. Andere naam: netto vervangingsfactor.

netto vervangingsfactor
Zie netto reproductiefactor.

niet-nederlander
Zie buitenlander of vreemdeling.

nulgroei
De bevolkingsomvang van een land wordt in een bepaalde periode niet groter of kleiner.

nuptialiteit
Dit begrip betreft huwelijkssluiting en huwelijks- ontbinding. Het gaat hierbij m.n. om de mate waarin beide voorkomen en wat de kenmerken zijn van de (ex) huwelijkspartners.

ontgroening
De relatieve afname van de leeftijdsgroep 0-19. In 1900 bedroeg dit percentage in Nederland nog 45, terwijl het in 1995 nog slechts 24,4 was. Samen met vergrijzing maakt ontgroening deel uit van het verouderingsproces.

ontgroening
Het afnemen van het percentage jongeren in de bevolking.

oprot-premies
Een uit te geven premie aan gastarbeiders als ze terug gaan naar het eigen land.

oude bevolking
Bevolking met relatief veel ouderen (65+) en re- latief weinig jongeren (0-19).

partage egal
Het systeem van het verdelen van een erfenis in gelijke delen over alle kinderen. Door geboortebeperking wisten veel Franse boeren hun bedrijven toch te behouden. Zie erfrecht.

pensioenmigrantie
De trek van mensen na beëindiging van hun economisch actieve periode. Deze mensen gaan, zich ergens anders vestigen om er (met hun elders verdiende inkomen) van hun laatste jaren te genieten. De trek kan zowel binnenlands (b.v. in de V.S. de trek vanuit het N.O. naar de `sunstates`) als buitenlands (b.v. van N.W. Europa naar Mediter- raan Europa) zijn. De trek kan zowel een permanent als een seizoensgebonden karakter hebben.

perceptie
De individuele, subjectieve ervaring van de werkelijk. B.v.: de aantrekkings- en afstotingsfactoren worden door iedereen verschillend beoordeeld- ervaren. De perceptie wordt mede bepaald door milieu, opvoeding, leeftijd, geslacht, opleiding.

perinatale sterfte
De sterfte tijdens de zwangerschap (na 7 weken) van de foetus alsmede de sterfte in de 1e levensweek na de geboorte.

Petite Couronne
De oudste banlieu van Parijs bestaande uit slaapsteden, industriegebieden en groengebieden. Hierin liggen de Poles Restrucurateurs: De herstructureringskernen rond Parijs. Het gebied van de drie departementen direct rond La Ville de Paris.

plattelandsgemeente
Gemeente waar meer dan 20% van de beroeps- bevolking in de landbouw werkzaam is. Andere naam: A-gemeente.

plattelandsstad
Gemeente met een sterk historisch karakter en een inwonertal tussen de 2.000 en 10.000 inwoners. B.v. Muiden en Heusden.

primate city
Parijs is een primate city. Hiermee wordt bedoeld dat de stad wat betreft inwoneraantal, werkgelegenheid, culturele en politieke invloed met kop en schouders boven de op een na grootste stad uitsteekt.

proletarische fase
Periode waarin de arbeiders in de industrie veel kinderen hadden. De sterftecijfers waren door verbeteringen in kennis en hygiene al gedaald, maar de geboortencijfers hadden zich noch niet aangepast. Komt in Frankrijk vrijwel niet voor, door late industrialisatie en Malthus. Zie: Malthus.

pull-factor
Zie aantrekkingsfactor.

push-factor
Zie afstotingsfactor.

quartier
De wijk of buurt waarin een stad verdeeld is. In Parijs kennen we bijv. Quartier Latin.

ras
Een groep mensen die gekenmerkt is door het gemeenschappelijk bezit van een aantal erfelijke, lichamelijke kenmerken en zich daardoor onderscheidt van andere groepen.

re-urbanisatie
De terugkeer van mensen naar de grote steden, die eerder uit de grote steden waren gesuburbaniseerd. De re-urbanisatie is de laatste fase uit het verstedelijkingsproces.

remigratie
Het weer vertrekken van migranten naar het land van herkomst. Andere naam: retourmigratie.

reproductie
De mate waarin een vrouw reproduceert, d.w.z. zichzelf `vervangt` door het ter wereld brengen van dochters. Zie ook (bruto en netto-)reproductiefactor.

reproductiefactor
Getal dat aangeeft in welke mate de ene generatie in de toekomst vervangen zal worden door een andere generatie. Dit getal gaat uit van de reproductie van vrouwen (d.w.z. het aantal dochters dat een pasgeboren meisje in haar vruchtbare leeftijd zal krijgen) Zie ook: de bruto + netto reproductiefactoren en het vervangingsniveau. Andere naam: vervangingsfactor.

reproductieve leeftijd
De levensfase van de vrouw waarin kinderen geboren kunnen worden. Deze wordt meestal gesteld op 15-44 (soms ook 15-49). Andere naam: vruchtbare leeftijd.

retourmigratie
Zie remigratie.

ruimtelijke ordening
Het zo goed mogelijk (her)inrichten en gebruiken van de beschikbare ruimte (land en water) van een gebied. Bij ruimtelijke ordening gaat men uit van de mogelijkheden van de ruimte en de wensen van de samenleving. De ruimtelijke ordening is in handen van de verschillende overheden (rijk, provincie en gemeente). De voorschriften t.a.v. de ruimtelijke ordening zijn bij de wet geregeld in Nederland. Een van de belangrijkste plannen m.b.t. de ruimtelijke ordening die in Nederland gemaakt worden is het (gemeentelijke) bestemmingsplan.