Digischool Begrippenlijst `Kaart`
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Kaart
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 147
aardas
Een denkbeeldige as door de aarde, die bij de geografische polen uit de aarde tevoorschijn komt. De aarde draait in 24 uur om deze as.
absolute afstand
Afstand uitgedrukt in kilometers hemelsbreed gemeten. De absolute afstand is altijd gelijk als je afziet van de continentale verschuivingen.
absolute ligging
De ligging van een plaats aangegeven met het coördinatenstelsel.
afstandgetrouwe kaart
Kaart waarvoor een zodanige projectie gekozen is dat de afstanden op de kaart overeenkomen met de schaal waarop de kaart getekend is. Zie projectie.
alfabetisch-lexicografisch
Een lijst opgesteld in volgorde van het alfabet. Niet alleen de eerste letter staat op alfabet maar ook de tweede, derde enz. staan op alfabet.
atlas
Een boek met kaarten.
azimutale projectie
Een manier van kaart maken waarbij je net doet alsof je ergens vanuit de ruimte naar de aarde kijkt. Het aardoppervlak wordt geprojecteerd op een vlak stuk papier dat de aardbol in het midden van de kaart raakt. Je ziet dus maar de helft van de aarde. De parallellen liggen aan de rand van de kaart heel dicht bij elkaar.
bereikbaarheid
Functie van de relatieve afstand. Het begrip geeft de mate van het gemak aan -uitgedrukt in moeite, kosten of tijd- waarmee een plaats kan worden bereikt.
bladwijzer
De binnenkant van de omslag van een atlas, waarop je kunt zien op welke bladzijde een bepaald gebied te vinden is.
blokdiagram
Een ruimtelijke voorstelling van een gebied waarbij het drie dimensionale verband goed duidelijk wordt.
bodemkaart
Kaart met een overzicht van de bodemgesteldheid van Nederland. Door de generalisatie is het onmogelijk op een overzichtskaart van Nederland (Schaal 1: 200.000) een nauwkeurig inzicht te krijgen in de bodemgesteldheid van een landbouwbedrijf of perceel. In de legenda worden bijv. 157 kaarteenheden met kleuren aangegeven. Bij zoveel kleuren was het noodzakelijk in alle kleurvakjes een nummer van de klasse af te drukken. Door Stiboka wordt ook een bodemkaart uitgegeven met een schaal van 1:50.000, die veel meer informatie geeft. De legenda geeft hier ruim 300 onderscheidingen!
breedte
Afstand van een plaats tot de evenaar. Zie ook geografische breedte.
breedtecirkel
Denkbeeldige cirkel om de aarde die evenwijdig loopt aan de evenaar. Er zijn er 90 op het Noordelijk Halfrond en 90 op het Zuidelijk Halfrond. Vanaf de evenaar worden ze steeds kleiner. Op de noordpool is de cirkel eigenlijk een punt geworden. Zie ook parallel.
cartograaf
Iemand die kaarten maakt.
cartografie
Wetenschap die zich bezig houdt met het maken en ontwerpen van kaarten.
cartogram
Een kaart waarop vooral de kwantitatieve aspecten van de te bestuderen verschijnselen weergegeven worden. Het wordt ook wel een statistische kaart genoemd.
choropletenkaart
Deze kaart toont relatieve waarden, gemiddeld per eenheid van ruimte. Bijv. inw.-vierkante km per gemeente.
cilinderprojectie
Een methode om een afbeelding-kaart van een bolvormig-lichaam op een platvlak over te brengen. Men projecteerde een korf van meridianen en parallellen van uit het centrum van de korf-aarde op een papier dat als een cilinder om de korf is gevouwen. Hierna werd de cilinder opengeknipt en kreeg je een afbeelding van het gradennet op een platvlak. Deze manier van projectie geeft een aantal fouten op de kaart. 1. De afstand tussen de parallellen wordt in de richting van de polen steeds groter. 2. De afstand tussen de meridianen blijft gelijk. Het gevolg van 1 en 2 is dat de landen die het verst van de evenaar verwijderd liggen het grootst (te groot) worden afgebeeld. De vorm is dus wel goed, maar de afstand en de oppervlakte zijn fout weergegeven.
cirkeldiagram
Een figuur in de vorm van een cirkel, waaruit je de gegevens in procenten kunt aflezen. De grootte van de stukken van de taart (cirkel) geeft aan hoe hoog het percentage is.
continentale depressie
Land, dat ligt beneden de zeespiegel. Bijv. West-Nederland, het Jordaandal of Death Valley.
coördinatenstelsel
Het geheel van lijnen over de aarde (parallellen en meridianen) waarmee men de absolute plaats van elke plek op aarde kan vaststellen.
Crates
Deze Griek leefde in de tweede eeuw voor Chr. en van hem stamt de eerste globe``. Op deze globe reserveerde hij ook land voor onze tegenvoeters.`
culminatietijdstip
Het tijdstip waarop de zon in haar hoogste stand staat.
curvimeter
Een apparaatje met een klein wieltje aan de onderzijde dat over een kaart wordt gerold. Hierna kan men de afstand direct in kilometers aflezen.
datumgrens
Denkbeeldige lijn (180 gr. OL-WL) van de noordpool naar de zuidpool, waar de datum verspringt. Bij reizen van oost naar west is het ten oosten van de datumgrens een dag eerder dan ten westen van deze lijn en de reiziger wint dus een dag op zijn planning. Bij reizen van west naar oost verliest men een dag van de kalender of is de reiziger een dag langer onderweg dan de planning was. Dit thema is uitgewerkt in `Reis om de Wereld in 80 dagen` van Jules Verne.
desktop cartografie
Een manier om met behulp van een computerprogramma kaarten te maken c.q. te voorzien van allerlei symbolen.
diagram
Een grafische voorstelling waaruit gegevens over twee of meer grootheden zijn af te lezen, die onderling met elkaar in verband staan. Bijv.: klimaatdiagram: neerslaggegevens en temperatuurgegevens.
dieptelijn
Lijn die plaatsen verbindt met dezelfde diepte onder het 0-niveau. Het omgekeerde dus van een hoogtelijn.
enclave
Klein gedeelte van een land dat geheel omgeven is door een ander land. Bijv. Baarle-Hertog en Baarle-Nassau = stukje België in Nederland.
endoniem
Aardrijkskundige naam zoals die plaatselijk officieel wordt gebruikt.
equator
Een denkbeeldige cirkel (40.000 km lang, de grootste), die evenver van de beide polen over het oppervlak van de aarde loopt. Andere namen zijn: evenaar, evennachtslijn en linie. Deze lijn heeft in het coördinatenstelsel de benaming 0 gr. NB-ZB gekregen en loopt op 90 gr. van beide polen.
equidistante projectie
Een kaartprojectie-methode waarbij de afstand overeenkomt -afgezien van de schaal- met de werkelijkheid.
equivalente projectie
Een kaartprojectie die geen oppervlakte veranderingen vertoont. Ook wel een vlak- of oppervlakgetrouwe kaartprojectie genoemd. Een opvallend kenmerk van deze projectie is dat de meridianen en parallellen elkaar alleen bij de evenaar loodrecht snijden.
Eratosthenes
In de derde eeuw voor Chr. maakte de Griek Eratosthenes een kaart met een bolvormige aarde, een evenaar, een keerkring en een nog onregelmatig stelsel van meridianen en parallellen. Hij mat de aardomtrek met een te verwaarlozen onnauwkeurigheid.
evenaar
Een denkbeeldige cirkel om de aarde, precies tussen de noordpool en de zuidpool. De lengte van deze cirkel (de langste parallel) is ongeveer 40.000 km. Andere namen zijn: equator, evennachtslijn en linie. Zie equator.
exaggeratie
Het groter tekenen dan de werkelijkheid is. Bijv. een weg wordt op een kaart meestal breder aangegeven dan hij in werkelijkheid is.
exoniem
Nederlandse versie van een buitenlandse naam. Bijvoorbeeld: Milaan voor Milano. Luik voor Liege. Wenen voor Wien. enz.
generaliseren
Men moet om de kaart leesbaar te houden in het afgebeelde gebied gaan selecteren, schematiseren en symboliseren. Op deze manier kan men die gegevens op de kaart kwijt die men de gebruiker wil meedelen. De andere gegevens laat men weg.
geodesie
Wetenschap die de vorm en de grootte van de aarde bestudeert en meet. Deze wetenschap ontwerp tevens kaartprojecties en verricht metingen op aarde om de ligging van terreinelementen t.o.v. elkaar te bepalen.
geografische breedte
Kortste afstand van een plaats tot de evenaar gemeten in graden langs de meridiaan van die plaats. Zie ook breedte.
geografische lengte
Kortste afstand van een plaats tot de 0-meridiaan gemeten langs de parallel van die plaats. Deze 0-meridiaan loopt over Greenwich-Londen. Zie 0-meridiaan en lengte.
geografische pool
Het punt waar de aarde omheen draait en waar alle meridianen samenkomen of elkaar snijden.
geologische kaart
Kaart waar op aangegeven staat in welke geologische periode het gesteente ter plaatse gevormd is.
geomorfologische kaart
Kaart waarop getracht wordt een beeld te geven van de vormen die voorkomen aan de oppervlakte van een gebied.
globe
Een verkleinde afbeelding van de hele aarde in bolvorm, meestal zo gemaakt dat hij draaibaar is.
gnomische projectie
Projectie methode waarbij het projectiecentrum ligt in het middelpunt van de aarde. Men noemt deze methode ook wel eens de centrale projectiemethode. Deze projectie is voor de scheepvaart en de luchtvaart belangrijk daar de orthodroom d.i. de kortste verbinding tussen twee punten op aarde een rechte lijn is. Zie orthodroom.
goodeprojectie
Deze projectie levert een oppervlaktegetrouwe wereldkaart. Teneinde vervormingen te beperken is de techniek der onderbreking toegepast, waardoor echter de onderlinge samenhang verloren gaat. O.m. geschikt voor wereldkaarten waarop geen noodzaak bestaat de oceanen af te beelden. Bijv. bodemkaarten.
graadnet
Alle meridianen en parallellen bij elkaar, zodat er een verdeling van het aardoppervlak ontstaat in hokjes. Deze zijn met behulp van de parallellen en de meridianen aanwijsbaar.
Greenwich
Plaats in Engeland net buiten Londen waar een observatorium stond. Over dit observatorium heeft men de nul-graden meridiaan laten lopen. De plaats Greenwich is nu opgenomen in Londen.
grootschalig
Kaart waar op alles heel groot is afgebeeld. De schaal gaat dan tot 1:100.000.
hemelsbreed
De afstand tussen twee punten gemeten in een rechte lijn.
hoogtelijn
Een lijn die plaatsen met gelijke hoogte boven de nul-meter lijn met elkaar verbindt. Deze lijn wordt ook wel een `isohypse` genoemd. Hoogtelijnen kunnen elkaar niet snijden of kruisen, wel op elkaar liggen bij een loodrechte bergwand. De loodrechte afstand tussen de hoogtelijnen wordt wel `equidistantie` genoemd.
hoogteverschillen
We gebruiken 5 manieren om hoogteverschillen op een kaart aan te geven: 1. SCHRAPJES Een oude manier om hoogteverschillen aan te geven is het naar beneden toe afstrepen van de helling. Deze methode wordt nog wel toegepast bij kartering van gebieden, waarvan geen exacte hoogtecijfers bekend zijn. 2. SCHADUWERING. Een moderne methode om hellingen extra te laten opvallen. De hellingen worden zodanig grijs gekleurd, dat het lijkt alsof het zonlicht uit het noordwesten (linksboven) komt. 3. HOOGTELIJNEN. Dit zijn lijnen die punten van gelijke hoogte met elkaar verbinden. 4. HOOGTECIJFERS. Over heel Nederland zijn op de kaarten van schaal 1:10.000 hoogtecijfers aangegeven, tot op een decimeter nauwkeurig. 5. HOOGTEKLEUREN. De kleuren geven de hoogte van de gebieden aan. De grenzen tussen de kleuren geven hoogtelijnen weer.
Hypparchus
Een Griek, die op basis van de door Babyloniërs in het platte vlak toegepaste cirkelverdeling, ons systeem van 360 gr., `lengte` en `breedte`, een kegelprojectie van de aarde en een hoekmeetinstrument voor de breedtebepaling ontwierp. Voor het vaststellen van de lengte raadde hij aan om op verschillende plaatsen tegelijk waarnemingen van maansverduisteringen te doen.
Idrisis
Deze Arabische cartograaf werd geboren in 1100 na Chr. in Cordova. Hij reisde veel, o.a. naar Engeland en Frankrijk. Hij maakte een kaart ingedeeld naar klimaatzones.
inhoudsopgave
Een lijst met alle kaarten die zich in de atlas bevinden, gegroepeerd naar kaartnummer of naar onderwerp of thema.
isohypse
Een lijn die plaatsen met gelijke hoogte boven de nul-meter lijn met elkaar verbindt. Deze lijn wordt ook wel een `hoogtelijn` genoemd.
isoplethenkaart
Deze kaart toont lijnen die punten verbinden met gelijke gemeten waarden. Bijv. voor temperatuur, hoogte enz.
kaart
Een verkleinde getekende afbeelding van de hele aarde of een deel van de aarde op een plat vlak. Door het afbeelden van een bol op een plat vlak ontstaan er afwijkingen, daar het onmogelijk is zonder fouten een bol op een plat vlak over te brengen. Deze afwijkingen zullen zijn in de vorm van: 1. fouten in de vorm 2. fouten in de afstand. 3. fouten in oppervlakte Er ontstaan dan: 1. vormgetrouwe kaarten. 2. afstandgetrouwe kaarten. 3. oppervlaktegetrouwe kaarten. Zie bij deze begrippen voor verdere uitleg. Een definitie van een kaart: een op schaal geprojecteerde weergave van de aardoppervlakte of een deel daarvan, met de daarin voorkomende, geselecteerde, geschematiseerde en gesymboliseerde dingen en verschijnselen.
kaartprojecties
Een manier om van een bolvormig lichaam een afbeelding op een plat vlak te maken. Vaak gebeurt dit volgens wiskundig voorschrift. Doordat de aarde een bol is die op een plat vlak moet worden geprojecteerd komen er altijd afwijkingen op de kaart voor. Er zij ook goede elementen op de kaart. Deze goede elementen en afwijkingen kunnen zijn: 1. `AFSTANDGETROUWE KAARTEN`: afstand goed. vorm niet goed. oppervl. niet goed. 2. `OPPERVLAKTEGETROUWE KAARTEN`: oppervl. goed. vorm niet goed. afstand niet goed 3. `VORMGETROUWE KAARTEN`: vorm goed. oppervl. niet goed. afstand niet goed.
kavel
Een stuk cultuurgrond toebehorend aan een bedrijf en omgeven door de grond van een ander. Een kavel kan opgedeeld worden in percelen. Zie perceel.
keerkringen
De breedtecirkels waarboven de zon eenmaal per jaar loodrecht komt te staan. Ze liggen op 23,5 gr. NB en ZB. De namen zijn: 1. `KREEFTSKEERKRING`, deze ligt op het Noordelijk Halfrond. Op 21 juni staat de zon hier recht boven. 2. `STEENBOKSKEERKRING`, deze ligt op het Zuidelijk Halfrond. Op 21 december staat de zon hier recht boven.
kegelprojectie
Een methode om een afbeelding-kaart van een bolvormig-lichaam op een platvlak over te brengen. Men projecteerde een korf van meridianen en parallellen van uit het centrum van de korf-aarde op een papier dat als een kegel om de korf is gevouwen. Hierna werd de kegel opengeknipt en kreeg je een afbeelding van het gradennet op een platvlak. De papieren kegel kan de aarde raken, maar kan de aarde ook snijden. Deze projectie is wel oppervlaktegetrouw, maar vorm en afstand komen niet overeen met die op de globe.
kleinschalig
Kaart waarop alles heel klein is afgebeeld. De schaal is dan 1:100.000 of groter.
klimaatdiagram
Een figuur waaruit je de temperatuur en de neerslag kunt aflezen.
legenda
De verklaring van de symbolen en kleuren op een kaart.
lengte
Afstand van een plaats tot de 0-meridiaan. Deze 0-meridiaan loopt over Greenwich-Londen. Zie ook geografische lengte.
lengtecirkel
Denkbeeldige halve cirkel die van pool tot pool loopt. Er zijn er 360. Ze zijn allemaal even lang. Zie ook meridiaan. Let op: de benaming `lengtecirkel` is eigenlijk fout.
lijndiagram
Een grafische voorstelling d.m.v. lijnen waaruit gegevens over twee of meer grootheden zijn af te lezen, die onderling met elkaar in verband staan.
lintbebouwing
Langgerekte bebouwing langs een weg, dijk of kanaal.
loodrechte opname
Foto uit een vliegtuig -door de vloer- recht naar beneden opgenomen. Deze worden meestal gebruikt voor het maken van kaarten. Deze foto geeft de aarde weer zoals die is, maar wel verkleind. Als je kleine gebieden op de foto zet zijn de vertekeningen aan de randen van de foto gering. Nog een nadeel is dat je niet kunt zien hoe hoog bijv. de gebouwen zijn.
loxodroom
Dit is een lijn die de meridianen onder gelijke hoeken snijdt. Een prima lijn om je kompaskoers uit te zetten voor de scheepvaart. Dit komt voor bij een Mercatorprojectie.
luchtkartering
Een tegenwoordig veel gebruikte methode om kaarten te maken met behulp van luchtfoto`s.
macroniveau
Het niveau waarop men bezig is met het onderzoek naar of van de aarde. Bij macroniveau is men bezig met het onderzoek betreffende hele werelddelen. Andere niveaus van onderzoek zijn micro- en mesoniveau.
magnetische declinatie
Hieronder verstaat men de hoek die op een bepaalde plaats bestaat tussen de geografische noordpool en de magnetische noordpool.
Mercator
Deze Vlaming, zijn eigenlijke naam luidde Gerard Kremer (1512-1594), is blijven voortleven in de door hem uitgevonden projectie, die door alle eeuwen overal voor zeekaarten in gebruik is gebleven. De parallellen en meridianen zijn op deze kaarten rechte lijnen, die elkaar overal loodrecht snijden. De afstand tussen de breedtecirkel wordt naar de polen toe steeds groter en de afstand tussen de meridianen blijf naar de polen toe gelijk aan die bij de evenaar. Het gevolg is dat er op hogere breedten grote oppervlaktevervormingen optreden.
mercatorprojectie
Een manier van kaartprojectie waarbij de parallellen en meridianen op deze kaarten rechte lijnen zijn, die elkaar overal loodrecht snijden. De afstand tussen de breedtecirkel wordt naar de polen toe steeds groter en de afstand tussen de meridianen blijf naar de polen toe gelijk aan die bij de evenaar. Het gevolg is dat er op hogere breedten grote oppervlaktevervormingen optreden, daarom is deze projectie minder geschikt voor geografische kaarten en thematische kaarten. Deze projectie is echter uitermate geschikt en belangrijk voor de zeevaart daar de loxodroom, d.i. die de meridianen onder gelijke hoeken snijdt - dus een constante kompaskoers- een rechte lijn is. Dit komt ook voor bij de gnomische projecties. Zie loxodroom.
meridiaan
Denkbeeldige halvecirkel die van pool tot pool loopt. Zie ook lengtecirkel.
mesoniveau
Het niveau waarop men bezig is met het onderzoek naar of van de aarde. Bij mesoniveau is men bezig met het onderzoek betreffende bijv.. hele landen Andere niveaus van onderzoek zijn micro- en macroniveau.
meter
Meter= 1-40.000.000 deel v.d. aardomtrek gemeten via de polen. Onder Lodewijk XVI werd in Frankrijk de start gemaakt die leidde tot de invoering van de meter. De omtrek van de aarde via een meridiaan werd zo nauwkeurig mogelijk opgemeten. De meter werd vastgelegd op het 40.000.000 deel van de lengte van een meridiaan. Later bleek dat de meting niet helemaal correct was en dat de lengte van de meridiaan iets langer moest zijn.
microniveau
Het niveau waarop men bezig is met het onderzoek naar of van de aarde. Bij microniveau is men bezig met het onderzoek betreffende een land of delen van een land. Andere niveaus van onderzoek zijn macro- en mesoniveau.
milieukartering
Op kaart vastleggen van verschillende eigenschappen van het natuurlijk milieu.
minuut
Het 1-60 deel van een graad.
NAP
NORMAAL AMSTERDAMS PEIL: de gemiddelde vloedstand op het IJ bij Amsterdam toen de Zuiderzee nog niet afgesloten was. De hoogte van het peil is te zien in het Amsterdamse Stadhuis, waar men in de kelder een koperen spijker in een paal aangebracht heeft op de hoogte van het NAP.
natuurkundige overzichtskaart
Een kaart die de hoogteverschillen in een gebied laat zien.
noordelijk halfrond
Het deel van de aarde dat ten noorden van de evenaar ligt.
noorderbreedte (NB)
Een punt op het noordelijk halfrond.
Noordpool
Het bovenste uiteinde van de aardas.
noordrichtingen
Men onderscheidt verschillende soorten noordrichtingen: 1. Het `GEOGRAFISCHE- OF WARE NOORDEN`: dit is het snijpunt van alle meridianen, de Noordpool. 2. Het `MAGNETISCHE NOORDEN`: dit is thans gelegen in Noord-Canada bij het Prince of Wales Island op ong. 73 gr. NB en 100 gr. WL. Deze noordrichting is de richting waarin de kompasnaald wijst. De magn. noordrichting is niet constant, maar verandert in de loop van de tijd. Onder magnetische declinatie verstaat men de hoek tussen de geografische noordpool en de magnetische noordpool op en bepaald punt bestaat. 3. Het `KAARTNOORDEN`. Dit is de richting van de vertikale as van het vierkantsnet op een kaart. In het verleden is het ook voorgekomen dat het magnetisme van Noord- en Zuidpool verwisselden: de zgn. ompoling
nul-meridiaan
De meridiaan die over Greenwich-Londen loopt. Zie: 0-meridiaan.
nul-meterhoogtelijn
Deze lijn, de kustlijn, is de enige hoogtelijn die in het landschap te zien is. Dit geldt alleen bij vloedhoogte.
obliek-opname
Een foto vanuit een vliegtuig genomen, waarbij de optische as van de kamera een scherpe hoek met het aardoppervlak heeft gemaakt (vogelvluchtopname).
oostelijk halfrond
Die helft van de aarde die ten oosten van de 0-meridiaan ligt. Vaak laat men het oostelijk halfrond beginnen op 20 gr. westerlengte om Groot Brittannie en Ierland op het oostelijk halfrond te laten vallen.
oosterlengte (OL)
Een punt op het oostelijk halfrond.
oppervlaktegetrouwe kaart
Kaart waarop de oppervlakte in overeenstemming is met de schaal.
oppervlaktegetrouwe projectie
Een projectie waarbij geen oppervlaktevertekening voorkomt. Deze projectie noemt men ook wel equivalent of vlakgetrouw.
orthodroom
Dit is de kortste verbinding tussen twee punten op aarde. Bij een gnomische- en een Mercatorprojectie is dit een rechte lijn en dus gemakkelijk bij het uitzetten van een koers voor de scheepvaart en de luchtvaart.
orthografische projectie
Projectiemethode waarbij het projectiecentrum oneindig ver weg ligt.
overzichtskaart
Een kaart die een overzicht geeft van een bepaald gebied.
parallel
Denkbeeldige cirkel om de graadnet die evenwijdig loopt aan de evenaar. Zie ook breedtecirkel.