Nissaba - Godinnen uit de hele wereld

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Religie en filosofie > Goden
Datum & Land: 15/02/2007, NL
Woorden: 226


Sistrum
Ratelinstrument. Hiermee schonk de godin Hathor haar zegeningen. Een oudere variant was de bat: deze vertoonde de godin Bat met koeienkop.

Sjen-ring
Ronde cirkel met verticale streep eronder (vgl Lilith-Inanna). Ook hiëroglyf voor ‘eeuwigheid’. Levensteken.

Slang
Vele godinnen zijn van oorsprong slangegodinnen; in latere cultussen blijft de slang een rol spelen. De slang vertegenwoordigt vaak de wijsheid. In de bijbel haalt de slang Eva over om de vruchten te eten van de `boom der kennis`. Strijd met slang: Zeus-Typhon, Mardoek - Tiamat (na zijn overwinning), Apollo Python, Hercules - Ladon. Leviathan - goddelijke donder (Baal: Job 26:13 etc). Ananta, de slang uit het Hindoeïsme. In het Boeddhisme verschaft de slangegodin Mucalinda Boeddha de troon; zij is zowel slang als boom.

Soter
Heiland, redder. Deze titel droegen verschillende goden: Zeus, Kore, Aesclaepius, Apollo, Dionysos, Orpheus. Vgl Grieks ‘conservator’ (Jupiter).
Zeus Soter. Beschermer van koningsschap, stad, huis en haard. Beschermer van reizigers en vreemdelingen (Xenius) en van vrienschap (Philius). Schenker van rijkdom (Milichius, de genadige). Attributen: bliksemschichten, eikenkrans, adelaar.

Solstitium
Zie zonnewende.

Steen
Stenen met een bijzondere vorm waren vaak het middelpunt van een cultus. Ze werden vaak beschouwd als vrouwelijke voorouder of godin. Zo vermeldt Pausanias dat de drie Gratiën bij Orchomenos als drie rechopstaande stenen werden vereerd. De IJslandse Armathr, moeder van voorspoed, werd als steen aanbeden.
Stenen met een gat erin vormden vaak een symbool voor de baarmoeder.
In de Griekse mythologie komt het menselijke ras voort uit de stenen die Pyrhha en Deucalion, de enige overlevenden van de zondvloed, op advies van de godin Themis over hun schouder gooien. Op verschillende plaatsen werden meteorieten vereerd. In India werd Devi aanbeden in de vorm van ovale stenen.
In de Lapis Niger, de zwarte steen in een altaar op het oude Forum Romanum, was naar men zei de wet van de Godin gegraveerd. Een soortgelijke zwarte steen werd ook vereerd door de Amazones op hun heilige eiland Themiscyra.
De godin Cybele had een cultus als kubusvormige steen. Haar naam staat in verband met het woord kubus. Misschien is deze naam verwant met de ka`aba, het kubusvormige heiligdom in Mekka, waar een soortgelijke godinnencultus bestond. Ka`aba betekent eveneens kubus. In de oostelijke muur van de kubus was een zwarte meteoriet ingemetseld, gewijd aan `De oude Vrouw`, een drievoudige godin, die aanvankelijk door priesteressen werd geëerd. Later namen mannen gehuld in vrouwenkleren hun taak over. Eenzelfde cultus bestond in de tempel van Jeruzalem; ook hier werd de cultus rond de godin als steen geleid door als vrouw geklede priesters.

Teshoep
Stormgod van de Hoerrieten. Zijn naam probeert men etymologisch af te leiden van tasjbi (slag). Hij is gehuwd met de aardgodin-zonnegodin (Hebat); in Ugarith met haar equivalent Alalakh. In Comana komt de triade Tesjoep - Hebat - Sjarumma (vader - moeder - zoon) voor. Hij was ooit de belangrijkste god van de volkeren die de Hoerriesche taal spraken, van West-Azië tot aan Syrië, aan de Eufraat en in Palestina. Hij assimileerde overal met de lokale stormgod.
Zijn attributen zijn een stier, een wagen, een knots of scepter en donder en bliksem. Hij wordt geassocieerd met bergen of een berg. Hij is vooral van belang als oorlogsgod, en zijn mythen hebben betrekking op de strijd. Hij rebelleerde tegen zijn vader Kunmarbi. Zijn zuster was Shaushka (een oorlogsgodin die overeenkomt met Ishtar). Hij werd geassocieerd met het koningschap, en fungeerde overal als koning.
Tesjoeb komt overeen met de Soemerisch Martu, de Semitische Adad (in Mesopotamië), met Baäl in Syrië en met Tarhunda in Klein-Azië. Tarhunda wordt ook wel Targunt. Deze god ging bij de Grieken op in Zeus. De Romeinse naam Tarquinius is hier ook van afgeleid. Bij de Etrusken komt een Tarchun voor.

Tholosgraf
Een tholosgraf, ook wel bijenkorfgraf genoemd, is een graf met een koepelvormige grafkamer. De oudste graven dateren uit de 16e eeuw v.o.j.; ze zijn te vinden in de westelijke Pelopponesos. Rond 1500 verschijnen ze ook in Mycene. Boven de grond was de grafheuvel, de tumulus, zichtbaar. De toegang tot het graf was een lange doorgang, de dromos, die leidde naar de nauwe ingang, de stomion, tot het graf. Dit was een onderaardse, ronde grafkamer met een koepelvormig dak. Deze kamer wordt ook wel thalamos genoemd.
De tholoi waren monumentale graven voor de hele gemeenschap. Bekend zijn de tholosgraven genoemd naar de mythische karakter Klytaemnestra en Aegistus.
Het is niet zeker of de tholoi zijn ontwikkeld uit de oudere `Minoische` cirkelvormige tombes uit het derde millennium v.o.j. die op Kreta worden aangetroffen, of uit de kamergraven uit de regio zelf. De vorm van het graf wordt door sommigen uitgelegd als een `baarmoeder` van Moeder Aarde, waar zij de lichamen van de doden weer terug ontvangt in de plaats waar zijn vandaan komen.

Thesmoforia
Met de Thesmophoria wordt het drie dagen durende oogstfeest in Attica bedoeld, dat in oktober wordt gevierd. Aan dit feest mochten alleen vrouwen deelnemen. Tijdens de Thesmophoria werd de afdaling van Persephone of Demeter naar de onderwereld herdacht met rouwrituelen. De dagen worden wel Dagen van smart genoemd, vanwege Demeters verdriet om het verdwijnen van haar dochter. Aan het einde van het feest werd de terugkeer van Persephone met veel vreugde gevierd.
De naam van het feest verwijst naar Demeter als Thesmophoros, de Wetgeefster. Grieks Thesmoi betekent wet, of thesmos betekent `datgene wat is neergelegd`. Phoria betekent `dragen`. Baring en Cashford wijzen erop dat het neergelegde het varken kan zijn, dat in eerst in een heilige afgrond wordt gegooid, daar tot het voorjaar blijft liggen, en vervolgens op een altaar wordt gelegd. Zij vermelden ook dat het verband tussen het koren en varken al uit het Neolithicum stamt.
De eerste dag heette afwisselend Kathados (Afdaling) en Anados (Opklimming). Op deze dag werden varkens, deegkoeken en pijnboomtakken in een heilige kloof gegooid gevuld met slangen, megara geheten. Deze plaatsen waren heilige grotten of gewelven. De restanten van het vorige jaar werden opgehaald. De rottende resten werden later door priesteressen of `haalsters` opgehaald en uitgestrooid over het land om een goede oogst veilig te stellen.
Voor de vrouwen in de grotten mochten afdalen, moesten zij eerst worden gereinigd door drie dagen lang bepaalde regels te volgen.

Themistoclea
Griekse filosofe, afkomstig uit Delphi. Zij wordt genoemd als de leermeesteres van Pythagoras. Haar leer was van invloed op de Pythagoreïsche leer. Delphi was van oudsher een centrum van wijsheid. Het stond bekend om het orakel, de pythia, de priesteres, die door iedereen, tot de grootste staatsmannen aan toe, om raad werd gevraagd. De python, een grote slang die in het heiligdom leefde, was traditioneel het symbool van de wijsheid. Deze namen zijn nog herkenbaar in de naam van Pythagoras, die gewoonlijk wordt genoemd als grondlegger van de Pythagoreïsche school.
Themistoclea`s leer stond misschien in verband met het heiligdom in Delphi. Volgens diverse tradities was de wetsgodin Themis de grondlegger van dit orakel. De

Theriomorph
Voorgesteld als een dier, diervormig.

Theofanie
Driekoningen, zes januari.

Thargelia
Offer van de eerstelingsvruchten. Feest ter ere van Apollo. In mei werden onrijpe vruchten geofferd. Een zondebok (man) werd de dag ervoor met groene takken de stad uitgejaagd.

Triade
Drie-eenheid. Het gebruik om een godheid in drieëen op te splitsen kwam overal voor. Er wordt gesproken over de drie Moiren, Horen, Faten, Nornen, Muzen, Morgana`s etc. Vaak worden de drie godinnen elk weer opgesplits en ontstaat er een negenvoudige eenheid. Graves heeft hier een zorgvuldige analyse naar gedaan op basis van klassieke en Keltische verhalen. Hij beschreef de drievoudige cyclus van maagd, moeder en kroon; deze cyclus wordt ook wel uitgedrukt als maagdelijkheid, vruchtbaarheid en dood, of begin, groei en vernietiging. R.J. Stewart merkt hierover op dat bij de Kelten een andere volorde van toepassing zou zijn, namelijk kroon, maagd en moeder. Essentieel is wat in een bepaalde opvatting wordt gezien als het begin of einde van de cyclus.
De driedeling is een uitdrukking van de steeds herhalende elementen van een natuurlijk principe, zoals de wassende en afnemende maan, of de elkaar afwisselende seizoenen van het jaar.
De oudst bekende vorm van een drie-eenheid is die van de drievoudige maangodin, in haar verschijning als maagd, moeder en oude vrouw. In de Griekse mythologie worden Kore, Demeter en Hekate wel als zo`n drie-eenheid voorgesteld.
In een latere periode wordt de drie-eenheid gevormd door de vader, moeder en de zoon. In het boek van Barings en Cashford wordt erop gewezen dat de vroegst bekende scheppingsmythe waarin deze vorm van de drie-eenheid gestalte kreeg het scheppingsverhaal van de Soemeriërs is, waar hemel (An) en aarde (Ki) het kind lucht of adem (Enlil) voortbrengen, en vervolgens Ki met haar zoon Enlil de schepping voorzetten.

Uroboros
Het beeld van de slang die in zijn eigen staart bijt. Het lichaam van de slang vormt zo een gesloten cirkel. Deze slang is een verbeelding van de oerzee waaruit de wereld ontstond. De cirkelvorm duidt erop dat het land rondom is ingesloten door water. Deze slang is bijvoorbeeld Tiamat of Nammu van de oude Mesopotamische culturen.

Verlossing
Jezus Redemptor. Verlossing in de mysteriën en in de Mithrasdienst.
Saoshyant (=verlosser): Iran. Volgens de Iraanse mythologie kent de wereld vier tijdperken van elk drieduizend jaar. Na het laatste komt de verlosser Saoshyant, die de wereld vernieuwt. De aarde zal dan worden gerenigd door een vloed van vloeibaar metaal. De mensen worden bevrijd door een stortbui van vuur, van warme melk voor de rechtvaardigen.

Venus
Venus werd niet altijd beschouwd als een vrouwelijke godheid, maar ze werd ook vaak voorgesteld als mannelijk. De Inca`s noemden de planeet Chasca. Hij werd net als veel vrouwelijke Venussen weergegeven met lang haar. Hij was een page van de zon Inti.

Veda
‘Wetenschap’. De vedische geschriften vormen de oudste geschriften van de Indiërs, die de basis vormen van hun filosofische en religieuze ideeën.
Veda-samhita: begin 2e milennium. Latere: brahmana (interpretatie en beschrijven van rituelen). Oepanisjads (fundamentele levensvragen).
Soetra’s (voorschriften voor de rituelen). De oudste veda’s ontstonden in het bovenstroomgebied van de Indus, kort na de komst van de Ariërs; de andere in het bekken van de Ganges en Joemna.

Vijgeboom
Egypte: sycamorevijg was de heilige boom van Hathor. De vrucht werd uitgedeeld aan de doden, die er onsterfelijkheid mee verwierven.

Vloedverhalen
Pawnee (Noord-Amerika): de aarde werd geschapen door Tirawas: de mensen stamden af van de zoon van de maan en de zon en de dochter van de sterren. De schepping werd door Tirawa echter weer verwoest: een vuurzee verteerde de aarde, maar deze werd met een overstroming geblust. Een oude man en vrouw overleefden de ramp door zich schuil te houden in een grot.

Vroedvrouw
`Wijze` vrouw, van `vroed` (wijs). Vroedvrouwen hadden de functie van kraamvrouw of baker.

Walpurgisnacht
Gevierd op 30 april - 1 mei op de Brocken in de Harz, waar heksen zich verzamelden.

Weven
De 16 Matrones uit de steden van Elis, opvolgsters van de Matrones die de Spelen voor Hera instelden, weefden om de vier jaar, als de Spelen worden gehouden, een mantel voor Hera.

Wijf
Engels wife, Duits Weib, in de betekenis van echtgenote. Het oorspronkelijk Germaanse woord wiba betekende eigenlijk de gesluierde. Het woord is verwant aan woorden die omwinden of omhullen betekenen. Van oorsprong werd hier een gehuwde vrouw met aangeduid. Het haar van de bruid werd omhuld met een doek. De herkomst van de bruidsluier is hierin waar te nemen.

Zonnewende
Latijn solstitium. De twee dagen in het jaar waarop de kortste of langste dag valt, en waarna de dagen weer langer respectievelijk korter gaan worden. De winterzonnewende valt op 21 december, zomerzonnewende op 21 juni. De zon komt dan op ter hoogte van de steenboks- en de kreeftskeerkring. De twee andere markeringspunten van het jaar vallen tijdens de equinox, 21 maart en 21 september. Op die dag komt de zon op op de hoogte van de evenaar, en zijn dag en nacht even lang.
Het Latijnse woord solstitium is opgebouwd uit sol (zon) en stitium, van sistere, `tot stilstand brengen`.
Traditioneel worden deze dagen overal ter wereld gevierd. Het christendom heeft twee van deze feesten in het christendom opgenomen, nl. de geboorte van Christus met kerst in december, en zijn dood en herrijzenis met pasen, in maart of april. De zomerzonnewende is vaak gewijd aan Johannes.

Zonnegod.
Amaterasu: Japanse zonnegodin. Zie lijst.
Arinna: zonnegodin van de Hettieten. Zie lijst.
Helios (Sol). De kolossus van Rhodus, een van de zeven wereldwonderen, die dateerde van ca 300 vc, was een standbeeld van Helios. Bijnamen van Helios: afziende (panoptes), schitterende, onvermoeide. De haan was aan hem gewijd (zonsopkomst). Hij werd afgebeeld met wapperende mantel en een stralenkrans om het hoofd.
Saule. Baskische godin. Zie lijst.
Sol: in Rome tevens beschermer van de renbaan. Op 9 augustus werd aan hem een offer gebracht. Later werd hij verband gebracht met Mithras, die de titel Sol Invictus (onoverwinnelijke zonnegod) had. De dienst werd door Elagabal uit Syrië ca 220 naar het westen gebracht. Zijn geboortedag werd op 25 december gevierd.
Sol: Germaanse zonnegodin. De paarden Arvakr en Alsvidr trokken haar wagen dagelijks langs het hemelgewelf. Ook wel Sunna. Verder: zie lijst.
Sulis: Keltische zonnegodin.
Mithras: ook diens geboortefeest viel op 25 december.
Tezcatlipoca (‘rokende spiegel’). Azteken. God van de zomerzon: schenker van oogst, droogte en onvruchtbaarheid. Identificatie met Itzli, de god met het obsidianen mes. Hij stierf en herrees dagelijks, maar ook jaarlijks. Elk jaar werd hij gepersonifieerd door een knappe jongen, die ten slotte werd gedood met een mes van obsidiaan: zijn hart werd aan de zon geofferd.
Viracocha; Inca’s. Zonnegod en stormgod. Hij veroorzaakte een overstroming die de eerste mensen (reuzen) vernietigde.