Nederlandse Orchideeën Vereniging - Glossary
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > mbt. Orchideeën
Datum & Land: 01/05/2007, NL
Woorden: 970
Revolute
(Engels) Achterom gedraaid onder het blad.
Reticulate, retiform
(Engels) Netvormig
Rhizome
(Engels) De verbindende stengel tussen de pseudobulben, waaruit de wortels groeien.
Rind
(Engels) Schors, schil, korst.
Ribosomes
(Engels) Celdeeltjes, die mRNA tot een bepaalde eiwit verbinden.
RNA
(Engels) Ribonucleïnezuur.
Rostrum
(Engels) Snaveltje, bek.
Rostellum
(Engels) Een slank gedeelte van de bovenste rand van de stempel.
Rupicolous
(Engels) Groeit op rotsen of tussen stenen.
Runner
(Engels) Uitloper, slingerplant.
Rugose
(Engels) Met een gerimpeld oppervlak.
Ruderal
(Engels) Groeiend op overtollige gronden, zoals afvalstortingen, braakliggende gronden in de buurt van menselijke nederzettingen, enz. Vaak eenjarige.
Saprophyte
(Engels) Een organisme, dat van dood organisch materiaal leeft.
Saggitate, saggital
(Engels) pijlpuntvormig.
Saccate , Sac
(Engels) Heeft een holle, zakvormige verdieping, holte.
Sciophyte
(Engels) Een plant, die geheel aan een schaduwplaats is aangepast.
Scabrous
(Engels) Een ruwaanvoelend oppervlak, door de aanwezigheid van kleine knobbeltjes.
Scarious
(Engels) Droog en als een vlies.
Scape
(Engels) Een bloemsteel, die direct uit de basis van de pseudobuld omhoog groeit met één of meerdere bloemen.
Scandent
(Engels) Klimt door aanhechting aan objecten in de buurt.
Scalopped
(Engels) Uitgeschulpt
Scale
(Engels) Schildluis, aanslag, schaal.
Scaled
(Engels) Geschubd, geschilferd, geschrapt, gepeld.
Serrate
(Engels) Als de tanden van een zaag, zaagvormig.
Sericeous
(Engels) Zijdeachtig.
Septum
(Engels) Tussenschot
Septate
(Engels) Verdeeld door een scheidingswand.
Sepals
(Engels) De drie buitenste bloembladen, de enige bloembladen, die aan een ongeopende bloemknop aan de buitenzijde te zien zijn.
Seedling
(Engels) Een jonge plant uit zaad verkregen en die eigenlijk nog voor het eerst moet bloeien.
Sectile
(Engels) In delen gesneden, verdeeld.
Setose
(Engels) Bedekt met borstelachtige haren.
Sessile
(Engels) Zonder stengel, bij bloemen: zonder bloemsteeltje. Zittend.
Shoot
(Engels) Uitloper, scheut
Sheath
(Engels) Een aangepast blad, dat nieuwe uitlopers en bloemknoppen ter bescherming omsluit, bloem- of bladschede.
Shaggy
(Engels) Ruwharig, ruig, borstelig.
Sinus
(Engels) Een holte of spleet.
Sinuate
(Engels) Afwisselend gebogen en uitgehold, sinusvormig. Gelobd.
Silky
(Engels) Zijdeachtig, glad
Sigmoid
(Engels) S-vormig.
Somatic
(Engels) Lichamelijk, een lichaamscel in tegenstelling met een reproductieve cel.
Solute
(Engels) Een oplossing.
Sprig, twig
(Engels) Takje, twijgje.
Spreading
(Engels) Afstaand, uitgespreid, uitstrekking.
Spotted
(Engels) Gespikkeld, gevlekt.
Spinous, spiny
(Engels) gedoornd, doornig, gestekeld.
Spindle
(Engels) Spil, as, spoel, klos
Spike
(Engels) Stengel, steel, bloemsteel, aar.
Spermatophyte
(Engels) Een zaadvormende plant.
Species (Sing. & Pl.)
(Engels) Een soort. Een groep planten, met dezelfde uitgesproken verschillende kenmerken ten opzichte van andere groepen en die geen vermenging met die andere soorten toelaat. Een onderverdeling van een geslacht. De basis eenheid van de biologische classificatie
Spatulate
(Engels) Lepelvormig, smal aan de basis en breder en afgerond aan de top, spatelvormig.
Spathe
(Engels) Bloeischede, bloemschede
Spur
(Engels) Een spoor, een slanke, holle, buisvormig aanhangsel, vergroeiing van sepaal of petaal, gewoonlijk nectar bevattend.
Striate
(Engels) Een oppervlak met in de lengterichting lijnen, groeven of ribbels
Straggling
(Engels) Verspreid, afgedwaald.
Stipule
(Engels) Een steunblaadje.
Stipes
(Engels) Steel.
Stigma
(Engels) Het bloemdeel, dat ontvankelijk is voor het stuifmeel, bij orchideeën gewoonlijk de kleverige holte aan de onderzijde van de kolom.
Stellate, stelliform
(Engels) Stervormig.
Stele
(Engels) De centrale cilinder van een wortel gestel.
Staminode
(Engels) Een onvruchtbare steriele meeldraad zonder helmknop.
Stamen
(Engels) Meeldraden. Het tweedelige manlijke orgaan van een bloem bevattende de meeldraden met het stuifmeel en de steel met helmknop.
Stalk
(Engels) Stengel, steel, schacht.
Style
(Engels) de steel van de stempel van een bloem.
Surfactant
(Engels) Een oppervlakte ontspanner, een chemicalie, die de oppervlaktespanning van water verlaagd, waardoor een betere spreiding van het water ontstaat, b.v. zeep o.a.
Subulate
(Engels) Priemvormig, cilindrisch.
Subtribe
(Engels) Één deel van de natuurlijke verdeling, waarin grote planten families meestal zijn verdeeld. 1- zie beneden
Substrate
(Engels) Het materiaal, waarin of waarop een orchidee groeit, b.v. potmateriaal.
Subgenus
(Engels) Een taxonomische verdeling van een groot planten geslacht. 1- zie beneden
Synonym
(Engels) Een afgekeurde naam voor een specie ten gunste van een eerder gegeven naam.
Synanthous
(Engels) Bloei met de nieuwe groeischeut.
Sympodial
(Engels) Een groeivorm, waarbij iedere nieuwe scheut ontstaat uit de stengel, rhizome, die is ontsproten aan de vorige scheut, pseudobulb, en die weer een zelfstandig compleet groeideel vormt.
Sympatric
(Engels) Een verdeling van planten in het zelfde gebied, of in overlappende gebieden.
Symbiosis
(Engels) Het samenleven van verschillende organismen ten gunste van beide.
Systemic
(Engels) Een chemische stof, die opgenomen en getransporteerd kan worden door het plantweefsel.
Tapetum
(Engels) Een voedingslaag in sporenweefsel.
Tactile
(Engels) Gevoelig voor aanraking.
Taxonomy
(Engels) De leer van de classificatie van planten en dieren.
Taxonomist
(Engels) Een wetenschapper, die zich bezig houdt met de classificatie en benoemen van planten.
Taxon
(Engels) Een systematische eenheid zoals genus, familie, orde klasse enz.
Testa
(Engels) Heeft een harde zaadmantel.
Tessellated
(Engels) Heeft een mozaïek patroon; geruit of gemarmerd.
Terrestrial
(Engels) Groeit in of op de grond.
Ternate, ternary
(Engels) Drietallig, driedelig, drievoudig.
Terete
(Engels) Cilindrisch.
Teratology
(Engels) De studie van abnormale groeiontwikkeling, misvormingen.
Tepal
(Engels) Sepaal of petaal
Tetraploid
(Engels) Heeft vier sets chromosomen..
Tetrad
(Engels) Een groep van 4, viertal.
Throat
(Engels) Keel, ingang, monding.
Thorn
(Engels) Doorn, stekel.
Thermophilic
(Engels) Verdraagt, weerstaat hoge temperaturen.
Thallus
(Engels) Meercellig plantenlichaam, zonder onderscheid van een bepaald weefsel, zoals blad, steel , wortel enz.
Tissue
(Engels) Een verzameling cellen afkomstig van dezelfde oorsprong.
Tissue Culture
(Engels) Celweefsels kweken in een steriele voedingsbodem om hele planten te verkrijgen.
Torus
(Engels) Ring, uitsteeksel
Torose
(Engels) Knobbelig, weefsel zwelling.
Tonoplast
(Engels) Het semi-permeabele vlies, membraan, om de celvocht bevattende vacuole.
Tomentose
(Engels) Bedekt met een verwarde massa haren, viltachtig.
Triquetral
(Engels) Driekantig.
Triploid
(Engels) Bezit drie sets chromosomen.