Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Zeepzwam
(Tricholoma saponaceum) -Nederlandse naam:- Zeepzwam Tricholoma saponaceum var. saponaceum Tricholoma saponaceum var. squamosum Van deze soort zijn twee variëteiten bekend. De beschrijvingen zijn identiek behalve wat betreft de kleur van de schubjes op de steel. -Beschrijving- H
Zeeraket
(Cakile maritima) -Zeeraket - RH. 0172 Volledige wetenschappelijke naam: Cakile maritima Scop. Diagnostische kenmerken: Stengel vertakt, dik en sappig. Bladen vlezig, lijnlancetvormig of met enkele vrij korte zijslippen. Kroonbladen 6-10 mm lang, lila tot wit. Vrucht kurka
Zeerupsen
(Orde Aphroditoidea) Een orde binnen de borstelwormen, waarbinnen de rug van de soorten geheel of gedeeltelijk met schubben is overdekt. Voor de zeerupsen, ga naar: pagina 195.
Zeerus
(Juncus maritimus) -Zeerus- RH. 0685 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus maritimus Lam. Diagnostische kenmerken: Stengel in het onderste deel omsloten door bladscheden waarvan er tenminste één in een lange rolronde bladschijf eindigt. Bloemen in groepjes van 2 of 3 bij
Zeesla
(Ulva lactuca) Ulva lactuca (Linnaeus) -Nederlandse naam:- Zeesla -Beschrijving:- Deze zeer bekende wiersoort heeft bladeren van soms wel 1 meter in doorsnede. Ze zijn plat en dun, maar wel stevig, twee cellagen dik. Het gladde blad kan rond zijn of onregelmatig van vorm en kan allerlei lobben hebben. De kleur is bleekgroen tot donkergroen. Na het vrijkomen van d...
Zeespinnen
(Klasse Pycnogonida) Deze klasse van de geleedpotigen bestaat uit dieren met een plat, gesegmenteerd lichaam met vier paar poten. Het kopgedeelte is vergroeid met het eerste lichaamssegment. Veel soorten hebben op de buikzijde twee slanke 'ovigers', die gebruikt worden voor het vasthouden van de eieren. Zeespinnen zijn traag bewegende dieren, die leven van hydroïd...
Zeestekelbaars
(Spinachia spinachia) Spinachia spinachia (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Zeestekelbaars -Beschrijving:- Zeer karakteristiek uiterlijk: spitse kop, lange dunne staart, staartvin met afgeronde hoeken; tweede rugvin en aarsvin precies tegenover elkaar en vrijwel symmetrisch. 14-16 Kleine stekeltjes op de rug. Eigenlijk vormen die de rest van de eerste rugvin: alleen ...
Zeesterren
(Klasse Asteroidea) Het lichaam van de zeesterren heeft gewoonlijk vijf armen, die geleidelijk in de centrale schijf overgaan. Er bestaan ook soorten met meer armen (tot 40), maar die komen niet in Nederland voor. De huid is vaak bezet met stekels en knobbels, en voelt ruw aan. De opperhuid die dit alles bedekt, is bezet met trilharen, die het op de huid vallende detr...
Zeeuwse oester
(Ostrea edulis) Ostrea edulis Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Zeeuwse oester -Beschrijving:- De oester, ofwel de platte Zeeuwse, is een eetbaar schelpdier. En wel zeer gewaardeerd om bepaalde eraan toegeschreven eigenschappen en omdat veel mensen hem gewoon lekker vinden. Hoewel er vele manieren zijn om van oesters te genieten, is het toevoegen van een schijfje...
Zeevetmuur
(Sagina maritima) -Zeevetmuur- RH. 1110 Volledige wetenschappelijke naam: Sagina maritima G.Don Diagnostische kenmerken t.o.v. Sagina apetala: Bladen stomp, met een tot 0,1 mm lang stekelpuntje, kaal. Kelkbladen (1,6-)2-3 mm lang, ongeveer even lang als de kleppen van de d
Zeeviolier
(Malcolmia maritima) -Zeeviolier- BB. 1427 Volledige wetenschappelijke naam: Malcolmia maritima (L.) R.Br. Diagnostische kenmerken: Bladen omgekeerd eirond tot langwerpig, met aangedrukte sterharen bezet. Kroonbladen 1-2,5 cm lang, roodachtig, soms wit of geelachtig(groen). B
Zeevitrage
(Conopeum reticulum) Conopeum reticulum (Linnaeus, 1767) -Nederlandse naam:- Zeevitrage -Beschrijving:- Dit mosdiertje vormt gaasachtige overtrekken op diverse soorten ondergrond. Zo'n kolonie kan een behoorlijk oppervlak krijgen. De individuen zijn min of meer ovaal, ca. 0,5 bij 0,3 mm. De membraan bedekt de gehele voorkant, en de rand is meestal iets verdikt en korre...
zeevogels
Vogel(s) die een groot deel van hun leven, of hun gehele leven, op zee doorbrengen. Alle zeevogels hebben grote zoutklieren op de kop, die er voor zorgen dat de overmaat aan zout, die ze met het zeewater binnen krijgen, weer uitgescheiden wordt. Alternatieven: zeevogel
Zeeweegbree
(Plantago maritima) -Zeeweegbree- RH. 0948 Volledige wetenschappelijke naam: Plantago maritima L. Diagnostische kenmerken: Bladen lijnvormig. Kroonbuis behaard. Bladen meestal gaafrandig, 3-5-nervig, gewoonlijk kaal, vlezig. Aarstelen rolrond. Aren meestal cilindrisch. Achte
Zeewinde
(Calystegia soldanella) -Zeewinde- RH. 0189 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Calystegia soldanella (L.) R.Br. Diagnostische kenmerken t.o.v. Calystegia sepium: Stengel liggend, niet of nauwelijks windend. Bladen niervormig, met hartvormige voet en afgeronde oortj
Zeewolfsmelk
(Euphorbia paralias) -Zeewolfsmelk- RH. 0497 Volledige wetenschappelijke naam: Euphorbia paralias L. Diagnostische kenmerken: Bladen dik en vlezig of leerachtig, blauwgroen, zeer dicht opeengezeten. Stengel wat houtig, rechtopstaand. Scherm 2-9-stralig. Randklieren met 2 hoor
Zegekruid
(Nicandra physalodes) -Zegekruid- BB. 0863 Volledige wetenschappelijke naam: Nicandra physalodes (L.) Gaertn. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand, vertakt. Bladen eirond tot lancetvormig, meestal bochtig getand. Bloemen naast of boven de bladoksels, alleenstaand. Bl
Zegge
(Genus Carex) -Zegge- Volledige wetenschappelijke naam: Carex L. Opm. Bij Carex komen talrijke afwijkingen voor in de geslachtsverdeling en de plaatsing der aren. Zulke afwijkingen bemoeilijken vaak de determinatie. Het verdient sterk aanbeveling om, alvorens tot het d
Zeggedoorntje
(Tetrix subulata) zeggedoorntje Lengte 7-12 mm, januari-december -Kenmerken- De doorn van het halsschild loopt zeer ver naar achteren door de achtervleugels lopen iets langer door dan de doornspits. -Voorkomen- Overwegend in vochtige gebieden, bijvoorbeeld langs oevers van slootjes, ook op droog gevallen plekjes, op veen en klei in de vochtige duinen. Heel Europa. I...
Zenegroen
(Genus Ajuga) -Zenegroen- Volledige wetenschappelijke naam: Ajuga L. Opm. -Ajuga genevensis- L. - BB. 0023 is in Nederland enkele malen adventief gevonden. Deze lijkt het meest op Ajuga reptans , maar verschilt door het ontbreken van uitlopers, en door de 3-lobbige ond
Zevenblad
(Aegopodium podagraria) -Zevenblad- RH. 0011 Volledige wetenschappelijke naam: Aegopodium podagraria L. Diagnostische kenmerken: Onderste bladen dubbel 3-tallig (vaak de zijblaadjes slechts 2-tallig), met eironde of langwerpige eironde, ongelijk gekarteld-gezaagde blaadjes en bu
Zevenster
(Trientalis europaea) -Zevenster- RH. 1295 Volledige wetenschappelijke naam: Trientalis europaea L. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand. Bladen bijna zittend, de onderste 0,5-3 cm lang, stomp, verspreid, de bovenste 2-5(-8) cm lang, spits, in een krans. Bloemen lang
Zevenstippelig lieveheersbeestje
(Coccinella septempunctata) zevenstippelig lieveheersbeestje Lengte 5-8 mm, januari-december. -Kenmerken- Dit is het bekendste en algemeenste lieveheersbeestje en wordt gezien als geluksbrenger. Kenmerkend zijn de oranjerode dekschilden met 7 zwarte stippen (164 1a g). Weinig variatie in dit kleurpatroon, maar wel in de vorm van vlekken. -Voorkomen- In vrijwel geheel Europa a...
zG20
Grasland op zilte natte bodem
Ziekenhuisboomkorst
(Cerocorticium confluens) -Nederlandse naam:- Ziekenhuisboomkorst -Beschrijving- Vruchtlichaam korstvormig, wasachtig, Ø tot enkele dm. Hymenium knobbelig-wrattig, glad, crème tot grijsoker met een blauwe zweem, met een scherp begrensde, vaak gewimperde rand. Geur, ruikt naar ziek
Zijdeachtige beurszwam
(Volvariella bombycina) -Nederlandse naam:- Zijdeachtige beurszwam -Beschrijving- Hoed ei- tot klokvormig, Ø 7-19 cm, wit, met lange, fijne, gelige zijde-achtige of haarachtige vezels bedekt. Lamellen bleek roze tot rozebruin. Steel 7-19 cm x 7-20 mm, vaak gebogen, wit, met een
Zijdeplantfamilie
(Familie Asclepidiaceae) -Zijdeplantfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Asclepiadaceae Kruiden of heesters, soms windend, vaak met melksap. Bladen meestal tegenoverstaand, enkelvoudig, zonder of met zeer kleine steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig. Kelk 5-delig.
Zijdetruffels
(Familie Rhizopogonaceae) -Nederlandse naam:- Zijde-, Inkt-, Sterspoor- en Vezeltruffels In Nederland komen 16 soorten Zijde-, Inkt-, Sterspoor- en Vezeltruffels van de genera Hymenogaster, Melanogaster, Octavianina en Rhizopogon voor, die ectomycorrhiza's om boomwortels vormen. -
Zijker
(Molgula manhattensis) Molgula manhattensis (De Kay, 1843) -Nederlandse naam:- Zijker -Beschrijving:- Dit is een alleenstaande (solitaire) zakpijpsoort - in tegenstelling dus tot de kolonievormende soorten. Hij is vrijwel rond en de relatief grote in- en uitstroomopening staan allebei boven op dit bolletje. De instroomopening heeft 6 lobben, de uitstroomopening slechts 4...
Zilt torkruid
(Oenanthe lachenalii) -Zilt torkruid - RH. 0870 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Oenanthe lachenalii C.C.Gmel. Diagnostische kenmerken t.o.v. Oenanthe silaifolia: Omwindselbladen (0-)4-8(-10). Slippen van de onderste bladen breder en korter dan die van de hoger
Zilte greppelrus
(Juncus ambiguus) -Zilte greppelrus- RH. 0671 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus ambiguus Guss. Diagnostische kenmerken t.o.v. Juncus bufonius: Binnenste bloemdekbladen met afgeronde, soms kort stekelpuntige top, iets korter tot weinig langer dan de vrucht. Het meren
Zilte rus
(Juncus gerardi) -Zilte rus - RH. 0683 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus gerardi Loisel. Diagnostische kenmerken t.o.v. Juncus compressus: Stijl (zonder de stempels!) 0,5-0,8 mm lang (zowel tijdens als na de bloei); stijl bij rijpe vruchten tenslotte afbrekend en d
Zilte schijnspurrie
(Spergularia marina) -Zilte schijnspurrie- RH. 1238 Volledige wetenschappelijke naam: Spergularia marina (L.) Besser Diagnostische kenmerken t.o.v. Spergularia media angustata: Bloemen 4-8 mm in doorsnede. Meeldraden (0-) 2-5(-10); hiervan zelden meer dan 2 onvruchtbaar. Zade
Zilte waterranonkel
(Ranunculus baudotii) -Zilte waterranonkel - RH. 1044 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus baudotii Godr. Diagnostische kenmerken: Ondergedoken bladen geelgroen, stijf uitstaand. 'Overgangsbladen', indien aanwezig, zonder draadvormige slippen, handvormig samengesteld,
Zilte zegge
(Carex distans) -Zilte zegge- RH. 0224 Volledige wetenschappelijke naam: Carex distans L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex hostiana en Carex sylvatica: Snaveltanden aan de binnenzijde ruw (loep!). Urntjes geelgroen, bruin gespikkeld, 4-5 mm lang. Plant zonder wortels
Zilverbruin blauwtje
(Aricia nicias) (Meigen, 1830) Zilverbruin blauwtje -Beschrijving: - Het zilverbruin blauwtje komt in bloemrijke graslanden voor met hier en daar struiken of bomen, in graslanden langs heggen en bosranden en op open, zonnige, grazige plekken in bossen. Vaak zijn de graslanden vochtig en weelderig begroeid met kruiden en grassen, maar de vlinders worden ook in drog...
Zilveren maan
(Boloria selene) zilveren maan Spanwijdte vleugels 28-38 mm, mei-september -Kenmerken- Bovenzijde roodgeel met zwarte zigzagbanden en een rij punten die parallel loopt met de vleugelrand. Zoom van de achtervleugel met zwart ingeraamde oranje puntjes. Onderzijde achtervleugel met gelijkmatig verdeelde parelmoerkleurige vlekken. -Voorkomen- In vochtige graslanden met...
Zilveren maan
(Boloria selene) (Denis and Schiffermüller, 1775) Zilveren maan -Beschrijving: - De zilveren maan is een bewoner van vochtige tot natte hooilanden en licht begraasde weiden. Ook op hoogvenen en in moerassen kan deze vlinder worden aangetroffen. Er zijn populaties op kleine beschutte locaties, maar ook in het open landschap komt de zilveren maan voor. De vlinde...
Zilveren ridderzwam
(Tricholoma argyraceum) -Nederlandse naam:- Zilveren ridderzwam Tricholoma argyraceum var. scalpturatum -Beschrijving- Hoed halfbolvormig, dan onregelmatig uitspreidend, Ø 4-7 cm, donkergrijs tot bruingrijs met fijne schubjes op een lichtere ondergrond, met een bleke randzone. L
Zilverhaver
(Aira caryophyllea) -Zilverhaver - RH. 0020 Volledige wetenschappelijke naam: Aira caryophyllea L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Aira praecox: Bloeiwijze wijd, pluimvormig, de takken lang en schuin tot recht afstaand. Aartjesstelen ten dele veel langer dan de aartjes. Tonge
Zilverige satijnzwam
(Entoloma saundersii) -Nederlandse naam:- Zilverige satijnzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot onregelmatig uitgespreid met een bultje, Ø 3-11 cm, mat, zilverig vezelig, wittig tot bleek grijsbruin, met een gekerfde of inscheurende rand. Lamellen wittig-crème tot grijsroze. St
Zilvermeeuw
(Larus argentatus) -Wetenschappelijke naam: - Larus argentatus Pontoppidan, 1763 -Nederlandse naam: - Zilvermeeuw -Vogelgroep:- Meeuwen -Veldkenmerken.- 55-66 cm. Grootte zeer variabel, mannetje aanzienlijk groter dan vrouwtje. Kan verward worden met Stormmeeuw, maar is vee
Zilverplevier
(Pluvialis squatarola) -Wetenschappelijke naam: - Pluvialis squatarola (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zilverplevier -Vogelgroep:- Plevieren -Veldkenmerken.- 27-30 cm. In zomerkleed zwarte bovendelen bezaaid met zilverwitte vlekken; gezicht, oorstreek, borst en buik diep
Zilverschildzaad
(Lobularia maritima) -Zilverschildzaad - BB. 1865 Volledige wetenschappelijke naam: Lobularia maritima (L.) Desv. Diagnostische kenmerken: Bladen langwerpig tot lancetvormig of de onderste iets breder, zilverglanzend, klein. Kroonbladen ca. 3 mm lang, wit tot paars. Vruchten
Zilverschoon
(Potentilla anserina) -Zilverschoon- RH. 1006 Volledige wetenschappelijke naam: Potentilla anserina L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Potentilla supina: Blaadjes van onderen zilverwit glanzend, scherp gezaagd. Kroonbladen veel langer dan de kelkbladen, goudgeel. Bloemstelen oo
Zilverspar
(Genus Abies) -Zilverspar- Volledige wetenschappelijke naam: Abies L.
Zilverstreephooibeestje
(Coenonympha hero) zilverstreephooibeestje Spanwijdte vleugels 28-33 mm, mei-juli -Kenmerken- Lijkt op tweekleurig hooibeestje, onderzijde achtervleugel met roodbruine rand waar doorheen een zeer opvallend zilverstreepje loopt. Oogvlek alleen geel omringd. -Voorkomen- Zeer bedreigde soort in Noordwest-Europa van open bossen en moerassen. In Nederland na 1957 niet mee...
Zilverstreephooibeestje
(Coenonympha hero) (Linnaeus, 1761) Zilverstreephooibeestje -Beschrijving: - Het zilverstreephooibeestje is een bewoner van vochtige tot natte grazige weiden in en langs bossen. Soms komen ze ook op drogere plekken of op bloemrijke graslanden buiten bossen voor. De vlinders zitten graag in het gras. Ze vliegen niet veel en leggen geen grote afstanden af. Als waardpla...
Zilvervisje
(Lepisma saccharina) zilvervisje Lengte 8-11 mm, januari-december -Kenmerken- Lichaam zilverglanzend beschubd. Ogen tamelijk klein (fam Lepismatidae). -Voorkomen- Kosmopoliet en cultuurvolger. In streken met een gematigd klimaat uitsluitend te vinden in gebouwen, vooral op vochtige plekken. -Levenswijze- Nachtelijke levenswijze. Voedt zich met allerlei organisch afval ...
Zilvervisjes
(Orde Zygentoma) zilvervisjes -Kenmerken- Middelgrote vleugelloze insecten, tot circa 15 mm lang. Lichaam afgeplat en puntig toelopend, bedekt met schubben. Kop met lange, draadvormige voelsprieten. Facetogen klein en zijdelings ingeplant of ontbrekend; ze bestaan uit minder dan 30 lensjes. Ocellen afwezig. Monddelen exognaath. De maxillaire palpen niet langer dan ...
Zilvervlek
(Boloria euphrosyne) (Linnaeus, 1758) Zilvervlek -Beschrijving: - De zilvervlek komt voor langs bosranden, open plekken in bossen en hooilanden en weiden bij struwelen. Vliegterreinen zijn meestal droog en matig voedselrijk. De vlinders zijn redelijk mobiel en bezoeken andere zeer droge of natte vegetaties op zoek naar nectarplanten. Als waardplanten kunnen de meeste s...
Zilverwilg
(Elaeagnus commutata) -Zilverwilg - BB. 5060 Volledige wetenschappelijke naam: Elaeagnus commutata Bernh. Diagnostische kenmerken t.o.v. Elaeagnus angustifolia: Zonder dorens. Jonge takken roestkleurig beschubd. Bladen eirond tot langwerpig, aan weerszijden zilverwit beschubd.
Zinkboerenkers
(Thlaspi caerulescens) -Zinkboerenkers- RH. 1280 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Thlaspi caerulescens J. & C.Presl Diagnostische kenmerken: Stijl op de vrucht 0,8-1,5 mm lang, even lang als of langer dan de vleugels. Stengelbladen met hart-pijlvormige voet sten
Zinkviooltje
(Viola lutea subsp. calaminaria) -Zinkviooltje - RH. 1379 -Rode Lijst 1. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Viola lutea Huds. subsp. calaminaria (Ginguis) Neuenberg Zie soort: Viola lutea Diagnostische kenmerken t.o.v. Viola tricolor : Plant met ondergrondse uitlopers, los zod
Zittende zannichellia
(Zannichellia palustris subsp. palustris) -Zittende zannichellia- RH. 1396 Volledige wetenschappelijke naam: Zannichellia palustris subsp. palustris Zie soort: Zannichellia palustris Diagnostische kenmerken: Vruchtjes op een ca. 0,5 mm lange steel. Vruchtsnavel ongeveer half zo lang als de rest v
zode
Groeiwijze waarbij de knopen van de (ondergrondse) wortelstok kort zijn waardoor de (bovengrondse) spruiten dicht opeenstaan. Alternatieven: zodevormend zodevormende zoden
Zoemertje
(Stenobothrus lineatus) zoemertje Lengte 15-26 mm, juli-oktober -Kenmerken- Het geslacht Stenobothrus onderscheidt zich van Omocestus door een verlengd, regelmatig dwars geaderd mediaalveld ( het veld in het voorste deel van het midden van de vleugel, in 090 2b g goed te zien). Stenobothrus verschilt van Chorthippus door de niet verbrede en recht verlopende onderrand van...
Zoete kers
(Prunus avium) -Zoete kers - RH. 1018 Volledige wetenschappelijke naam: Prunus avium (L.) L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Prunus cerasus: Boom. Bladstelen 3-7 cm lang, overwegend aan de top met klieren. Bladschijf tot 15 cm lang, in de bloeitijd dun, rimpelig en van o
Zomeradonis
(Adonis aestivalis) -Zomeradonis- RH. 1628 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Adonis aestivalis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Adonis annua: Kelkbladen tegen de uitgespreide kroonbladen aangedrukt. Vruchtjes aan de bovenzijde met een lage, afgeronde knobbel.
Zomerandoorn
(Stachys annua) -Zomerandoorn- BB. 1242 Volledige wetenschappelijke naam: Stachys annua (L.) L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Stachys recta: Kelk (zonder de behaarde naalden) 7-9 mm lang. Bladen grof netnervig, de nervatuur niet ingezonken. Plant eenjarig. 0,07-0,30. Ju
Zomerbitterling
(Blackstonia perfoliata subsp. perfoliata) -Zomerbitterling- RH. 1855 Volledige wetenschappelijke naam: Blackstonia perfoliata subsp. perfoliata Zie soort: Blackstonia perfoliata Diagnostische kenmerken: Bovenste stengelbladen naar de voet niet versmald. Kelkslippen aan de voet 0.7-0.9 mm breed. Z
Zomercentaurie
(Centaurea solstitialis) -Zomercentaurie- BB. 1675 Volledige wetenschappelijke naam: Centaurea solstitialis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Centaurea calcitrapa: Bloemen geel. Bladen aflopend, grijsviltig, de onderste liervormig veerspletig, de bovenste lijnvormig, stekelpuntig
Zomereik
(Quercus robur) -Zomereik - RH. 1037 Volledige wetenschappelijke naam: Quercus robur L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Quercus petraea: Bladsteel 0-3(-7) mm lang. Bladvoet hartvormig, vaak ongelijk geoord. Bladen niet-symmetrisch gelobd, van boven dofgroen, van onderen k
Zomererebia
(Erebia aethiops) (Esper, 1777) Zomererebia -Beschrijving: - De zomererebia leeft op bloemrijke graslanden en grazige open plekken in bossen en op heiden, venen en moerassen met een zeer open boombegroeiing. Als waardplanten kunnen zeer veel verschillende grassoorten dienen, waaronder Molinia caerulea (pijpenstrootje), Sesleria caerulea (blauwgras), Brachypodium pin...
Zomerfijnstraal
(Erigeron annuus) -Zomerfijnstraal - RH. 1720 Volledige wetenschappelijke naam: Erigeron annuus (L.) Pers. Diagnostische kenmerken t.o.v. Erigeron karvinskianus: Stengel rechtopstaand. Lintbloemen meestal wit of vaak iets blauw aangelopen, aan beide zijden gelijk gekleurd.
Zomerfluweelpootje
(Flammulina fennae) -Nederlandse naam:- Zomerfluweelpootje -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 2-8 cm, glad, slijmerig, wit tot bleekgeel of bleekgeelbruin. Lamellen wittig-geel tot bleekgeel. Steel 3-5 cm x 3-4 mm, taai, fluwelig, donkerbruin, met een wittig-gele top. V
Zomerhoutzwam
(Polyporus ciliatus) -Nederlandse naam:- Zomerhoutzwam Polyporus ciliatus f. ciliatus Polyporus ciliatus f. lepideus Van deze soort zijn twee vormen bekend. Ze worden op deze kaart achtereenvolgend beschreven. - Polyporus ciliatus f. ciliatus -Beschrijving- < 1cm: loep Vrucht
Zomerklokje
(Leucojum aestivum) -Zomerklokje- RH. 0734 -Rode Lijst 3. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Leucojum aestivum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Leucojum vernum: Stengel (1-)2-5(-7)-bloemig, 30-60 cm hoog. Zaad zwart, zonder aanhangsel. Overigens als Leucojum vern
Zomerlinde
(Tilia platyphyllos) -Zomerlinde- RH. 1286 Volledige wetenschappelijke naam: Tilia platyphyllos Scop. Diagnostische kenmerken t.o.v. Tilia cordata en Tilia vulgaris(x): Knoppen met 3 grote schubben. Nootjes meestal met 3-5 duidelijke ribben. Bladen van volwassen twijgen 7-10(
Zomerschroeforchis
(Spiranthes aestivalis) -Zomerschroeforchis- RH. 1239 -Rode Lijst 0. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Spiranthes aestivalis (Poiret) Rich. Diagnostische kenmerken t.o.v. Spiranthes spiralis: Bladen in een rozet en 1 of 2 aan de stengel geplaatst, lijn- of lijnlancet
Zomertaling
(Anas querquedula) -Wetenschappelijke naam: - Anas querquedula Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Zomertaling -Vogelgroep:- Grondeleenden -Veldkenmerken.- 37-41 cm. Slechts weinig groter dan Wintertaling maar met slankere nek, plattere kruin en rechtere snavel. Mannetje in
Zomertortel
(Streptopelia turtur) -Wetenschappelijke naam: - Streptopelia turtur (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zomertortel -Vogelgroep:- Duiven -Veldkenmerken.- 27 cm. Donkerder dan Turkse Tortel. Donkere rugveren met brede kastanjebruine randen geven geschubd uiterlijk. Kop grijs
Zomervlinder
(Geometra papilionaria) zomervlinder Spanwijdte vleugels 40-50 mm, juni-augustus -Kenmerken- Als verse vlinder lichtgroene, soms turkoois gekleurde vleugels met witte tekening, maar wordt later bleker en kan na de dood de groene kleur verliezen. -Voorkomen- Vrij algemeen in bossen, op heidevelden en bij houtwallen, zo nu en dan in tuinen. -Levenswijze- Rups eerst bruin, d...
Zompkaalkopje
(Psilocybe caricicola) -Nederlandse naam:- Zompkaalkopje -Beschrijving- < 1cm: loep Hoed rondachtig tot schelp- of niervormig, Ø 5-10 mm, excentrisch gesteeld of zijdeling aangehecht, fijnviltig, bruinachtig doorschijnend gestreept, bruinoker tot vleeskleurig. Lamellen licht ok
Zomprus
(Juncus articulatus) -Zomprus- RH. 0673 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus articulatus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Juncus alpinoarticulatus: Buitenste bloemdekbladen spits, met uit de top tredend spitsje, 2,5-3,5 mm lang. Tenminste 1 der zijtakken van de bloeiwijz
Zompvergeet-mij-nietje
(Myosotis laxa subsp. cespitosa) -Zompvergeet-mij-nietje - RH. 0841 Volledige wetenschappelijke naam: Myosotis laxa Lehm. subsp. cespitosa (Schultz) Nordh. Zie soort: Myosotis laxa Diagnostische kenmerken t.o.v. Myosotis scorpioides : Stijl van de juist uitgebloeide bloemen korter dan de
Zompzegge
(Carex curta) -Zompzegge- RH. 0219 Volledige wetenschappelijke naam: Carex curta Good. Diagnostische kenmerken: Urntjes bijna rechtopstaand, 2-2,5 (-3) mm lang. Bladen (1,5-)2-3(-4) mm breed, bleek- of grijsgroen. Bloeiwijze (2-)3-5 cm lang, uit (3 of) 4-7(-12) aren be
Zompzwammen
(Genus Alnicola) -Nederlandse naam:- Zompzwammen Een groep van kleine, okergeelbruine, bruine en donkerbruine Plaatjeszwammen met een voorkeur voor vochtige standplaatsen. Sporeekleur is bruin. Ectomycorrhizavormers en saprofieten. In Nederland komen 18 soorten van het ge
zone
Een zone is een langgerekte band of regio die van andere onderscheiden wordt door gemeenschappelijke kenmerken die in de naam besloten liggen. Het is vaak een gebied of onderverdeling van een biogeografische regio met een karakteristiek dieren- en plantenleven. In de zoölogie worden zes grote regio’s en een kleinere zoögeografische ...
Zonnebloem
(Genus Helianthus) -Zonnebloem- Volledige wetenschappelijke naam: Helianthus L. Opm. Bloemhoofdjesbodem vlak of gewelfd, met stroschubben welke de nootjes ten dele omsluiten. Pappus uit 2 afvallende borstels bestaand, zelden daarnaast ook met enkele kleine schubben.
Zonnebloem
(Helianthus annuus) -Zonnebloem- BB. 1859 Volledige wetenschappelijke naam: Helianthus annuus L. Diagnostische kenmerken: Plant eenjarig. Bloemhoofdjesbodem vlak. Omwindsel 2,5 of meer cm breed. Bladen lang gesteeld, merendeels verspreid, met afgeronde tot iets hartvormige v
Zonnedauw
(Genus Drosera) -Zonnedauw- Volledige wetenschappelijke naam: Drosera L. Opm. Kroonbladen wit.
Zonnedauwfamilie
(Familie Droseraceae) -Zonnedauwfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Droseraceae Insectenetende kruiden. Bladen meestal in een wortelrozet, met lange, beweegbare, klierweefsel bevattende 'haren', meestal met steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig. Kelk- en kroon
Zonneroosje
(Genus Helianthemum) -Zonneroosje- Volledige wetenschappelijke naam: Helianthemum Mill.
Zonneroosjesfamilie
(Familie Cistaceae) -Zonneroosjesfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Cistaceae Kruiden, halfheesters of heesters. Bladen verspreid of tegenoverstaand, enkelvoudig, vaak met sterharen, met of zonder steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig. Kelkbladen 3 of 5, in
zoogdier
Dieren van de klasse Mammalia. De vrouwtjes bezitten melkklieren en tepels, waardoor de melk wordt uitgescheiden en opgedronken door de jongen. Zoogdieren hebben meestal vier poten en een vacht. Alternatieven: zoogdieren Mammalia
Zoogdieren
(Klasse Mammalia) De Mammalia (de taxonomische groep van zoogdieren) bevat zo'n 4.500 levende soorten; de mens is er één van! Zoogdieren zijn warmbloedigen; sommige soorten zijn er beter in dan anderen. Ze hebben een hart met vier kamers en complete dubbele circulatie, dwz. het aan lucht blootgestelde bloed van de slagaderen mengt zich niet met het blo...
zoom
De zoom bestaat uit de losse slippen van de bloemdek, kelk of kroon.
Zoutgras
(Genus Triglochin) -Zoutgras- Volledige wetenschappelijke naam: Triglochin L. Opm. Na het doorbreken verspreiden de bladen een sterke, zurige geur.
Zoutgrasfamilie
(Familie Juncaginaceae) -Zoutgrasfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Juncaginaceae Kruidachtige moeras- of waterplanten. Bladen in een wortelrozet, lijnvormig, gootvormig, verdikt, met een tongetje. Bloemen in een tros, zonder schutbladen, regelmatig, tweeslachtig. Bloemd
zP20
Pioniervegetatie op zilte natte bodem
zR20
Ruigte op zilte natte bodem
Zuidelijk dambordje
(Melanargia russiae) (Esper, 1783) Zuidelijk dambordje -Beschrijving: - Het zuidelijk dambordje is een soort van grazige vegetaties. De vlinders komen zowel op kalkrijke als zure grond voor. Ze zijn vaak op droge, rotsachtige hellingen te vinden, maar ook op grazige open plekken in bossen. Ze bezoeken graag bloemen van distelachtige planten. Verschillende soorten grass...
Zuidelijk dwergblauwtje
(Cupido osiris) (Meigen, 1829) Zuidelijk dwergblauwtje -Beschrijving: - Het zuidelijk dwergblauwtje is in zonnige, bloemrijke graslanden en bermen te vinden met veel Onobrychis (esparcette), die door de vlinders als nectar- en waardplant worden gebruikt. Van verschillende Onobrychis -soorten wordt gebruik gemaakt, zoals van O. viciifolia , O. montana en O. arenari...
Zuidelijk esparcetteblauwtje
(Polyommatus ripartii) (Freyer, 1830) Zuidelijk esparcetteblauwtje -Beschrijving: - Het zuidelijk esparcetteblauwtje is vooral aan te treffen op droge grazige plekken met struiken. Als waardplanten worden verschillende Onobrychis -soorten (esparcette) gebruikt, zoals O. viciifolia , O. arenaria , O. saxatilis en O. alba . Het vrouwtje legt de eieren op de bloemen. De soo...
Zuidelijk grauw zandoogje
(Hyponephele lupinus) (O. Costa, 1836) Zuidelijk grauw zandoogje -Beschrijving: - Het zuidelijk grauw zandoogje is een soort van warme en droge plekken. De vlinders zijn te vinden in droge graslanden met hier en daar struiken, bij droge struweelvegetaties en in open bossen. Als ze zitten te rusten, houden ze bijna altijd hun vleugels gesloten. Ze hebben een snelle vluch...
Zuidelijk mansschildblauwtje
(Plebeius pyrenaica) (Boisduval, 1840) Zuidelijk mansschildblauwtje -Beschrijving: - Het zuidelijk mansschildblauwtje leeft in open, (sub)alpiene graslanden en bij kale, rotsachtige hellingen, waar de waardplanten in kleine richels of spleten groeien. De bodem is vaak kalkrijk of bestaat uit kalkstenen rotsen. Belangrijkste waardplant is Androsace villosa , waarvan de ...
Zuidelijk oranje zandoogje
(Pyronia cecilia) (Vallantin, 1894) Zuidelijk oranje zandoogje -Beschrijving: - Het zuidelijk oranje zandoogje leeft in droge graslanden, op rotsachtige hellingen met grazige vegetatie en bij open struweel. Soms worden de vlinders ook op open plekken in bossen gezien. Als waardplanten worden grassoorten gebruikt, welke is niet precies duidelijk (waarschijnlijk Desch...
Zuidelijk oranjetipje
(Zegris eupheme) (Esper, 1804) Zuidelijk oranjetipje -Beschrijving: - Het zuidelijk oranjetipje wordt vooral waargenomen op droge, bloemrijke plaatsen, ruderale terreinen en verlaten landbouwgronden. Op de vliegplaatsen groeien meestal veel Brassicaceae (kruisbloemigen) zoals Sisymbrium irio (brede raket), Biscutella auriculata , Sinapis incana en Raphanus -soorten...
Zuidelijk staartblauwtje
(Cupido alcetas) (Hoffmannsegg, 1804) Zuidelijk staartblauwtje -Beschrijving: - Het zuidelijk staartblauwtje vliegt op open plekken in bossen, langs bosranden, bij grazige vegetaties in de buurt van struiken en langs oevers van beken en sloten. Belangrijkste waardplanten zijn Galega officinalis en Securigera varia (bont kroonkruid), maar ook andere vlinderbloemigen...