Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Zuidelijke aardbeivlinder
(Pyrgus malvoides) (Elwes and Edwards, 1897) Zuidelijke aardbeivlinder -Beschrijving: - De zuidelijke aardbeivlinder verschilt in uiterlijk niet van de aardbeivlinder, alleen de genitaliën van de mannetjes en de vrouwtjes verschillen tussen beide soorten. De vlinders zijn bij diverse typen voedselarme, grazige vegaties te vinden, zowel op zure als kalkrijke bode...
Zuidelijke aurelia
(Polygonia egea) (Cramer, 1775) Zuidelijke aurelia -Beschrijving: - De zuidelijke aurelia is een soort van droge graslanden en droge struweelvegetaties. Belangrijkste waardplant is Parietaria officinalis (groot glaskruid); een plant die vaak op oude muren groeit zodat de vlinders ook in de buurt van bebouwing zijn te vinden. Mogelijk voeden de rupsen zich ook met U...
Zuidelijke baardspinnendoder
(Dipogon variegatum) zuidelijke baardspinnendoder Lengte 5-10 mm, mei-juli. -Kenmerken- Geheel zwarte baardspinnendoder. Zeer markant is de opvallende vleugeltekening: voorvleugels dragen een brede donkere band en meer naar de basis nog een smallere donkere band, waardoor in rust (als de vleugels over elkaar liggen) de top van de vleugel opvalt als een witte vlek. -Voo...
Zuidelijke bronlibel
(Cordulegaster bidentata) zuidelijke bronlibel Spanwijdte vleugels 85-100 mm, juni-augustus -Kenmerken- Middelste achterlijfssegmenten 4-8 alleen met twee grote gele vlekken (052 4a g). Nimf met dobbelsteenvormige kop, ogen als speldenknopjes en een sigaarvormig lichaam (052 4b g) geen zijdoornen aan het achterlijf in tegenstelling tot de nimf van Cordulegaster boltonii, di...
Zuidelijke erebia
(Erebia triaria) (Prunner, 1798) Zuidelijke erebia -Beschrijving: - De zuidelijke erebia is in de Alpen vooral te vinden in zeer droge graslanden met hier en daar rotsen; meer naar het zuiden komt de soort op open plekken in bossen op rotsachtige bodems voor; in Spanje op open plekken in dennenbossen op kalksteen. Als waardplanten zijn bekend Festuca ovina (genaald...
Zuidelijke glazenmaker
(Aeshna affinis) Aeshna affinis (Vander Linden, 1820) Zuidelijke glazenmaker -Omschrijving- [laatste larvale stadium] (naar Conci & Nielsen, 1956; Er. Schmidt, 1936a). Vrij kleine soort voor dit genus, lengte 33-38 mm, met vlekkenpatroon op dorsum en poten. -Kop:- Prementum drieënhalf maal zo lang als aan de basis breed (vergelijk met A. mixta), reikend to...
Zuidelijke heidelibel
(Sympetrum meridionale) Sympetrum meridionale (Sélys, 1841) Zuidelijke heidelibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium] (naar Aguesse, 1968; Conci & Nielsen, 1956; Heidemann & Seidenbusch, 1993) Sterk gelijkend op S. sanguineum. Lengte 15-17 mm. -Kop:- [(fig. Sympet1.tif), algemene kopvorm]. Prementum met 12 + 12 tot 14 + 14 setae, 8 + 8 of 9 + 9 hiervan...
Zuidelijke heivlinder
(Hipparchia aristaeus) (Bonelli, 1826) Zuidelijke heivlinder -Beschrijving: - De zuidelijke heivlinder is te vinden op open, grazige hellingen; op rotsachtige hellingen; bij struweelvegetaties en in open bossen. De rupsen voeden zich met grassen, onder andere met Lygaeum spartum . Tijdens de winter eten de rupsen op warme dagen gewoon door en verpoppen uiteindelijk in de...
Zuidelijke keizerslibel
(Anax parthenope) Anax parthenope (Sélys, 1839) Zuidelijke keizerslibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Aparthel.tif)] (naar Münchberg, 1932a) Gelijkt veel op die van A. imperator. In leven strogeel tot olijfbruin met veel donkere vlekken en geringde femora. Lengte 47 tot 50 mm. -Kop:- Prementum tot aan de basis van het achterste pootpaar ...
Zuidelijke koninginnenpage
(Papilio alexanor) Esper, 1800 Zuidelijke koninginnenpage -Beschrijving: - De zuidelijke koninginnenpage vliegt vooral op warme, droge, kalkrijke hellingen, begroeid met (lage) struiken en kruidenrijke vegetatie. De vlinders hebben een voorkeur voor steile rotshellingen. Met name tijdens het heetst van de dag rond het middaguur vliegen ze veel rond. Er zijn verschill...
Zuidelijke langhoornbij
(Eucera nigrescens) zuidelijke langhoornbij Lengte 13-15 mm, april-juni. -Kenmerken- Dicht pelsachtig behaard. Mannetje (308 4a g) zeer opvallend door de lange voelsprieten, vrouwtje (308 4b g) met duidelijk lichte haarbandjes op de segmenten van het achterlijf. -Voorkomen- Op plaatsen met veel heggenwikke (Vicia sepicum), zoals bosranden, ook in tuinen. Nagenoeg verd...
Zuidelijke luzernevlinder
(Colias alfacariensis) zuidelijke luzernevlinder Spanwijdte vleugels 35-45 mm, april-oktober -Kenmerken- Mannetjes warm, citroengeel van kleur, vrouwtjes groenachtig-geel. Vleugelrand diep rood tot zwart. Achtervleugels vaak met celvlek in de vorm van een acht. -Voorkomen- Vooral in graslanden met lage begroeiing. Dwaalgast in Zuidoost-Nederland, weinig verspreid in Zuid...
Zuidelijke luzernevlinder
(Colias alfacariensis) Ribbe, 1905 Zuidelijke luzernevlinder -Beschrijving: - De zuidelijke luzernevlinder is een bewoner van droge, open graslanden op kalkrijke bodems. In het noordelijk deel van zijn verspreidingsgebied liggen zijn leefgebieden vaak aan de zuidgeëxponeerde kant van heuvels of bergen. De eitjes worden voornamelijk op Hippocrepis comosa (paardenhoef...
Zuidelijke mierenzakkever
(Clytra laeviuscula) zuidelijke mierenzakkever Lengte 7-11 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Opvallend langgerekte, overwegend zwarte bladkever met geelrode dekschilden elk met 2 paar zwarte vlekken, waarvan het achterste paar het grootst is. Halsschild glad en glanzend. -Voorkomen- Op planten bij nesten van rode bosmiersoorten (Formica). Vooral in Midden- en Zuid-Europa; ...
Zuidelijke oeverlibel
(Orthetrum brunneum) zuidelijke oeverlibel Spanwijdte vleugels 65-75 mm, juni-augustus -Kenmerken- Bij mannetje achterlijf en borststuk blauw berijpt. Vrouwtje daarentegen eenvormig licht blauw- tot witgeel. -Voorkomen- Zuidelijke pioniersoort. Bij warme, vegetatiearme wateren, leemputten en langzaam stromende beken. In Nederland zeer zeldzaam in Limburg en bij Winters...
Zuidelijke oeverlibel
(Orthetrum brunneum) Orthetrum brunneum (Fonscolombe, 1837) Zuidelijke oeverlibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Obrunnel.tif)] (naar Aguesse, 1968; Conci & Nielsen, 1956; Ris, 1909; Robert, 1958) Groenachtig donkerbruin met onduidelijke lichtere strepen en vlekken. Lengte 20-23 mm. -Kop:- Rechthoekig met dwarsliggende smalle ogen. Binnenzijde preme...
Zuidelijke pijpbloemvlinder
(Zerynthia polyxena) zuidelijke pijpbloemvlinder Spanwijdte vleugels 45-55 mm, april-mei -Kenmerken- Vleugels (oker)geel van kleur met karakteristieke en uitgebreide, zwarte tekening. Voorvleugels zonder rode vlekken, achtervleugels met rode en blauwe vlekken. -Voorkomen- Op warme, open rotsachtige plekken in bossen met struweel, olijfboomgaarden en wijngaarden. Zuid-E...
Zuidelijke pijpbloemvlinder
(Zerynthia polyxena) (Denis and Schiffermüller, 1775) Zuidelijke pijpbloemvlinder -Beschrijving: - De rupsen van de zuidelijke pijpbloemvlinder leven van verschillende pijpbloemsoorten zoals Aristolochia clematitis , A. rotunda , A. pallida en A. pistolochia . Omdat deze waardplanten in verschillende milieu's groeien en de vlinder in de verschillende regio's ander...
Zuidelijke sneeuwvlo
(Boreus westwoodi) zuidelijke sneeuwvlo Lengte 3,5 mm, oktober-maart. -Kenmerken- Zwart met groenmetallische glans. Kop met gelige, aan het uiteinde bruine snavel. Mannetje met sikkelvormig gebogen vleugelstompjes (206 3a g). Vrouwtje (206 3b g, bovenste dier) met gele legboor. -Voorkomen- Wijd verspreid in Midden-Europa in middelgebergten en in de Alpen op open plek...
Zuigende dierluizen
(Onderorde Anoplura) zuigende dierluizen -Kenmerken- Kleine tot zeer kleine ongevleugelde insecten, die obligaat parasitair zijn op zoogdieren. De ogen zijn zeer klein, rudimentair of afwezig, ocelli afwezig. De antennen kort en met 3-5 segmenten. Kop en lijf enigszins dorso-ventraal afgeplat. Kop conisch verlengd, de basis altijd smaller dan het eerste borstsegment, a...
Zulte
(Aster tripolium) -Zulte - RH. 0117 Volledige wetenschappelijke naam: Aster tripolium L. Diagnostische kenmerken: Wortelstok kort en dik. Stengel kaal. Omwindselbladen 2-3 mm breed, stomp. Lintbloemen blauw, lila of wit, meestal 11-17 mm lang, soms ontbrekend. Bladen vlezi
Zure kers
(Prunus cerasus) -Zure kers- BB. 1826 Volledige wetenschappelijke naam: Prunus cerasus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Prunus avium: Heester. Bladstelen 1,5-3 cm lang, aan de top zonder klieren. Bladschijf tot 8 cm lang, reeds in de bloeitijd leerachtig en van onderen k
Zuring
(Genus Rumex) -Zuring- Volledige wetenschappelijke naam: Rumex L. Opm. met De term vruchtkleppen worden De binnenste Bloemdekbladen aangeduid; in De vruchttijd omvatten deze het nootje.
Zuurbes
(Berberis vulgaris) -Zuurbes- RH. 0136 Volledige wetenschappelijke naam: Berberis vulgaris L. Diagnostische kenmerken: Bloemen in hangende, 3-5 cm lange trossen, geel. Bladen 2-6 cm lang, langwerpig omgekeerd eirond, gezaagd-getand, van onderen lichtgroen, dicht bijeen aan k
zwaarden
Bij vlinderbloemen: de 2 zijdelingse kroonbladen.
Zwaardherik
(Eruca vesicaria) -Zwaardherik- BB. 1687 Volledige wetenschappelijke naam: Eruca vesicaria (L.) Cav. Diagnostische kenmerken: Vrucht 12-28 x 3-6 mm lang, rechtopstaand, met een brede, sterk afgeplatte snavel; kleppen 1-nervig, zaden in 2 rijen per hokje. Kelkbladen rechtop
Zwaardrus
(Juncus ensifolius) -Zwaardrus- RH. 2425 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus ensifolius Wikstr. Diagnostische kenmerken: Bladen en stengel sterk zijdelings afgeplat, met bijna platte zijden. Bloemen in 2-7 hoofdjes, deze meestal bijna zittend en in 2 groepjes geplaatst.
zwaardvormig
Lang en smal mert sterk verdikte middennerf en daardoor op dwarsdoorsnede afgeplat-ruitvormig.
Zwaluwbij
(Osmia anthocopoides) zwaluwbij Lengte 8-11 mm, mei-juli. -Kenmerken- Onopvallende, grijsbruin behaarde metselbij met witte buikschuier. -Voorkomen- Open, stenige of rotsachtige gebieden, in de bergen tot op 800 m hoog. Vroeger zeldzaam in Zuid-Limburg, recenter nog gemeld van Zuidoost-België. -Levenswijze- Deze metselbij bouwt nesten die veel op die van de zwarte ...
Zwaluwtong
(Fallopia convolvulus) -Zwaluwtong- RH. 0970 Volledige wetenschappelijke naam: Fallopia convolvulus (L.) A.Löve Diagnostische kenmerken t.o.v. Fallopia dumetorum: Stengel onregelmatig geribd. Nootje 4-5 mm lang, fijnkorrelig (daardoor dof; sterke loep!). Steel van het vruchtdra
Zwaluwwants
(Oeciacus hirudinis) zwaluwwants Lengte 3,5 mm, januari-december -Kenmerken- Lijkt op de bedwants, doch is kleiner en sterker behaard (familie Cimicidae). -Voorkomen- In vogelnesten, vooral bij zwaluwen.
Zwamgasten
(Genus Asterophora) -Nederlandse naam:- Zwamgasten De soorten van het genus Asterophora worden Zwamgasten genoemd. -opgenomen taxa:- - Asterophora lycoperdoides, Poederzwamgast - Asterophora parasitica, Plaatjeszwamgast
Zwamvlok
of mycelium, het stelsel van volledig of grotendeels in de bodem of in het substraat blijvende schimmeldraden of hyfen, myceliumstrengen en-of rhizomorfen, waaruit zich de voortplantingsorganen of vruchtlichamen kunnen ontwikkelen.(33.jpg)
zwanen
(Deel van de) Triviale naam voor alle soorten behorend tot de geslachten Coscoroba en Cygnus, alle in het tribus Anserini (samen met de ’echte’ ganzen), van de subfamilie Anserinae, van de familie Anatidae (eendachtigen). Er zijn 7 soorten zwanen. Alle zijn grote herbivore watervogels met lange nek, stevige afgeplatte snavels en zwemvli...
Zwanenbloem
(Butomus umbellatus) -Zwanenbloem - RH. 0171 Beschermd! Volledige wetenschappelijke naam: Butomus umbellatus L. Diagnostische kenmerken: Bladen aan de wortelstok, rechtopstaand, lijnvormig, onderaan driekantig, geleidelijk versmald, aan de uiterste top afgerond, in het bovens
Zwanenbloemfamilie
(Familie Butomaceae) -Zwanenbloemfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Butomaceae Kruidachtige water- of moerasplanten. Bladen in een wortelrozet, enkelvoudig, lijnvormig. Bloemen regelmatig, tweeslachtig. Bloemdekbladen 6, gekleurd. Meeldraden (6-)9. Vruchtbeginsels 6(-
Zwart beertje
(Atolmis rubricollis) zwart beertje Spanwijdte vleugels 25-35 mm, mei-juli -Kenmerken- Vleugels zwart, voor op het borststuk een fel rode, soms gele kraag. -Voorkomen- Wijd verspreid in loof- en naaldbossen, op droge heidevelden, wordt de laatste tijd in Nederland weer wat vaker waargenomen dan voorheen. -Levenswijze- Rups harig en grijsachtig met blekere tekening en ro...
Zwart blauwtje
(Aricia eumedon) (Esper, 1780) Zwart blauwtje -Beschrijving: - Het zwart blauwtje komt voor op hooilanden, in beekdalen en langs bosranden. Het is een vlinder met een lokale verspreiding. Het vrouwtje zet de eitjes af in de bloem van Geranium (ooievaarsbek) soorten. Graag kiest ze hierbij een plekje onderaan het vruchtbeginsel. Als het rupsje het ei heeft verlaten,...
Zwart tandzaad
(Bidens frondosa) -Zwart tandzaad- RH. 0143 Volledige wetenschappelijke naam: Bidens frondosa L. Diagnostische kenmerken: Bladen 3- of 5-tallig geveerd met ongevleugelde bladsteel, de blaadjes gesteeld. Pappusnaalden 2. Nootjes knobbelig, met omhoog gerichte stekelhaartjes
Zwart weeskind
(Mormo maura) zwart weeskind Spanwijdte vleugels 55-65 mm, juli-september -Kenmerken- Eén van de grootste Europese uilen met een bijna vierkante, donkerbruine vlek op de voorvleugels en donkerbruin gebandeerde achtervleugels. -Voorkomen- Langs bosranden en struiken rond watertjes, bijna overal in Noordwest- en Midden-Europa zeldzaam. In Nederland vooral i...
Zwartblauwe rapunzel
(Phyteuma spicatum subsp. nigrum) -Zwartblauwe rapunzel- RH. 0935 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Phyteuma spicatum subsp. nigrum (F.W.Schmidt) Rouy Zie soort: Phyteuma spicatum Diagnostische kenmerken: Bloemkroon donker paarsblauw, soms fletsblauw, zelden zuiver wit. Wor
Zwartbruin dikkopje
(Erynnis marloyi) (Boisduval, 1834) Zwartbruin dikkopje -Beschrijving: - Zwartbruine dikkopjes zijn zeer donkere vlinders die snel en dicht bij de grond vliegen. Ze zijn te vinden in droge graslanden, bij droge rivierbeddingen, op rotshellingen en op open plekken in bossen. Ze zitten vaak met open vleugels op licht gekleurde stenen te zonnen en met name de vrouwtjes...
Zwartbruine vlekplaat
(Panaeolus ater) -Nederlandse naam:- Zwartbruine vlekplaat -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 15-30 mm, glad, glanzend, vochtig donker roodbruin of zwartbruin tot zwart, droog verblekend. Lamellen vuilbruin tot zwartbruin. Steel 3-5 cm x 2-3 mm, steeltop wit
Zwartbruine wegmier
(Lasius niger) zwartbruine wegmier Lengte 3-9 mm, januari-december. -Kenmerken- Deze en alle volgende mierensoorten behoren tot de schubmieren, waarbij het steellid tussen meso- en metasoma een vlakke, opstaande, duidelijk zichtbare schub vormt. L. niger is een donkerbruine tot bijna zwarte mier met een dicht, zilverkleurig behaard lichaam met daartussen wat lang...
Zwartbuikzandhoen
(Pterocles orientalis) -Wetenschappelijke naam: - Pterocles orientalis (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zwartbuikzandhoen -Vogelgroep:- Zandhoenders -Veldkenmerken.- 35 cm. Groter dan Witbuikzandhoen. Meest opvallende kenmerk is de zwarte buik en in de vlucht de zwarte ond
Zwarte amaniet
(Amanita inopinata) -Nederlandse naam:- Zwarte amaniet -Beschrijving- Hoed gewelfd, dan uitgespreid tot vlak, Ø 2-9 cm, grijs- of sepiabruin tot zwart, wat lichter onder de schubben, sterk harig-schubbig met piramidale wratten in het centrum. Lamellen vrij dik, wit-crème tot
Zwarte apollovlinder
(Parnassius mnemosyne) zwarte apollovlinder Spanwijdte vleugels 45-60 mm, mei-juli -Kenmerken- Witte vleugels met zwarte aderen. Voorvleugels met doorzichtige rand en 2 zwarte vlekken. Rode oogvlekken ontbreken. -Voorkomen- In middel- en hooggebergte op stenige hellingen en beweide graslanden met verspreide bosstruwelen. -Levenswijze- De zwarte rupsen met gele puntstrepe...
Zwarte apollovlinder
(Parnassius mnemosyne) (Linnaeus, 1758) Zwarte apollovlinder -Beschrijving: - De zwarte apollovlinder komt voor op vochtige tot matig droge graslanden in bergachtige gebieden. Meestal liggen de vliegterreinen naast of bij bossen en struwelen. De vlinders hebben nectar nodig, die ze voornamelijk uit rode en paarse bloemen halen. De eitjes worden afgezet op dode stengels v...
Zwarte appelbes
(Aronia prunifolia(x)) -Zwarte appelbes- RH. 1965 Volledige wetenschappelijke naam: Aronia xprunifolia (Marshal) Rehder Diagnostische kenmerken: Bladen en twijgen aanvankelijk wollig behaard, later kaler wordend tot vrijwel kaal. Bladschijf elliptisch tot omgekeerd eirond, 3-7
Zwarte bes
(Ribes nigrum) -Zwarte bes- RH. 1070 Volledige wetenschappelijke naam: Ribes nigrum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ribes rubrum: Knopschubben vroeg afvallend, met gele klieren bezet. Zijtakken aan de voet met snoervormig gerangschikte gele zittende klieren. Bladstele
Zwarte den
(Pinus nigra) -Zwarte den - BB. 2245 Volledige wetenschappelijke naam: Pinus nigra Arnold Diagnostische kenmerken t.o.v. Pinus pinaster: Knoppen met hars, de schubben aanliggend. Kegels 3-8(-9) x 2-4(-5) cm, glanzend geelbruin. Schild van de kegelschub scherp of zwak g
Zwarte dennenhoutwesp
(Xeris spectrum) zwarte dennenhoutwesp Lengte 15-30 mm, juni-september. -Kenmerken- Een vertegenwoordiger van de naaldhoutwespen met een typische, cilindrische lichaamsbouw en de vrouwtjes met een lange legboor. Deze soort is verder bijna zwart met rode poten en witte strepen op het borststuk. -Voorkomen- In dennenbossen; meestal niet zeldzaam in Nederland en Belgi...
Zwarte els
(Alnus glutinosa) -Zwarte els - RH. 0036 Volledige wetenschappelijke naam: Alnus glutinosa (L.) Gaertn. Diagnostische kenmerken t.o.v. Alnus incana: Bladen in volwassen toestand van onderen kaal, alleen in de hoeken der nerven met haarbosjes, rondachtig tot omgekeerd eiron
Zwarte engbloem
(Vincetoxicum nigrum) -Zwarte engbloem- RH. 5158 Volledige wetenschappelijke naam: Vincetoxicum nigrum (L.) Moench Diagnostische kenmerken t.o.v. Vincetoxicum hirundinaria: Bloemkroon diep paarszwart. Plant windend. Bladsteel 1-1,5 cm lang. Overigens als Vincetoxicum hirundina
Zwarte erebia
(Erebia melas) (Herbst, 1796) Zwarte erebia -Beschrijving: - De zwarte erebia kan worden aangetroffen bij rotsige hellingen met hier en daar grazige vegetatie, in droge, (sub)alpiene graslanden en soms op open plekken in naaldbossen. De vlinders vliegen laag bij de grond en zitten vaak met open vleugels te rusten. De rupsen voeden zich met Festuca ovina (genaald ...
Zwarte galathea
(Galathea squamifera) Galathea squamifera Leach, 1815 -Nederlandse naam:- Zwarte galathea -Beschrijving:- Deze soort is maar klein, totale lengte tot 6,5 cm met een carapax van 3,5 cm. De carapax vertoont een flink aantal stekels aan de zijkant en er loopt een karakteristieke indeuking overdwars. Tamelijk klein rostrum. De schaarpoten zijn heel lang en de scharen slank,...
Zwarte grondel
(Gobius niger) Gobius niger Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Zwarte grondel -Beschrijving:- Deze relatief grote grondel is steeds algemener geworden in onze streken. In de zestiger jaren van de 20e eeuw dook hij voor het eerst op in de stilstaande zoute wateren (Veerse Meer), en breidde zich later uit naar andere wateren (o.a. de Grevelingen). Nu is hij ook in ...
Zwarte heidelibel
(Sympetrum danae) zwarte heidelibel Spanwijdte vleugels 45-55 mm, juli-november -Kenmerken- Mannetje vrijwel geheel zwart. Vrouwtje geelbruin met op de zijkant van het borststuk een zwarte band met daarin 3 gele vlekjes. -Voorkomen- Overwegend bij vennen en hoogvenen, zelden ergens anders. In Nederland en België tamelijk algemeen, vooral op zandgronden. Minder ...
Zwarte heidelibel
(Sympetrum danae) Sympetrum danae (Sulzer, 1776) Zwarte heidelibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Sdanael.tif) (fig. Sdanaet.tif)] (naar Aguesse, 1968; Gardner, 1951b, met beschrijving van de meeste stadia; 1977; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Lucas, 1930; Pulkkinen, 1926; Robert, 1958) Sterk gelijkend op S. flaveolum. Klein, lichaam onbehaard en...
Zwarte herfstspinner
(Poecilocampa populi) zwarte herfstspinner Spanwijdte vleugels 30-45 mm, oktober-december -Kenmerken- Voorvleugels dun beschubd, donkergrijs met gelige strepen en vlekken. -Voorkomen- Niet zeldzaam langs bosranden en in parken. Vliegt in noordelijkere streken minder laat, vaak al in augustus. -Levenswijze- Rups grijzig en enigszins afgeplat (370 3b g), komt voor op vers...
Zwarte Ibis
(Plegadis falcinellus) -Wetenschappelijke naam: - Plegadis falcinellus (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Zwarte Ibis -Vogelgroep:- Ibissen -Veldkenmerken.- 55-65 cm. Lijkt wel wat op Wulp, maar met vrijwel egaal zwart verenkleed. Op korte afstand zijn kop, bovendelen, vleug
Zwarte kluifzwam
(Helvella lacunosa) -Nederlandse naam:- Zwarte kluifzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam 8-15 cm. Hoed 4-7 cm, onregelmatig golvend zadelvormig, 3- tot 4-lobbig. Bovenzijde grijs tot grijsbruin of grauwzwart. Hoedrand soms met de steel vergroeid, onderzijde lichtgrijs. Steel ho
Zwarte knoopzwam
(Bulgaria inquinans) -Nederlandse naam:- Zwarte knoopzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam tol- tot schijfvormig, Ø 1-4 cm. Binnenzijde droog mat, vochtig glanzend bruinzwart tot zwart. Buitenzijde kleiig-vlokkig, met wat overstekende rand, donkerbruin tot zwart. Vlees okerbruin.
Zwarte Kraai
(Corvus corone) -Wetenschappelijke naam: - Corvus corone Linnaeus 1758 -Nederlandse naam: - Zwarte Kraai -Vogelgroep:- Kraaien -Veldkenmerken.- 46 cm. Verenkleed geheel zwart, hetgeen het enige verschil is met Bonte Kraai. Te onderscheiden van veel grotere Raaf door gelu
Zwarte lathyrus
(Lathyrus niger) -Zwarte lathyrus- RH. 0712 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Lathyrus niger (L.) Bernh. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lathyrus linifolius: Stengel ongevleugeld. Kelktanden minder dan half zo lang als de kelkbuis. Kelk 3,5-4,5 mm lang. Blad
Zwarte Leeuwerik
(Melanocorypha yeltoniensis) -Wetenschappelijke naam: - Melanocorypha yeltoniensis (Forster, 1767) -Nederlandse naam: - Zwarte Leeuwerik -Vogelgroep:- Leeuweriken -Veldkenmerken.- 19-21 cm. Grootste Europese leeuwerik. Mannetje in zomerkleed zwart met hoornkleurige snavel. In vers kl
Zwarte Mees
(Parus ater) -Wetenschappelijke naam: - Parus ater Linnaeus 1758 -Nederlandse naam: - Zwarte Mees -Vogelgroep:- Mezen -Veldkenmerken.- 11 cm. Iets kleiner dan Pimpelmees. Voornamelijk zwart, grijs en wit. Lijkt in kleurpatroon op Koolmees maar mist gele kleuren. Witte
Zwarte metselaar
(Megachile parietina) zwarte metselaar Lengte 14-18 mm, mei-juli. -Kenmerken- Beide seksen zeer verschillend gekleurd. Vrouwtje (298 3b g) pikzwart behaard, alleen in het midden van de buikschuier en op de voetleden met rode haren, vleugels donkerbruin met een blauwe glans. Mannetje (298 3a g) daarentegen vooral vosrood en slechts op het eind van het achterlijf zwart be...
Zwarte mosterd
(Brassica nigra) -Zwarte mosterd- RH. 0152 Volledige wetenschappelijke naam: Brassica nigra (L.) Koch Diagnostische kenmerken: Vruchten tegen de as aangedrukt, 1-2,5 cm lang, vierkantig met vlakke zijden, op 2-5 mm lange stelen; snavel 2-5 mm lang. Alle bladen gesteeld, b
Zwarte nachtschade
(Solanum nigrum subsp. nigrum) -Zwarte nachtschade- RH. 1219 Volledige wetenschappelijke naam: Solanum nigrum subsp. nigrum Zie soort: Solanum nigrum Diagnostische kenmerken: Stengel meestal duidelijk kantig, met gladde of onregelmatig getande, zwakke lijsten, onderaan kaal of bijna ka
Zwarte Ooievaar
(Ciconia nigra) -Wetenschappelijke naam: - Ciconia nigra (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zwarte Ooievaar -Vogelgroep:- Ooievaars -Veldkenmerken.- 95-100 cm. Lijkt in alles op Ooievaar, maar verenkleed glanzend zwart, behalve witte borst, buik en onderstaart. Snavel
Zwarte populier
(Populus nigra) -Zwarte populier- RH. 0982 Volledige wetenschappelijke naam: Populus nigra L. Diagnostische kenmerken: Bladen eirond-ruitvormig met meestal breed wigvormige voet en toegespitste top; bladrand niet gewimperd; bladvoet zonder kliertjes. Jonge takken rond, g
Zwarte Roodstaart
(Phoenicurus ochruros) -Wetenschappelijke naam: - Phoenicurus ochruros (S. G. Gmelin, 1774) -Nederlandse naam: - Zwarte Roodstaart -Vogelgroep:- Kleine lijsterachtigen -Veldkenmerken.- 14,5 cm. Mannetje hoofdzakelijk zwart op kop, bovendelen en onderdelen; witte vleugelvlek, wi
Zwarte Ruiter
(Tringa erythropus) -Wetenschappelijke naam: - Tringa erythropus (Pallas, 1764) -Nederlandse naam: - Zwarte Ruiter -Vogelgroep:- Steltlopers -Veldkenmerken.- 31 cm. Verschilt van andere steltlopers in zomerkleed door zwarte verenkleed met witte vlekjes op bovendelen. Heeft i
Zwarte Specht
(Dryocopus martius) -Wetenschappelijke naam: - Dryocopus martius (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zwarte Specht -Vogelgroep:- Spechten -Veldkenmerken.- 46 cm. Grootste Europese specht. Makkelijk te herkennen aan geheel zwarte verenkleed. Vlucht minder golvend dan andere
Zwarte Spreeuw
(Sturnus unicolor) -Wetenschappelijke naam: - Sturnus unicolor Temminck, 1820 -Nederlandse naam: - Zwarte Spreeuw -Vogelgroep:- Spreeuwen -Veldkenmerken.- 21 cm. Lijkt op Spreeuw, maar adult heeft in broedtijd geen lichte vlekken. Mannetje geheel zwart met paarse glans en g
Zwarte Stern
(Chlidonias niger) -Wetenschappelijke naam: - Chlidonias niger (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zwarte Stern -Vogelgroep:- Moerassterns -Veldkenmerken.- 24 cm. De enige stern die in broedkleed geheel zwart is, behalve de opvallende witte onderstaart en lichte ondervleu
Zwarte Tapuit
(Oenanthe leucura) -Wetenschappelijke naam: - Oenanthe leucura (J. F. Gmelin, 1789) -Nederlandse naam: - Zwarte Tapuit -Vogelgroep:- Tapuiten -Veldkenmerken.- 18 cm. Grootste tapuit in gebied. Mannetje roetzwart, op witte onderstaart en witte stuit na. Vrouwtje als mannetje
Zwarte toorts
(Verbascum nigrum) -Zwarte toorts- RH. 1340 Volledige wetenschappelijke naam: Verbascum nigrum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Verbascum lychnitis: Rozetbladen en onderste stengelbladen tamelijk plotseling in de 5-20 cm lange steel versmald, met hartvormige of iets scheve
Zwarte trilzwam
(Exidia plana) -Nederlandse naam:- Zwarte trilzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam samengesteld, hersenachtig geplooid, een dikke, weke korst vormend, 10-30 x 3-5 cm. Buitenzijde fijn wrattig, glanzend of dof, bruinzwart tot (blauwig)zwart. Vlees 5-15 mm dik, gelatineus, z
Zwarte truffelknotszwam
(Cordyceps ophioglossoides) -Nederlandse naam:- Zwarte truffelknotszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam tong- tot knotsvormig, 4-8 cm hoog. Hoed verbreed, wrattig, olijf- tot roodbruin tot zwart. Steel mat, bruinig, naar de basis gelig, 3-6 cm x 4-8 mm, met gele myceliumstrengen. -Voor
Zwarte vuurzwam
(Phellinus trivialis) -Nederlandse naam:- Zwarte vuurzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meerjarig, hard, consolevormig, 10-20 x 5-10 cm. Bovenzijde glad, concentrisch gezoneerd, gebarsten, grijsbruin tot zwart, met een bleke rand. Met meerdere, schuin aflopende buisjeslagen. Bu
Zwarte wolzwever
(Bombylius ater) zwarte wolzwever Lengte 9-12 mm, mei-juni. -Kenmerken- Lijkt ook op de gewone wolzwever, maar is wat kleiner en dicht zwart behaard, -Voorkomen- Bij zonnige bosranden en op warme kalkgraslanden. Niet in Nederland.
Zwarte Wouw
(Milvus migrans) -Wetenschappelijke naam: - Milvus migrans (Boddaert, 1783) -Nederlandse naam: - Zwarte Wouw -Vogelgroep:- Wouwen -Veldkenmerken.- 55-60 cm, spanwijdte 135-155 cm. Lijkt op Rode Wouw maar is te onderscheiden door minder diep gevorkte staart, kleiner formaa
Zwarte Zee-eend
(Melanitta nigra) -Wetenschappelijke naam: - Melanitta nigra (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zwarte Zee-eend -Vogelgroep:- Duikeenden -Veldkenmerken.- 44-54 cm. Mannetje is de enige geheel zwarte eend; snavel zwart maar met geel-oranje vlek rond neusgaten, uitlopend
Zwarte Zeekoet
(Cepphus grylle) -Wetenschappelijke naam: - Cepphus grylle (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zwarte Zeekoet -Vogelgroep:- Alken -Veldkenmerken.- 31 cm. Kleiner dan Zeekoet maar gelijk van vorm. In zomerkleed geheel zwart, met grote witte vleugelvlekken. Winterkleed ze
Zwarte zegge
(Carex nigra) -Zwarte zegge - RH. 0244 Volledige wetenschappelijke naam: Carex nigra (L.) Reichard Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex acuta: Bladen 1-3(-5) mm breed, grijsgroen, bij het drogen met naar boven omrollende randen (alleen aan de bovenzijde met huidmondjes
Zwarte-c-uil
(Xestia c-nigrum) zwarte-c-uil Spanwijdte vleugels 38-42 mm, mei-oktober -Kenmerken- Voorvleugels bleekgrijs tot paarsbruin met karakteristieke, witte, driehoekige vlektekening bij de voorrand. De lichte vlek wordt door een zwart vlak begrensd in de vorm van een hoekige C. -Voorkomen- Algemeen in velerlei biotopen, zoals graslanden, wegbermen en tuinen. -Levenswijze...
Zwartgroene melkzwam
(Lactarius necator) -Nederlandse naam:- Zwartgroene melkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot ondiep trechtervormig, Ø 5-20 cm, kleverig, donker olijfgroen of olijfbruin tot olijfzwart, jong met een ingerolde rand. Lamellen smal, dicht opeen, aangehecht, crème tot bruingeel,
Zwartkop
(Sylvia atricapilla) -Wetenschappelijke naam: - Sylvia atricapilla (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Zwartkop -Vogelgroep:- Grasmussen -Veldkenmerken.- 14 cm. Makkelijk te herkennen aan zwarte (mannetje) of bruine (vrouwtje) kruin. Verenkleed verder grijs op gezicht en ne
Zwartkopgors
(Emberiza melanocephala) -Wetenschappelijke naam: - Emberiza melanocephala Scopoli, 1769 -Nederlandse naam: - Zwartkopgors -Vogelgroep:- Gorzen -Veldkenmerken.- 17 cm. Vrij grote gors met lange staart en snavel. Mannetje met zwarte kop, helder kastanjebruine bovendelen en gele on
Zwartkopmeeuw
(Larus melanocephalus) -Wetenschappelijke naam: - Larus melanocephalus Temminck, 1820 -Nederlandse naam: - Zwartkopmeeuw -Vogelgroep:- Meeuwen -Veldkenmerken.- 37 cm. Een van de grotere meeuwen met een zwarte kop. Zwaarder en groter dan Kokmeeuw. Verenkleed wit met koolzwarte k
Zwartkoprietzanger
(Acrocephalus melanopogon) -Wetenschappelijke naam: - Acrocephalus melanopogon (Temminck, 1823) -Nederlandse naam: - Zwartkoprietzanger -Vogelgroep:- Karekieten en rietzangers -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Lijkt op Rietzanger, maar kruin vrijwel zwart, witte, niet crèmekleurige, wenkbr
Zwartkopvuurkever
(Pyrochroa coccinea) zwartkopvuurkever Lengte 14-18 mm, juni-juli. -Kenmerken- Platte, scharlakenrode vuurkever met zwarte kop. voelsprieten van het mannetje (172 5a g) gekamd, die van het vrouwtje gezaagd. -Voorkomen- Op open bosplekken en langs bosranden op bloemen en oude boomstammen. In Zuidoost-Nederland, niet algemeen. -Levenswijze- Larve is afgeplat en is bewape...
Zwartkoren
(Genus Melampyrum) -Zwartkoren- Volledige wetenschappelijke naam: Melampyrum L.
Zwartlijven
(Familie Tenebrionidae) zwartlijven -Kenmerken- De donker gekleurde kevers zijn te herkennen aan een richel voor de ogen waaronder de voelsprieten zijn ingeplant. De volwassen kevers zijn zeer heterogeen van vorm, maar de larven zijn juist zeer eenvormig en lijken alle op meelwormen. Behorende tot de grote familiegroep van de Heteromera die worden gekenmerkt, doordat ze a...
Zwartmoeskervel
(Smyrnium olusatrum) -Zwartmoeskervel- RH. 1217 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Smyrnium olusatrum L. Diagnostische kenmerken: Stengel krachtig, kaal, gegroefd. Onderste bladen tot drievoudig 3-tallig, bovenste 3-tallig of 3-lobbig; met brede schede; blaadjes
Zwartooglipvis
(Crenilabrus melops) Crenilabrus melops (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Zwartooglipvis -Beschrijving:- Deze lipvis, de meest voorkomende van zijn familie in de noordelijke wateren, wordt niet groter dan 25 cm; meestal ca. 15 cm lang. Fraai gekleurd, maar zeer variabel; zoals bij veel lipvissen zijn mannetjes en vrouwtjes verschillend gekleurd. Basiskleur van het m...
Zwartpootsoldaatje
(Cantharis fusca) zwartpootsoldaatje Lengte 11-15 mm, mei-juli. -Kenmerken- Halsschild geelrood met zwarte vlek op het voorste gedeelte. De zachte dekschilden en poten donker grijs. Achterlijf eveneens geelrood. -Voorkomen- In geheel Europa in bossen en open gebieden met bosschages heel algemeen. -Levenswijze- Behoort tot de soldaatjes of weekschildkevers met ca. 50...
Zwartpunt smalbok
(Stenurella melanura) zwartpunt smalbok Lengte 6-9 mm, mei-september. -Kenmerken- Smal gebouwde, kleine soort. Dekschilden van het mannetje geel met zwarte naad en uiteinden; bij het vrouwtje (186 4 g) rood met gelijke tekening. -Voorkomen- Langs bosranden en -paden. Algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- De larvale ontwikkeling vindt in verschillende, verm...