Geologische Vereniging

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > Geologie
Datum & Land: 04/07/2013, NL
Woorden: 467


pelagisch
in open water, zee, meren, vrij van de bodem levend.

Pedimenten
voetvlakten zijn flauw hellende oppervlakken aan de voet van een gebergte of van geïsoleerde bergen of heuvels.

Phragmatoppoma lapidosa
wormen, die grote buisvormige woonkolonies bouwen uit los materiaal op een vaste ondergrond. Ze zijn niet te onderscheiden van de typische Skolithos linearis.

Pholadidae
Pholas dactylus.

Pinophyta
Gymnospermae naaktzadigen nièt-bloeiende planten.

plooiing
vervorming met behoud van het verband der lagen.

Platyhelminthes
platte wormen, leverbot, lintworm e.d.

plankton
het geheel van drijvende of zwevende planten en diertjes in water.

populatie
een groep individuen of exemplaren.

Polypodiophyta
echte varens Pteropsida.

Polypodiophyta
Psilopsida Varens komen ook al voor in het Devoon.

Polydora
een worm, die lusvormige buisjes boort in o.a. kalkzwerfstenen aan het zeestrand. Zeer algemeen langs de gehele Oostzeekust.

pollen
stuifmeel en sporen. Pollenanalyse is de laatste decennia uitgegroeid tot een belangrijk middel om aanwijzingen te verzamelen voor de reconstructie van een plantengemeenschap. Opgrond hiervan kan men conclusies trekken over het milieu. De planten, struiken en bomen, waarvan het pollen afkomstig is geven inzicht in de heersende temperatuur, de bodemgesteldheid, de vochtigheid,enz.

Pogonophora
Baardwormen.

Psilotophyta
borstelvarens.

pseudofossiel
schijnfossiel. Is geen fossiel, maar kan door zijn uiterlijk de indruk wekken een fossiel te zijn. Dit komt nogal eens voor bij concreties, vooral bij vuursteen.

puimsteen
gestold vulkanisch schuim.

Pycnogonida
Zeespinnen.

Repichnia
kruipsporen, bewegingssporen, zwemsporen.

rendzina's
bodems op afwijkend gesteente, zoals b.v. kalk, die hun karakter bepalen.

Revinienkwartsiet
een Cambrische kwartsiet uit het Massief van Stavelot en het Massief van Rocroi. Komt voor in ons Maasgrind.

rivierterras
fluviatiel terras is een rest van een vroegere dalbodem. De rivier heeft zich hierin ingesneden en wordt van het terras gescheiden door een helling.

Rivierduinen.
Rivierduinen liggen langs rivierdalen, die in het Laat-Pleistocperiodiek droogvielen. In Nederland langs de Rijn, Maas, IJssel en Overijsselse Vecht. Het staat vast, dat het materiaal van deze duinen afkomstig is uit de fluviatiele afzettingen van de drooggevallen beddingen.

Saprofytisch
saprofietisch evend van dode organismen.

Scaphopoden
Solenoconcha Stoottanden Tandslakken Olifantstandjes vormen met ca. 350 soorten een belangrijke, maar minder omvangrijke klasse der Mollusken. Ze zijn overwegend enkelvoudig, langgerekt en enigszins kegelvormig. Hun vorm heeft vaak die van een kleine olifantstand.

Scaphopoda
Scaphopoden Graafvoetigen Graafpotigen.

sessiel
zich niet verplaatsend.

Serpulidae
Kokerwormen.

Serpula
wormkokertjes.

Sequoiadendron
Mammoetboom stamt uit het Oligoceen. In de verte verwant aan de bekende Redwood uit Californië.

Sedimentologie
de studie van sedimentaire afzettingen en hun vorming. Een sediment afzetting sedimentaire afzetting een hoeveelheid vast materiaal, verhard of niet verhard, gevormd op of nabij het aardoppervlak, getransporteerd en afgezet door een vloeibaar medium of door lucht.

sedimentgesteenten
afzettingsgesteenten aan of bij de oppervlakte ontstaan door bezinking uit water of lucht of door neerslag uit een chemische oplossing.

Sedimentatie-cyclothemen
een cyclische opeenvolging van kenmerken in gesteentepakketten. Komen b.v. voor in de kalkstenen van het Boven-Krijt in Zuid-Limburg.

sedimentatie
afzetting van losse gesteenten.

sedentair
levende organismen, die zich niet of nauwelijks verplaatsen.

Siphunculoidea
Sipuncula Spuitwormen.

Slump
het afglijden van een in stukken gebroken laag.

slib
klei + fijne silt.

smelt
gesmolten gesteente magma in of onder de aardkorst gesmolten silikaten met erin opgeloste gassen.

Somasteroidea
oervorm van de slangsterren.

Spiriferida
Spiriferen. Midden- Ordovicium - Jura. Regelmatig gevonden wordt de Cyrtospirifer uit het Frasnien Barvaux België.

Stratum (Eng)
Bed (Eng) Laag een pakket gesteenten van dezelfde eenheid, dikker dan l.cm. Strata zijn een onderverdeling van een Afzetting.

Stratigrafie
de tak van de geologie, die zich bezighoudt met de beschrijving van gesteentelagen in de aardkorst.

stollingsgesteenten
magmatisch gesteente ontstaan door stolling van magma.

steenkernen
sporen op binnengedrongen gesteente of afdrukken van interne structuur.

stam
fylum -Vertebrata gewervelde dieren.

subspecies
ras ondersoort - Homo sapiens sapiens.

systematische paleontologie
de tak van de paleontologie, die zich bezighoudt met beschrijving, naamgeving en classificatie van fossielen.

Taxonomie
classificatie systematische indeling indeling in categorieën aan de hand van internationaal erkende maatstaven. Taxis rangschikking.

Taunuskwartsiet
een kwartsiet uit het Onder-Devoon. De kleur is grijs, met wijnrode vlekken.

Teredinidae
Teredo navalis , Paalworm. NB. Is géén worm!

Teredo
Paalworm boormossel. Orde: Adapedonta. Krijt - recent. Een mollusk met een zeer kleine schelp, die boorgaten maakt in hout.

thermale bronnen
warme bronnen, vaak met koolzuurgas-, zwavelwaterstof-houdend water.

theca
kelk bestaat uit platenmet 5 of meer armen, bezet met pinnulae haarachtige uitsteeksels.De steel is geleed. De leden worden meestal als fossiel gevonden. Men treft ze b.v. aan in de bekende 'blauwe' Carbonische stoepsteen.

TijdvaK
een verdere onderverdeling van een Periode.

Topogveen
veen, dat vrijwel alle water ontvangt als grondwater, zoals bij laagveen. Men maakt ook wel onderscheid naar de grondstof voor de veenvorming in: rietveen, mosveen, heideveen, toendraveen, bosveen, enz.

tsjernosem
'zwarte aarde', gevormd in steppen met lang gras en veel humus.

Tufkrijt
grofkorrelige zachte kalksteen is een calcareniet en vormt een deel van de bekende Maastrichtse kalksteen.

Uitwerpselen
afvalstoffen van de spijsvertering van levende organismen zijn in velerlei vorm als fossiel bekend.

vagiel
vrij bewegende organismen.

verwering
verandering en-of afbraak van gesteente onder invloed van atmosfeer en organismen.

Vulkanisme
Vulkanisme is het geheel van processen, die samenhangen met het verplaatsen van materiaal uit het binnenste der aarde tot aan of nabij de oppervlakte.

Xyliet
ingekoolde stukken hout, qua inkoling vergelijkbaar met zachte bruinkool.

zoplankton
dierlijk plankton.

zonale bodems
bodems, gebonden aan klimaatzones.

Zonale processen
processen, die zijn gebonden aan een bepaald klimaat.

Zware mineralen
mineralen met een s.g. van meer dan ca. 2.9.