Webmasterwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Automatisering > Internetbegrippen
Datum & Land: 20/07/2013, NL
Woorden: 1014


netter
Verkorting (Engelse) van Internet-gebruiker.

netwerklaag
Derde laag uit het OSI-model voor datacommunicatie en netwerken.

newbie
Nieuwe, onervaren gebruiker van een on line service, zoals een forum.

network meltdown
Situatie waarbij de datacommunicatie in een computernetwerk tot stilstand komt door overmatige belasting.

netscape commerce server
synoniem: Commerce Server. Webserver van Netscape bedoeld voor het afwikkelen van transacties via het Internet.

netscape communication server
synoniem: Communication Server. Webserver van Netscape bestemd voor het World Wide Web en voor intranetten.

newsfeed
Het doorsturen van nieuws naar een computer die is aangesloten op het Internet en fungeert als newsserver.

netizen
synoniem: cybercitizen. Samentrekking van het Internet en citizen; bewoner van een Internet-gemeenschap.

net nanny
Programma om de toegang tot Internet-sites te beperken, bijvoorbeeld om te voorkomen dat pornografische websites worden bezocht.

netsurfen
Het kiezen van verwijzingen, informatie ophalen en bekijken van verschillende websites op het Internet met behulp van een zogeheren browser, bijvoorbeeld Internet Explorer of Netscape.

newsserver
(nieuwsserver) Computer die Internet-nieuws afhandelt. De newsservers staan met elkaar in verbinding en wisselen voortdurend nieuwe artikelen uit, zodat de consistentie wereldwijd bewaard blijft.

netmeeting
Programma waarmee mensen met elkaar teleconferencen via het Internet of een lokaal netwerk. Netmeeting ondersteunt Internet-telefonie, chatsessies, een whiteboard en videoconference. Het programma is een onderdeel van Microsoft Internet Explorer.

nerd
Een scheldwoord; dit scheldwoord staat voor Sukkel of iemand die veel achter de computer zit en zijn vrienden geen aandacht meer geeft!

nickserv
Robot in IRC die erop toeziet dat een gebruiker niet de schuilnaam van een andere gebruiker aanneemt.

nluug
Nederlandse UNIX-gebruikersgroep.

novell
Fabrikant van het netwerk-besturingssysteem NetWare, een van de meest gebruikte voor LAN's. Voor intranetten ontwikkelde Novell het product IntraNetware.

noc
-Network Operations Center- Internetbeheerorganisatie, belast met het systeembeheer van delen van het Internet.

numeriek
(numeric) Uitsluitend bestaande uit cijfers

nym
(pseudoniem) - pseudonym - Schuilnaam waaronder een gebruiker actief is op het Internet.

nybble
Halve byte (vier bits).

objectcode
Gecompileerde broncode. Bestanden met objectcode zijn meestal te herkennen aan de extensie .obj (DOS) of .o (UNIX).

octet
Groepje van 8 bits.

ocr
- Optical Character Recognition - Techniek waarbij gescande tekstdocumenten worden herleid tot tekstuele informatie, zodanig dat ze geschikt zijn voor verdere bewerking.

odd parity
(oneven pariteit) Datacommunicatie waarbij sprake is van een oneven aantal 1-bits; is dit niet het geval, dan is er tijdens de verzending een fout opgetreden.

ole/com
Object Linking and Embedding- Common Object Model. Specificatie van Microsoft voor het uitwisselen van gegevens tussen verschillende softwaretoepassingen.

olap
-On Line Analytical Processing- Het uitvoeren van queries op een datawarehouse, waardoor allerlei dwarsverbanden in de gegevens worden gelegd.

on line
Verbinding met een andere computer of een netwerk, bijvoorbeeld internet.

onderstreept
(underlined) In HTML wordt onderstreepte tekst omsloten door de tags en .

one2one
Benaming voor 'een op een' (ook wel 1TO1). Communicatie tussen bezoeker en website, waarbij de bezoeker een volledig gepersonaliseerde omgeving kan samenstellen of aangeboden krijgt. Een voorbeeld van een ONE2ONE communicatieomgeving is een chatbox.

online
Wanneer een gebruiker verbinding heeft met een andere computer of met het internet. Door middel van een telefoonlijn met modem of een ADSL-modem kunt u via een internet service provider (zie provider) verbinding maken met het internet.

opt in
Zich aanmelden bij een mailing list.

opt out
Zich afmelden bij een mailing list.

operating system
Nederlands: Besturingssysteem. Basisprogramma van elke computer, waardoor de computer werkt. De bekendste zijn basisprogramma?s zijn Microsofts MS-DOS, WINDOWS 95-98-NT-2000-XP-Vista, UNIX, Linux (bijv. RedHat, Suse, Mandrake) en Apple Mac OS X.

organisatiecode
Laatste drie letters in een hostnaam (top level domein) waaruit is af te leiden bij wat voor soort organisatie de server staat.

os/2
Besturingssysteem ontwikkeld door IBM.

outbox
synoniem: out-basket. Bij e-mail: het elektronische postvakje waarin uitgaande berichten worden verzameld voordat ze daadwerkelijk worden verzonden.

oude economie
Traditioneel economisch stelsel, in tegenstelling tot de nieuwe economie. Wordt meestal gebruikt ter aanduiding van niet-Internet-gerelateerde bedrijven.

outlook
Programma van Microsoft, waarmee e-mail en nieuwsgroepen kunnen worden beheerd. Het programma wordt onder de naam Outlook Express geleverd bij Microsoft Explorer. De commerci?le versie bevat iets meer mogelijkheden en ziet er stukken beter uit.

output
Uitvoer van een programma, bijvoorbeeld naar een bestand, de printer of het scherm.

page
Verkorting voor web page, pagina op het World Wide Web

packet loss
Verlies van verzonden of ontvangen pakketjes over het internet.

packet filter
Firewall, meestal uitgevoerd als onderdeel van een router, die ontvangen pakketjes filtert en op grond van bijvoorbeeld IP-adres of type toepassing (bijvoorbeeld wel http, geen telnet) bepaalt of ze worden toegelaten tot het lokale netwerk of niet.

packet switching
(pakketgeschakeld) Techniek gebruikt op het internet waarbij een bericht wordt gesplitst in pakketjes alvorends te worden gezonden. De ontvanger stelt het oorspronkelijke bericht weer samen uit de afzonderlijk ontvangen pakketjes.

para-site
Website met links naar andere websites, die na aanklikken van deze links worden getoont in een frame. De para-site blijft dus zichtbaar.

passive ftp
synoniem: PASV FTP. Veilige vorm van FTP, waarbij niet de FTP-server de bestandsoverdragt verzorgt, maar de FTP-cli?nt.

package tracking
De mogelijkheid om via een website van een koeriersbedrijf de weg van een besteld pakket te volgen vanaf het moment dat het bij de koerier is aangeboden.

patch
Aanvulling op een programma(onderdeel) om een bug te verhelpen.

packet
(pakketje) Hoeveelheid data die als geheel over het Internet wordt verzonden volgens het IP-protocol. Een te verzenden bestand bestaat uit een aantal pakketjes van een vast aantal bytes; de pakketjes worden afzonderlijk verzonden.

pay per click
Methodiek van afrekening bij de webvertizing waarbij de adverteerder betaalt per keer dat een ad wordt aangeklikt.

passphrase
Tekenreeks, gewoonlijk langer dan een wachtwoord, die wordt gebruikt om een bericht te versleutelen of te decoderen of om een digitale handtekening samen te stellen.

pantone
Pantone is de naam van een bedrijf dat kleurcoderingen publiceert. De coderingen, zoals PMS 200 ('Pantone Matching System'), zijn een eenduidige afspraak tussen alle partijen in een ontwerp- en productieproces (bijvoorbeeld ontwerper, textielleverancier en drukker). Het woord 'matching' ('overeenkomen, samenvallen') geeft aan dat het reproduceren van een bepaalde kleur een belangrijke doelstelling is; dit is geen vanzelfsprekendheid in ontwerp- en productieomgevingen.

partitie
Een partitie is een logisch gedeelte van een harde schijf. Oudere bestandssystemen en besturingssystemen konden slechts een beperkte hoeveelheid geheugen aanspreken. FAT16 is bijvoorbeeld beperkt tot 2Gb. Om toch gebruik te kunnen maken van harde schijven die groter waren dan de limieten, werden ze onderverdeeld in logische delen. Deze delen worden partities genoemd.

password
Nederlands: Wachtwoord. Wachtwoord om toegang te krijgen tot een bepaalde computer, netwerk of website.

patch
Letterlijk: lapmiddel of pleister. Deze term wordt gebruikt voor reparatiesoftware, wijzigingen die direct in een programma worden doorgevoerd om het desbetreffende programma te repareren of te verbeteren. Een andere naam is 'hot fix' of - gebundeld - een 'service pack' of 'update'.

pc
-Personal Computer- Computersysteem dat beschikt over een ruime mate van eigen verwerkingskracht (geheugencapaciteit en processor), dit in tegenstelling tot de terminal en de nc die de verwerkingskracht ontlenen aan een centrale computer in het netwerk.

peering
Directe verbinding tussen twee of meer kleinere Internet Service Providers (ISP). Gegevensuitwisseling tussen de ISP's vindt plaats over deze verbinding, in plaats van over de Internet-backbone. Peering is een goedkoop alternatief voor een verbinding met een NSP.

pegasus
E-mailprogramma met versies voor MS-DOS, Windows en Mac.

peer-to-peer
Peer-to-peer (P2P) Peer-to-peer is een structuur achter een computernetwerk waarbij elke computer een gelijke rol aanneemt: er is geen sprake van ??n centrale server. Wordt ook wel afgekort met P2P. De computers kunnen rechtstreeks met elkaar communiceren en informatie uitwisselen. Vaak worden peer-to-peer netwerken gebruikt voor het delen van bestanden met anderen. Bekende voorbeelden van programma?s die gebruik maken van een dergelijke infrastructuur zijn Kazaa en BitTorrent.

perlwww
Browser die alleen tekst kan weergeven, geschreven in Perl.

pgp
-Pretty Good Privacy- Ecryptiemethode van de Amerikaan Paul Zimmerman, die onderwerp is geweest van politieke discussies over de mate waarin de overheid nog inzage mag hebben in versleutelde berichten.

phrase searching
Het in zoekmachines zoeken van een combinatie van woorden in precies dezelfde volgorde, bijvoorbeeld met de Booleaanse AND-operator of de +-modifier.

pictogram
(icon) Grafish symbool waarmee een programma of een bestand direct kan worden geactiveerd door erop te klikken.

pico
Een Unix-editor.

pine
User Agent voor E-mail op UNIX-systemen.

pim
-Personal Information Manager- Programma waarmee de agenda, contactpersonen, to-dolijst, notities en dergelijke kunnen worden beheerd.

ping storm
synoniem: packet storm. Een zeer groot aantal ping requests, gericht aan een server, met als doel deze te testen op verwerkingscapaciteit of, te kwader trouw, deze onbereikbaar te maken.

pine
User Agent voor e-mail op UNIX-systemen.

pink-slip-party
Feestje waar personeel van Internet-startups die failliet zijn gegaan of dreigen te gaan, zoeken naar een nieuwe baan. De uitnodigingen, de deroratie en de kleding zijn roze. Pink-slip is slang voor ontslagbrief.

pixel
(beeldpunt) Kleinste eenheid op een computerscherm.

pkunzip
Decompressie-programma (voor MS-DOS), ontwikkeld door Philip Katz.

pkzip
Compressie-programma (voor MS-DOS), ontwikkeld door Philip Katz.

pkunzip
Zie PKZIP.

pkzip
Bekende manier om programma's of bestanden in omvang te verkleinen (compress). Daardoor kost het versturen via internet minder tijd of neemt het minder e-mail ruimte in beslag. Om bestanden te comprimeren wordt het programma PKZIP gebruikt. Om bestanden weer 'uit elkaar te rafelen' gebruikt men het programma PKUNZIP. 'Gezipte' files hebben de extensie ZIP. PKZIP is ontwikkeld door Philip W. Katz in 1986. Hij stierf in het jaar 2000 op 37-jarige leeftijd. Zie ook WINZIP.

plexus
Public domain webserver, geschreven in Perl.

plug and play
Standaard van computerfabrikanten voor de directe installatie van hardware. De gebruiker hoeft geen instellingen te veranderen of schakelaars om te zetten.

platte tekst
(plain text) Tekst zonder opmaak of andere codes.

plug and pray
Denigrerende aanduiding voor plug and play.

plain automatic directory indexing
Tonen van de inhoud van een directory zodat alleen de bestandsnamen achter elkaar verschijnen.

plug-in
Extern programma dat door een browser wordt geladen voor specifieke toepassingen, bijvoorbeeld voor het weergeven van geluid en video.

platform
Verzamelnaam voor een besturingssysteem en bijbehorende apparatuur. Bijvoorbeeld: Windows-platform, UNIX-platform en Linux-platform.

pms-kleuren
PMS is een gestandaardiseerd kleursysteem van Amerikaanse herkomst, gebaseerd op acht kleuren (geel, warm rood, robijnrood, rhodaminerood, paars, diepblauw, cyaan, groen) alsmede zwart en transparant wit. Hieruit zijn 505 mengingen gemaakt met vaststaande nummers.

pop 3
Versie 3 van Post Office Protocol, een client-server-protocol voor het lezen van e-mail op basis van store-and-forward (de mailserver bewaart berichten totdat de gebruiker met een mail-client inlogt en nieuwe berichten ophaalt). Dit in tegenstelling tot IMAP, waarbij de berichten op de server zelf worden gelezen.

post
E-mailbericht aan een mailing list of nieuwsgroep.

posten
Inzenden van een artikel op een Usenetnieuwsgroep.

polygoon
Driedimensionale weergave van een oppervlakte bij virtual Reality.

pop?
-Point op Presence- Toegangspunt tot het Internet bij een Internet-provider. Veel providers hebben per basistariefgebied een POP opgezet, zodat abonnees tegen lokaal tarief kunnen inbellen.

pop?
-Post Office Protocol- Protocol voor het centraal beheren van e-mail binnen een netwerk door een POP-server op het centrale systeem, terwijl de gebruikers met een POP-client e-mail kunnen lezen op hun eigen computer.

point light
Wijze van belichting van een afgebeeld object wordt bedoeld, bijvoorbeeld Virtual Reality.

point-to-point-verbinding
Verbinding tussen twee eenheden in een netwerk, die uitsluitend bestemd is voor deze twee eenheden. Dit verbindingstype is gebruikelijk voor telefoonnetten.

point cloud
Verzameling van punten in een drie-dimensionale ruimte die een object voorstellen, bijvoorbeeld in Virtual Reality.

pop-under
Pop-upvenster dat onder de getoonde webpagina onzichtbaar blijft totdat de gebruiker de browser gesloten denkt te hebben.

pop-up hell
Webpagina die zonder dat de gebruiker daarom vraagt zelf enkele browservensters opent, meestal voor reclamedoeleinden.

pop-up window
Scherm met een keuzelijst, dat verschijnt op de voorgrond van een invoerscherm of een formulier.

poort scan
Een scan van de poorten van een computer om snel een indruk te krijgen van welke diensten een computer allemaal gebruik maakt. Op basis daarvan kan een aanvaller bepalen welk soort kwetsbaarheden kunnen worden om in te breken op uw computer.

port scan
Een scan van de poorten van een computer om snel een indruk te krijgen van welke diensten een computer allemaal gebruik maakt. Op basis daarvan kan een aanvaller bepalen welk soort kwetsbaarheden kunnen worden om in te breken op uw computer.

porting
NL: Poorten. Synoniem: source porting. Een programma overzetten naar een ander besturingssysteem, bijvoorbeeld van Windows NT naar UNIX of van Linux naar Sun Solaris. Vaak is hierbij hercompilatie of zelfs aanpassing van het programma noodzakelijk. Uitspraak: poorten.

ppp
-Point to Point Protocol- Protocol voor een TCP-IP-verbinding over een point-to-point-verbinding, zoals een telefoonlijn, waarmee synchrone en asynchrone communicatie mogelijk is en een lijn met andere gebruikers kan worden gedeeld.

provider
Letterlijk: verschaffer of verlener, ook wel Internet Service Provider of Access Provider. De provider biedt toegang tot internet en zorgt ook voor uw persoonlijke brievenbus, voor het verzenden en ontvangen van e-mail en het bewaren en versturen van uw post. Daardoor hoeft uw eigen computer niet de hele dag aan te staan.

protocol
Een protocol is een afspraak over de eigenschappen van informatie die tussen computers worden uitgewisseld. Zo maken alle internettoepassingen gebruik van de protocollen TCP en IP.

privacy
In de Nederlandse Grondwet (artikel 10) is privacy omschreven als het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Privacy van informatie is de afwezigheid van informatie over onszelf bij anderen en bovendien het verbod aan anderen om zonder onze toestemming die informatie te verwerven. Privacy met betrekking tot elektronisch zakendoen, is dus het recht op informationele zelfbeschikking. Dit houdt niet alleen de afwezigheid van informatie over onszelf bij anderen in, maar ook het recht van ieder individu om zelf te bepalen welke informatie over zichzelf hij ter beschikking stelt en welke niet.