Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


indexering
(1) Het op basis van een index herwaarderen van prijzen, lonen, uitkeringen, tarieven en dergelijke; (2) Het koppelen van zoekkenmerken aan informatie teneinde de vindbaarheid te bevorderen, cq. mogelijk te maken.

inspraak
(1) Het deelnemen aan overleg in het kader van besluitvorming binnen een organisatie. (2) Idem met betrekking tot beslissingen van de overheid.

information mining
(1) Het genereren van nieuwe informatie door bewerkingen uit te voeren op bestaande informatie. (2) het gericht zoeken naar specifieke informatie in een grote hoeveelheid beschikbare gegevens.

inspectie
(1) Gericht en systematisch onderzoek ter controle van hetgeen is afgesproken of hetgeen mag worden verwacht. (2) Een onafhankelijk onderzoek van een produkt of set produkten, waarbij wordt gekeken in hoeverre het resultaat in overeenstemming is met specificaties, standaarden, contracten, afspraken of andere criteria. (3) Een onderzoek van een produkt of set produkten, waarbij wordt gekeken of het resultaat functioneert overeenkomstig de opzet, en voorts of aanpassingen noodzakelijk/wenselijk zijn.

initiatief
(1) Een actie waarmee iets in gang wordt gezet; (2) Het vermogen of de instelling om iets in gang te kunnen zetten.

instructie
(1) Een aanwijzing of richtlijn aan een persoon of groep personen om een bepaalde handeling of reeks van handelingen op een bepaalde manier te verrichten (of juist niet te verrichten). De instructie kan tevens bepaalde voorwaarden bevatten waaraan bij het uitvoeren van de opdracht moet worden voldaan. (2) Een element in een computerprogramma dat ervoor zorgt dat de computer een of meer bepaalde operaties uitvoert.

intrinsieke waarde
(1) De waarde van het eigen vermogen van een onderneming. (2) De waarde van het metaal waaruit een munt is gemaakt (materiaalwaarde).

innovatiemanagement
(1) de planning, besturing en beheersing van de activiteiten die deel uitmaken van het innovatieproces van een organisatie; (2) het leiden van innovaties door de diverse fasen van het innovatieproces.

integrale logistiek
(1) De leiding en het beheer van de goederenstroom vanaf de productontwikkeling en de materiaalvoorziening tot aan de uiteindelijke klant en de daarbij behorende stroom van informatie. (2) Het geheel aan logistieke activiteiten die in verband staan met en gericht zijn op de gemeenschappelijke doelstelling van de onderneming.

internal rivalry
(1) concurrentie door een aantal ondernemingen binnen een sector; (2) Concurrentie tussen personen of bedrijfsonderdelen binnen een organisatie.

in de wind gaan
(Effecten)beursterm voor short gaan of een baissepositie innemen. Het verkopen van effecten die men (nog) niet in bezit heeft, om te kunnen profiteren van dalende koersen.

invoerrechten
Belasting die geheven wordt op goederen die van uit een niet EU-land het douanegebied van de EU binnenkomen.

interactieve beleidsvorming
Beleidsontwikkeling die plaatsvindt in samenspraak met belanghebbenden.

inkoopbeleidsplan
Beleidsplan dat aangeeft welke inkoopdoelstellingen er zijn geformuleerd en welke concrete resultaten er binnen de planperiode worden verwacht.

ingangstoets
Beoordeling van de geschiktheid van een entiteit (organisatie, persoon, goed, stof, e.d.) voorafgaand aan een proces.

indicatieve samenvatting
Beschrijving van een document naar type, onderwerp en wat er wordt behandeld. De beschrijving is bedoeld om mensen te wijzen op het bestaan van het document en hen een inducatie te geven of het loont het origineel te gaan bekijken.

inkoopbesparingen
Besparingen op de inkoopfunctie welke kunnen worden bereikt door consequente uitvoering van inkoopbeleid. Gedacht kan hierbij ondermeer aan concurrerende offertes, distributiemethoden, streven naar optimale bestelfrequentie en hoeveelheid, optimaliseren van het bestelproces, waarde-analyse en substitutie, standaardisatie, make-or-buy-afweging

interval meetniveau
Bij een interval meetniveau bestaat de variabele uit verschillende waarden waar wel verschil tussen de waarden zit. Het verschil tussen deze waarden is ook duidelijk aan te geven. De waarde kan alleen nooit '0' zijn. Er bestaat dus geen nulpunt bij waarden in het interval meetniveau. Voorbeelden: 13:00/14:00/15:00; IQ van 100/110/120; 1 meter/ 2 meter/ 3 meter.

in-service
Bij gebruik van programmatuur of diensten in-service, staat de programmatuur bij de leverancier en wordt deze op afstand (tegenwoordig meestal als webapplicatie, zie ASP en SaaS) aangeroepen. De leverancier zorgt er voor dat de applicaties actueel zijn en blijven. De tegenhanger van in-service is in-house.

interne verzelfstandiging
Bij interne verzelfstandiging wordt een organisatie-onderdeel binnen een organisatie verzelfstandigd in de vorm van een nieuwe organisatie binnen de holding.

inkoopbrochure
Brochure bestemd voor leveranciers met een overzicht van de inkooporganisatie, inkoopdoelstellingen en de geldende procedures en voorschiften ten aanzien van de inkoop

individuele begeleiding
Coaching is de individuele begeleiding van cliënten bij de verdere ontwikkeling van hun functioneren in beroep of anderszins. Bij coaching wordt uitgegaan van de zelfsturende vermogens van de cliënt, het is dus geen therapie.

interactieve interventie
Collectieve actie waarin mensen samen veranderingen vormgeven en tot werkelijkheid brengen.

internationaal zakelijk verkeer
Commerciële transacties tussen partijen uit verschillende landen.

internationale handel
Commerciële transacties tussen partijen uit verschillende landen.

informele communicatie
Communicatie die plaats vindt tussen mensen binnen een organisatie of tussen mensen van verschillende organisaties onderling, op hun eigen initiatief en niet van bovenaf voorgeschreven en gereglementeerd.

Interculturele communicatie
Communicatie tussen personen met verschillende culturele achtergronden.

interpersoonlijke communicatie
Communicatie waarbij mensen fysiek in dezelfde ruimte aanwezig zijn en gebaren en gezichtsuitdrukkingen van elkaar kunnen waarnemen.

indirecte concurrentie
Concurrentie tussen aanbieders van alternatieve goederen en diensten. Bijvoorbeeld De Nederlandse Spoorwegen en de automobielindustrie.

intragroup conflict
Conflict dat voortkomt uit onverenigbaarheden of verschillen onder de groepsleden.

ingangscontrole
Controle van geleverde goederen op aantallen en kwaliteit.

inkooplogistiek
Dat gedeelte van de goerenstroombeheersing dat zich uitstrekt over alle logistieke aangelegenheden tot en met de levering van goederen en diensten

ingehouden winst
Dat gedeelte van de winst dat in de onderneming blijft en niet wordt uitgekeerd aan aandeelhouders.

inhoud
Datgene wat er aan informatie in een document of op een website staat.

indringdiepte van het ontwerp
De aanduiding van het moment waarop in het productieproces de normale herkenbare delen van de verschillende ontwerpen zijn verdwenen.

indirect procurement
De aanschaf van materialen voor de dagelijkse gang van zaken, zoals kantoorartikelen,

interne arbeidsverdeling
De arbeidsverdeling binnen een organisatie.

integrale goederenstroombeheersing
De beheersing van de goederenstroom van een organisatie met inbegrip van de bijbehorende informatie- en geldstromen.

incassoprovisie
De beloning die een incassobureau ontvangt als beloning voor incasso-activiteiten.

innovatiemotor
De creatieve mensen die onder geschikte omstandigheden bezig zijn met de ontwikkeling van nieuwe ideeen en de vertaling van deze ideeen in nieuwe producten en diensten

innovatielevenscyclus
De cyclus die wordt gevormd door de achtereenvolgende fasen die een innovatie doormaakt, te beginnen met ideeontwikkeling en eindigend met het buiten gebruik stellen van het product, de dienst of het proces.

interne insteltijd
De delen van een instelprocedure die worden uitgevoerd op het moment dat het proces stil staat.

informele doelen
De doelen die binnen de organisatie daadwerkelijk worden nagestreefd.

introductiefase
De eerste fase in de levensloop van een product. De fase start op het moment dat het product op de markt wordt gebracht.

initiële order
De eerste order van een bepaalde afnemer van een bepaald product.

ingangspunt
De eerste uitvoerbare programmaregel in een component.

inkoopbudget
De geschatte uitgaven voor goederen en diensten overeen bepaalde periode. Het inkoopbudget valt uiteen in een aantal deelbudgetten, zoals materialen, gereedschappen, hulpgoederen, investeringsuitgaven, enz.

inherent risico
De gevolgen van het optreden van een risico als er geen actie wordt ondernomen om het te managen.

in bestelling
De goederen die besteld zijn maar nog moeten binnenkomen.

inkoop van capaciteit
De handeling waarbij capaciteit of machinetijd van een toeleverancier wordt gekocht. Dit geeft een bedrijf de mogelijkheid om die machinecapaciteit te gebruiken en te plannen alsof deze in het eigen bedrijf aanwezig was.

inbegrepen energie
De hoeveelheid energie die het kost om een goed te produceren (inclusief grondstofwinning en transport), gebruiken en buiten gebruik te stellen.

intellectual assets
De immateriele activa van een organisatie, die besloten liggen in het menselijk kapitaal, het klantenkapitaal en het organisatorisch kapitaal. Centrale thema bij deze activa is de waardeerbaarheid op geld van deze activa.

intellectuele activa
De immateriele activa van een organisatie, die besloten liggen in het menselijk kapitaal, het klantenkapitaal en het organisatorisch kapitaal. Centrale thema bij deze activa is de waardeerbaarheid op geld van deze activa.

individuele werkkaart
De individuele werkkaart is een planningsinstrument waarmee werk (en resultaat) in samenwerking tussen werkgever en -nemer voor een bepaalde periode kan worden gepland.

informatiepiramide
De informatiepiramide is een model waarin wordt aangegeven voor welke doeleinden informatie binnen een organisatie wordt verzameld en gebruikt. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de volgende gebruiksniveaus: (1) Afleggen van rekening en verantwoording; (2) Strategie- en beleidsontwikkeling; (3) Management; (4) Uitvoering.

informatieratio
De informatieratio is de verhouding van het rendement boven het benchmarkrendement, gedeeld door de tracking error. Bijvoorbeeld: de tracking error van een portefeuille is 1%, het extra rendement ten opzichte van de benchmark is 0,5%. Dan is de informatieratio 0,5. De informatieratio is een aanduiding van het risico dat een vermogensbeheerder heeft genomen om het extra rendement te behalen.

inkopen
De inkoopactiviteit omvat het onderzoek naar en de ontwikkeling van bronnen die de onderneming kunnen voorzien van grondstoffen, goederen, onderdelen, producten, diensten enz., het opvragen van prijsstellingen, het onderhandelen met mogelijke leveranciers over prijzen en levervoorwaarden, het plaatsen van inkooporders en het nauwgezet volgen van de af- of oplevering van de ingekochte goederen of de uitvoering van de diensten. Dit om het belang van een goede af- of oplevering van de ingekochte items (of diensten) voor de onderneming veilig te stellen.

inkoopprocesmatrix
De inkoopprocesmatrix is een model waarmee de stappen inzichtelijk worden gemaakt die bedrijven doorlopen bij het nemen van inkoopbeslissingen. Marketeers proberen aan de hand van het model in te spelen op de specifieke omstandigheden van elke fase van het inkoopproces. Het model werd ontwikkeld door Robinson, Faris en Wind (1967).

innovatieklimaatscan
De Innovation Climate Scan verkent het innovatieklimaat van de organisatie. De uitkomsten kunnen worden gebruikt voor gerichte verbeteracties.

inventaris
De inrichting, zoals meubels en andere gebruiksvoorwerpen die bestemd zijn om gebruikt te worden binnen de organisatie.

interne beheersingsorientatie
De instelling waarbij men er van uitgaat dat gebeurtenissen en omstandigheden met name zijn toe te schrijven aan eigen inzet en kundigheid

International Competence Baseline
De International Competence Baseline (ICB) is de internationale standaard voor certificering, vastgesteld door de International Project Management Association (IPMA). .

Internationale Organisatie voor Standaardisatie
De Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vaststelt. De organisatie is een samenwerkingsverband van nationale standaardisatieorganisaties in 156 landen. Om te voorkomen dat de organisatie in elke taal een andere afkorting zou krijgen, heeft de ISO vanaf het begin gekozen voor de aanduiding ISO, afgeleid van het Griekse isos, wat gelijk betekent.

interne controle
de interne controle ovat het organisatieschema en alle methodes, maatregelen en procedures ingesteld door de onderneming teneinde: - de activa te beschermen; - de juistheid en de betrouwbaarheid van de boekhoudkundige gegevens vast te stellen; - de operationele efficiëntie op te drijven; - het respect aan te moedigen voor de principes vastgelegd door de algemene leiding van de onderneming.

investeringsrisico
De kans dat een investering meer of minder oplevert dan een redelijke beloning voor de investeerder.

interne faalkosten
De kosten die binnen een organisatie worden gemaakt als gevolg van het niet voldoen aan voorgeschreven kwaliteitseisen.

instelkosten
De kosten die verbonden zijn met het instellen van de productielijn voor een ander product.

inkoopmacht
De macht die een onderneming die inkoopt heeft om voor haar gunstige prijs, kwaliteit en andere voorwaarden te bedingen bij leveranciers.

incourante markt
De markt voor de verhandeling van niet-beursgenoteerde aandelen. Een bank onderhoudt deze markt. Zij valt daarmee geheel buiten de verantwoordelijkheid van Euronext.

internal fit
De mate waarin componenten binnen een systeem op elkaar aansluiten.

interne rentevoet
De mate waarin de huidige contante waarde van toekomstige inkomsten opweegt tegen het bedrag dat geinvesteerd moet worden om deze toekomstige inkomsten te kunnen bereiken.

interne efficiency
De mate waarin een organisatie er in slaagt om vanuit een gegeven hoeveelheid input een optimale output te realiseren.

intellectual capital agility
De mate waarin een organisatie in staat is om zich op het domein van het intellectueel kapitaal aan te passen als de ontwikkelingen in haar omgeving daarom vragen.

inwisselbaarheid
De mate waarin een persoon of goed in een bepaalde situatie met hetzelfde resultaat in de plaats kan worden gesteld van een ander.

integriteit
De mate waarin men handelt overeenkomstig daarvoor geldende normen, waarden en gedragscodes in het belang waarvoor men zegt te handelen. Integriteit is te beschouwen als een maat voor betrouwbaarheid, onkreukbaarheid en onomkoopbaarheid.

initial contact personnel
De medewerkers waarmee een klant het eerst in aanraking komt wanneer hij contact opneemt met een leverancier.

interne omgeving
De omgeving binnen een organisatie zoals die wordt gevormd door een combinatie van: - de formele organisatiestructuur (zoals we die kunnen kennen uit de officiele documenten van de organisatie, zoals de oprichtingsacte, e.d.); - de informele organisatiestructuur (niet officieel vastgelegde, maar wel feitelijk bestaande verhoudingen); - de organisatiecultuur.

innovatieklimaat
De omstandigheden binnen een organisatie voor zover die het innoveren bevorderen of juist hinderen.

intelligence needs
De onderwerpen/thema's die een organisatie systematisch moet monitoren om up to date te blijven en niet aan concurrentiekracht in te boeten.

interne ontvangst
De ontvangst van goederen door een interne afnemer van een interne leverancier.

industriële revolutie
De ontwikkeling in de tweede helft van de 19e eeuw die het gevolg was van de uitvinding van de stoommachine en die leidde tot het ontstaan van een economie met machinegebaseerde massaproductie.

industrialisatie
De opkomst van fabrieksgewijze productie in een overwegend agrarische samenleving.

interactionistische kijk op conflicten
De opvatting dat conflicten soms bevorderlijk zijn voor de effectiviteit van een team.

interne beheersoriëntatie
De overtuiging dat je lot voornamelijk afhangt van factoren waarop je zelf invloed kunt uitoefenen. Oftewel: je lotsbestemming wordt voornamelijk door je zelf bepaald.

inkoopmanagement
De planning en beheersing van activiteiten, gericht op een permanente en adequate instroom van goederen en diensten, welke voldoet aan de specificaties van de inkopende organisatie

informatieplicht
De plicht om in bepaalde gevallen informatie te verstrekken aan de overheid of aan belanghebbenden. Denk in het eerste geval bijvoorbeeld aan de plicht om uw belastingaangifte te doen en de fiscus van alle relevante informatie te voorzien. Denk in het tweede geval bijvoorbeeld aan de verplichting van een verkoper om in bepaalde gevallen informatie te verstrekken aan de koper omtrent het goed dat te koop wordt aangeboden.

interne verrekenprijs
De prijs die intern wordt gehanteerd voor leveringen van het ene bedrijfsonderdeel aan het andere.

indifferentiepunt
De productie-omvang waarbij de kosten van twee alternatieve productiemogelijkheden gelijk zijn.

integrale kostprijs
De som van variabele en vaste kosten van een product.

interfererende speelruimte
De speelruimte van een activiteit verkregen door het bepalen van het verschil van het laatst mogelijke starttijdstip van die activiteit en het vroegst mogelijke starttijdstip van de volgende activiteit.

initiatieffase
De startfase van een project waarin het probleem wordt verkend. Het is fase 1 in het zes-fasenmodel.

individualisme
De trend dat mensen zich meer op zichzelf (en op een kleine kring van familie en bekenden) concentreren dan op het grotere geheel van de gemeenschap waar ze deel van uitmaken.

informatisering
De trend van het in toenemende mate beschikbaar zijn van informatie als gevolg van de ontwikkeling en het gebruik van informatie-infrastructuur en informatieverwerkende apparatuur

interpretatie
De uitleg die men geeft aan informatie.

informele organisatie
De van de door de leiding ingerichte organisatiestructuur afwijkende structuur, zoals deze zich manifesteert in de praktijk. De informele organisatie kan een aanvulling zijn op de door de leiding gegeven structuur, maar ze kan ook met de officiële structuur in strijd zijn.

informatiemarketing
De verkoop van informatie, vaak in de vorm van een rapport of een e-boek.

invoerdomein
De verzameling waaruit geldige invoerwaarden geselecteerd kunnen worden.

institutionele beleggers
De verzamelnaam voor grote, niet-particuliere beleggers zoals beleggingsmaatschappijen en pensioenfondsen.

industriele eigendomsrechten
De volgende rechten vormen samen de categorie der industriele eigendomsrechten: octrooien, merken, tekeningen, modellen, kwekersrechten en schema's van halfgeleiderproducten (chips)

initiële vraag
De vraag van afnemers die het product voor het eerst kochten.