Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
sedumdak
Sedumdaken behoren tot de vegetatiedaken; een sedumdak is één van de uitvoeringsmogelijkheden van een vegetatiedak. Sedum is een soort vetplantje.
semantisch netwerk op organisatieniveau
Semantisch netwerk dat speciaal gemaakt is om te gebruiken binnen een bepaalde organisatie of groep.
servqual
SERVQUAL, een afkorting voor Service Quality, is een raamwerk voor het doorgronden van de kwaliteit van dienstverlening. Het kan gebruikt worden als diagnose om de tekortkomingen in de dienstverlening aan de orde te stellen. Vanwege de vergelijking tussen verwachtingen omtrent de service kwaliteit en de daadwerkelijk gemeten percepties van service kwaliteit, wordt dit ook wel een 'gap analyse' genoemd.
secundaire taak
Taak die afgeleid is van en ondersteunend is aan de primaire taken.
sensitivity training
Training gericht op het verbeteren van het vermogen om interpersoonlijke relaties te onderhouden door het ontwikkelen van zelfbewustzijn en inlevingsvermogen van de trainee.
seizoensopruiming
Uitverkoop waarbij goederen voor het afgelopen seizoen met korting worden verkocht
semiotiek
Vakgebied dat zich bezighoudt met de betekenis van tekens en symbolen.
selectievakje
Vakje op een formulier (op papier, elektronisch, op een website, e.d.) dat kan worden aangeklikt om een keuze kenbaar te maken.
serieproductie
Wijze van produceren waarbij in een proces grotere aantallen gelijke producten worden gemaakt.
shared sourcing
Gezamenlijke inkoop van op dit terrein met elkaar samenwerkende partijen.
shared services
Het concentreren van bepaalde diensten in een gespecialiseerde afdeling die vervolgens alle afdelingen van de moedermaatschappij en soms ook externe opdrachtgevers bedient.
short straddle
Het gelijktijdig kopen of verkopen van een calloptie en een putoptie met dezelfde afloopdatum en uitoefenprijs. Een longstraddle geeft de mogelijkheid om in te spelen op een verwachte sterke bewegelijkheid van de koersen in willekeurige richting. Een shortstraddle biedt een maximale winst.
shirking
De neiging van individuen om zich te drukken ten koste van andere teamleden, indien de prestaties van de individuele leden van het team niet goed meetbaar zijn.
share fair
Een evenement dat specifiek wordt georganiseerd om kennisdelen te bevorderen.
short-positie
Effectenbeurs: indien een belegger effecten heeft verkocht die hij op dat moment niet in bezit heeft. Het tegenovergestelde van een short-positie is een long-positie. Het innemen van een short-positie heet ook wel 'in de wind gaan'. Optiebeurs: een positie aangegaan door een openingsverkoop waarbij schrijver de verplichting neemt de onderliggende waarde te leveren of af te nemen.
short hedge
Het hedgen of afdekken van een positierisico door het innemen van een verkooppositie in een future.
shrinkflation
Het leveren van een kleinere hoeveelheid product bij gelijkblijvende prijs.
sharp-principe
Kwaliteitsuitgangspunt: Satisfaction as high as reasonably practicable, oftewel: kwaliteit zo goed als redelijkerwijs haalbaar.
SHOR-model
Probleemoplossingsmethode ontwikkeld door Wohl, bestaande uit vier fasen, Stimulus (informatie verzamelen), Hypothesis (de situatie bepalen), Option (alternatieve oplossingen ontwikkelen), Response (gekozen oplossing uitvoeren).
shopping goods
Producten waarvoor de consument bereid is enig voorwerk te verrichten alvorens een dergelijk goed aan te schaffen. Shopping goods is een categorie producten uit de indeling van Copeland.
shared expertise
Shared Expertise is een methode, die gebruik maakt van experts uit (verschillende) sectoren en vakgebieden voor het inventariseren, het verkennen en het evalueren van nieuwe businesskansen.
sinecure
Betaalde baan waarbij geen of zeer weinig inspanningen worden gevraagd.
single loop leren
Bij single-loop learning wordt bestaande kennis gebruikt om een bepaald probleem op te lossen. Vaak gaat het dan om kennis van praktische oplossingen, die in het verleden als eens met succes zijn gebruikt.
sigma
De Griekse letter (Σ) wordt gebruikt om aan te geven hoeveel het resultaat van een werkwijze af staat van perfectie, op basis van het aantal fouten per miljoen geproduceerde eenheden.
simulated market testing
De presentatie van promotie- en reclamemateriaal aan mensen die deel uitmaken van de doelmarkt voor de in het materiaal gepresenteerde producten
signaleringsgrenzen
De vooraf bepaalde niveaus ten aanzien van een bepaalde grootheid (verkopen, voorraad, productie) welke als signaal dienen als de waarde van de desbetreffende grootheid deze niveaus overschrijdt, resp. onderschrijdt. Dit signaal kan worden gebruikt om de planning aan te passen.
six-sigma cyclus
Define, measure, analyze, improve, control (Six sigma projectaanpak kwaliteitsverbetering)
simulator
Een apparaat, computerprogramma of systeem dat tijdens het testen gebruikt wordt. Het gedraagt zich of werkt als een bepaald systeem wanneer het voorzien wordt van een bepaalde verzameling gegevens. [Naar IEEE 610, DO178b].
single point of failure
Een enkelvoudig deel van een systeem dat bij uitval een ernstige verstoring tot gevolg heeft.
situatieanalyse
Een gecombineerd onderzoek naar de interne en externe omgeving van een organisatie als onderdeel van de ontwikkeling van een strategisch plan.
sinking fundlening
Een obligatielening die jaarlijks een deel van de hoofdsom aflost.
single-use plan
Een plan dat is gemaakt om een oplossing te bieden voor een unieke situatie en dat daardoor bestemd is voor eenmalig gebruik.
simplex proces
Een probleemoplossingsaanpak in acht stappen die je stap voor stap door het besluitvormings- en implementatieproces leidt.
situated learning
Een vorm van leren, waarbij de leerling zich tijdens het leren al in een situatie bevindt, zoals hij het geleerde later in de praktijk zal toepassen. Bijvoorbeeld: een oefenpotje tijdens eens voetbaltraining
simplex
Enkelvoudig; niet samengesteld; in één richting gaande.
sick building syndrome
Gezondheidsklachten, zoals hoesten, hoofdpijn, misselijkheid, e.d. die terug te voeren zijn op het verblijf in gebouwen opgetrokken uit moderne bouwmaterialen en met kunstlicht en luchtbehandelingssystemen die weinig natuurlijk zijn.
single source
Het inkopen bij een leverancier zonder eerst prijzen te hebben vergeleken bij in aanmerking komende andere leveranciers
simuleren
Het nabootsen van bepaalde situaties, gedragingen, eigenschappen, activiteiten, werkwijzen enz.
simulatie
Het nabootsen van de werkelijkheid om zodoende het functioneren van een object of systeem te testen of te voorspellen.
simultaan
Het tegelijkertijd uitvoeren van activiteiten in plaats van achter elkaar.
situationeel leiderschapsmodel Hersey & Blanchard
Het uitgangspunt dat er geen universele stijl van leidinggeven bestaat, maar dat het leiderschap moet worden ingevuld al naar gelang de situatie, waarin het moet worden toegepast.
simpele omgeving
Hiervan is sprake als de ontwikkelingen in de omgeving maar op weinig facetten van de organisatie van invloed zijn.
sitting next to Nellie
Introductie van een nieuwe medewerker door hem te koppelen aan een werknemer die al langer in dienst is.
situationele kennis
Kennis met betrekking tot de context van een probleem, gebeurtenis of situatie.
situationele theorie
Leiderschapstheorie die stelt dat leiders hun leiderschapsstijl moeten afstemmen op degenen aan wie ze leiding moeten geven.
simultane productie
Realisatie van een product waarbij de specificatie-, ontwikkeling-, constructie- en fabricagetaken zo veel mogelijk gelijktijdig worden uitgevoerd.
similarity scaling
Similarity scaling is een techniek om een onderliggende structuur in een gegevensmatrix te visualiseren. Het doel is het plaatsen van objecten in een meerdimensionale ruimte, zodanig dat de onderliggende gelijkheid (of similariteit) duidelijk wordt.
singulariteit
Singulariteit als technologische fenomeen: het moment waarop in een technologische ontwikkeling een zodanige versnelling optreedt, dat haar invloed op de maatschappij niet langer voorspelbaar is.
six sigma
Six sigma is een methodiek voor kwaliteitsverbetering waarbij men er op systematische wijze naar streeft fouten op te sporen en ze te elimineren om hierdoor te komen tot kostenbesparing.
silo
Uitdrukking voor een eenheid of afdeling binnen een organisatie die de neiging heeft erg intern gericht te zijn.
simultaan ontwerp
Wanneer productontwikkeling en procesontwerp gelijktijdig plaatsvinden in plaats van achter elkaar. Middels simultaan ontwerpen wordt bereikt dat product en proces beter op elkaar afgestemd worden. Voorts is er aanzienlijke tijdwinst te boeken.
simplex algoritme
Wiskundig algoritme waarmee een optimale oplossing voor een probleem kan worden gevonden.
sjabloon
Een vorm, waarmee men figuren, documenten, informatie of objecten mee kan modelleren.
skill variety
De mate waarin een taak vereist dat degene die ze uitvoert beschikt over een uitgebreide set vaardigheden.
skilled incompetence
Dit zijn onbewust aangeleerde vaardigheden die mensen behoeden voor gevoelens van onzekerheid en incompetentie die gepaard kunnen gaan met leren.
skill-based cognitive control
Gedrag dat zich afspeelt op het laagste cognitieve niveau, wanneer men geconfronteerd wordt met vertrouwde situaties waarvoor men automatismen heeft ontwikkeld die nauwelijks aandacht vereisen.
skills analysis
het onderdeel van arbeidsanalyse, waarbij specifiek wordt gekeken naar vaardigheden.
slack time
De vertraging die een bepaalde activiteit kan hebben zonder dat dit van invloed is op andere activiteiten.
slotprijs
De slotprijs is of de prijs van de laatst tot stand gekomen transactie op een handelsdag of de middenprijs van de laatste bied- en laatprijzen.
slotkoers
De laatste koers van een effect op een handelsdag.
slank
De letterlijke vertaling van Lean is 'mager'. Verzamelterm voor concepten gericht op het optimaliseren van (bedrijfs)processen. Vertaling voor (bedrijfs)processen = slank en slagvaardig. In dat kader betekent Lean ook 'véél meer doen met véél minder inspanningen'.
slip chart
De Slip Chart methode is een methode om de voortgang van een project te bepalen. De Slip Chart-methode gaat uit van de bestede uren of het bestede budget, maar de kern van de methode is dat periodiek de toekomst voorspeld moet worden - de Estimates To Complete.
sluitingsdatum
Datum waarna iets is afgelopen of niet meer mogelijk is.
sluitpost
(1) De afsluitende boeking van een grootboekrekening; (2) Een voornemen met een lage prioriteit.
slechte aanpak
Een aanpak of een methode aantoonbaar leidt tot slechte resultaten en/of regelrechte mislukkingen en die zeer geschikt is om er lessen uit te trekken voor de toekomst.
sluitende begroting
Een begroting waarbij de geschatte inkomsten gelijk zijn aan de geschatte uitgaven.
slecht nieuws gesprek
Een gesprek waarin een voor de ontvanger onaangename boodschap moet worden overgebracht.
sluitpostmethode
Een methode om een budget te bepalen op basis van nog resterende bestedingsruimte op een begroting.
sleutelhouder
Een persoon aan wie een deel van de encryptiesleutel om berichten te (de-)coderen is toevertrouwd.
slipstrategie
Een slipstrategie is een stabiliteitsstrategie, waarbij er wel nog groei zit in de markt, maar je gaat daar niet meer in mee, bijvoorbeeld omdat je organisatie een omvang heeft, die als optimaal wordt ervaren.
sluitingsverkoop
Effectenbeurs: de verkoop van een openstaande aandelen- of obligatiepositie. Optiebeurs: verkoop van een openstaande optie- of futurespositie. Hierdoor doet de verkoper afstand van de rechten die voortvloeien uit een optiepositie of de plichten die voortvloeien uit een futurespositie. Bij de optiehandel spreekt men meestal van een closing sell.
sluitingskoop
Effectenbeurs: koop van een aandeel of een obligatie om een openstaande short- of baissepositie ongedaan te maken. Optiebeurs: koop van een optie of een future om een openstaande short-positie ongedaan te maken.
slotdividend
Het na het interim-dividend uitgekeerde dividend. De uitkering van het slotdividend vindt plaats nadat de definitieve winstcijfers bekend zijn.
slander
Het verspreiden van valse informatie met de bedoeling schade toe te brengen aan een persoon of zijn reputatie.
sleutel prestatie-indicator
Prestatie-indicatoren waaraan je kunt zien hoe de organisatie scoort op punten die er werkelijk toe doen bij het realiseren van haar deoelstellingen.
SMART
Het SMART-principe is helder, eenduidig en controleerbaar opstellen van haalbare doelen. De letters van SMART staan voor: - specifiek: moet eenduidig omschreven zijn - meetbaar: wanneer (in kwaliteit) is het doel bereikt - acceptabel: gaat de doelgroep en/of het management dit accepteren - realistisch: moet haalbaar zijn - tijdsgebonden: wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn.
snail trail
Een navigatiefunctie in websites e.d., waarmee de gebruiker kan zien welk pad hij totnutoe gevolgd heeft om tot de huidige pagina te komen en meestal tevens met de mogelijkheid om op dit pad terug te keren.
snooper
Een persoon of groep personen van binnen de organisatie die zich toegang proberen te verschaffen tot systemen of informatie zonder dat zij daartoe gerechtigd zijn.
snelontwerp
Een quick design of snelontwerp is een techniek voor het opstellen van specificaties voor het toekomstig product. Een quickdesign komt van pas wanneer men meer inzicht wil in het probleem/ontwerp en dit niet mogelijk is op een zuiver analytische manier. De methode is zodoende ook een aanvulling op meer analytische methoden zoals de procesboom en de objectievenboom. De leden van het ontwerpteam schetsen mogelijke totaaloplossingen voor het product. Daarna worden deze oplossingen aan een problem shooting onderworpen, zodat verdere (on)gewenste kenmerken geïdentificeerd worden. Deze kunnen op zich dan vertaald worden naar productspecificaties.
sneeuwbaleffect
Een sneeuwbaleffect is de benaming voor een situatie waarin een gebeurtenis zichzelf steeds verder versterkt, te vergelijken met een sneeuwbal die bij het bergafwaarts rollen steeds groter wordt en steeds sneller naar beneden rolt.
snelle prototyping
Het gebruik van een eenvoudig prototype om een product of systeem dat in ontwikkeling is op beperkte schaal te evalueren in de start- of tussenfases van het ontwikkelingsproces.
snowball sample
Het vragen aan deelnemers aan een marktonderzoek of zijn nog mensen kennen die ook mee willen doen aan het onderzoek.
snob effect
Koopgedrag waarbij mensen zich van anderen willen onderscheiden door juist een ander product te kopen dan wat gangbaar is. Hierdoor treedt het effect op dat de algemene theorie van vraag en aanbod wordt verstoord: de vraag naar het gangbare product valt lager uit dan mag worden verwacht. Het tegenovergestelde hiervan is het bandwagon-effect.
snelle omstelling
Single Minute Exchange of Dies (SMED) staat synoniem voor snel omstellen. De focus ligt op het verlagen van omsteltijden. De SMED-methode is ontwikkeld door Shigeo Shingo.
socialisatie
(1) Het proces waarbij iemand leert om te gaan met anderen in zijn omgeving; (2) Het laten delen van (impliciete) kennis door mensen samen te brengen om gericht te discussiëren of om samen te werken.
sollicitatiestatistieken
Chronologisch overzicht van sollicitanten waarin naast de personalia onder meer wordt bijgehouden wanneer ze op welke functie hebben gesolliciteerd en hoe dat is uitgepakt.
sociaaleconomische managementbenadering
De gedachte dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het management verder gaat dan het maken van winst. In deze benadering behoort het bevorderen van welzijn en welvaart binnen de samenleving ook tot de verantwoordelijkheidsgebieden van het management.
sociale interactie
De invloed die mensen op elkaar hebben in een gemeenschap/groep.
sociale aanwezigheid
De mate waarin een medium (een website, een leeromgeving of vergelijkbaar) het gevoel opwekt dat er sprake is van persoonlijk contact tussen het medium en de gebruiker.
solvabiliteit
De mate waarin een organisatie bij een eventuele opheffing aan al haar financiële verplichtingen kan voldoen.
sociale omgeving
De omgeving van een organisatie die bepaald wordt door demografische omstandigheden en ontwikkelingen, de heersende cultuur, tradities en gewoonten.
sociale status
De positie die iemand inneemt in de samenleving.
sociale lasten
De premies die moeten worden afgedragen voor werknemersverzekeringen,
Sociaal Economische Raad
De SER adviseert de regering en het parlement over de hoofdlijnen van het te voeren sociaal-economisch beleid. Daarnaast is de SER belast met bestuurlijke en toezichthoudende taken. Zij bestaat uit 33 leden, waarvan elf door werkgevers, elf door werknemers en elf door de Kroon zijn aangewezen.
sociale conflicttheorie
De sociale conflicttheorie gaat er van uit dat conflicten tussen groepen worden veroorzaakt door de strijd om schaarse bronnen zoals voedsel, macht en natuurlijke hulpbronnen. Volgens deze theorie zijn conflicten neutraal, onvermijdelijk en niet noodzakelijk negatief, omdat ze ook positieve resultaten kunnen hebben.
solvabiliteitskengetal
De solvabiliteit van een onderneming kan worden berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. Dat levert een bepaalde waarde op die aangeeft hoe afhankelijk men is van extern vermogen.
Sociale aanwezigheidstheorie
De theorie die stelt dat de geloofwaardigheid van informatie in de beleving van een gebruiker toeneemt, naarmate de informatiebron bij gebruiker het gevoel weet op te roepen dat er sprake is van persoonlijk contact onderling.
social capital
De waarde van het sociale netwerk van een organisatie of een persoon.
sociocultuur
De waarden en normen, gewoonten en tradities zoals deze in een samenleving gehanteerd worden.
sociologie
De wetenschap die zich bezig houdt met het bestuderen van de maatschappij en maatschappelijke betrekkingen.