8 letters

ponyhaar ∙ pooljaar prakbaar ∙ profjaar ∙ punkhaar ∙ punthaar ∙ raadbaar ∙ raakbaar ∙ rafelaar ∙ Rampjaar ∙ rampmaar ∙ randgaar ∙ ratelaar ∙ realgaar redenaar ∙ regelaar ∙ reinvaar ∙ reisbaar ∙ rekenaar ∙ repelaar ∙ reukhaar ∙ revelaar ∙ rijdbaar ∙ rijklaar ∙ rijmpaar ∙ rijstaar ∙ ritsbaar ∙ rockpaar ∙ rodelaar roepbaar ∙ roggeaar ∙ rondvaar ∙ rondwaar ∙ rookbaar ∙ rookwaar ∙ rootgaar ∙ rouwjaar ∙ rozelaar ∙ ruikbaar ∙ ruilbaar ∙ ruilwaar ∙ rustjaar ∙ samowaar ∙ scanbaar ∙ seminaar ∙ showpaar ∙ slikbaar ∙ slotjaar ∙ snorhaar ∙ soappaar ∙ spathaar spinbaar ∙ stelbaar ∙ stophaar ∙ stuifaar ∙ tafelaar ∙ takelaar ∙ tarweaar ∙ tastbaar ∙ tasthaar ∙ tateraar ∙ teenhaar ∙ tekenaar ∙ testbaar ∙ Texelaar ∙ Tigelaar tokowaar ∙ toonbaar ∙ topzwaar ∙ totelaar ∙ tovenaar ∙ toveraar ∙ trapjaar ∙ trefbaar ∙ trekbaar ∙ trilhaar ∙ uitklaar ∙ uitspaar ∙ uitstaar ∙ vaarbaar ∙ vangbaar ∙ vanghaar ∙ vastvaar ∙ vedelaar ∙ veeghaar ∙ verfbaar ∙ verklaar ∙ verzwaar ∙ vierbaar ∙ vilthaar ∙ vindbaar ∙ vivipaar ∙ vlashaar ∙ vlokhaar ∙ vlotbaar ∙ vlugmaar ∙ voelbaar ∙ vogelaar ∙ volgbaar ∙ voorgaar ∙ Voorhaar ∙ voorjaar ∙ voorwaar ∙ vormbaar ∙ vouwbaar ∙ vrijjaar ∙ vrijvaar ∙ vrijwaar ∙ waadbaar ∙ waarnaar ∙ Wagenaar waldhaar ∙ walkhaar ∙ webspaar ∙ weefbaar ∙ weegbaar ∙ weerbaar ∙ weervaar ∙ weetbaar ∙ wendbaar ∙ wensbaar ∙ werkbaar ∙ werkjaar ∙ werpbaar ∙ wijnjaar ∙ windhaar ∙ wondbaar ∙ wrikbaar ∙ zaadjaar ∙ zaaibaar ∙ zangpaar ∙ zeeklaar ∙ zeemgaar ∙ Zegelaar ∙ zegenaar ∙ zeilbaar ∙ zeilpaar ∙ Zelenaar zemelaar ∙ zeulbaar ∙ Zevenaar zeveraar ∙ zingbaar ∙ zinkbaar zoenbaar ∙ zoetwaar

9 letters

aalschaar ∙ Aarlenaar aarzelaar ∙ aflikbaar ∙ aflosbaar ∙ afpelbaar ∙ afrekbaar ∙ afrolbaar ∙ afsopbaar ∙ aftapbaar ∙ aftelbaar ∙ afwasbaar ∙ afwisbaar ∙ afzetbaar ∙ Alphenaar aluingaar ∙ alveolaar ∙ ambtenaar ∙ ankerbaar ∙ antiquaar ∙ appeljaar ∙ armenpaar ∙ armgebaar ∙ baardhaar ∙ babbelaar ∙ baggelaar ∙ baggeraar ∙ basenpaar ∙ basgitaar ∙ basisjaar ∙ basleraar ∙ bebophaar ∙ bedienaar ∙ beginjaar behapbaar ∙ beidegaar ∙ Beilenaar beitsbaar ∙ bekenbaar ∙ belegbaar ∙ bemanbaar ∙ beminbaar ∙ beminnaar ∙ Bemmelaar benenpaar ∙ benutbaar ∙ bepakbaar ∙ berenhaar ∙ berenpaar ∙ Bergenaar besefbaar ∙ Bestenaar bestevaar ∙ Beugelaar beukelaar ∙ beursjaar beuzelaar ∙ beverhaar ∙ Bevernaar beverpaar ∙ bevisbaar ∙ bezetbaar ∙ bezitbaar ∙ bijenjaar ∙ Biltenaar blaashaar ∙ bladeraar ∙ bleekbaar ∙ blijkbaar ∙ blindvaar ∙ bloeibaar ∙ bochelaar ∙ boemelaar ∙ boezelaar ∙ bonkelaar ∙ borrelaar ∙ borsthaar ∙ botergaar ∙ boterjaar ∙ bottelaar ∙ bouwklaar Boxtelaar braakjaar ∙ brandbaar ∙ brandhaar ∙ Bredanaar breekbaar ∙ breekjaar ∙ brekelaar ∙ broedpaar ∙ bruikbaar ∙ bruikwaar ∙ buitelaar ∙ bulderaar ∙ bultenaar ∙ camperaar ∙ centenaar ∙ cijferaar ∙ Cijnsbaar ∙ claimbaar ∙ coachbaar ∙ dagschaar ∙ dakschaar ∙ damespaar ∙ damleraar ∙ darmsnaar ∙ Delvenaar deuvelaar ∙ dichtbaar ∙ dieselaar ∙ discohaar ∙ dobbelaar ∙ doezelaar ∙ dommelaar ∙ dompelaar ∙ donderaar ∙ doodsjaar ∙ doodsmaar ∙ doodstaar ∙ draagbaar ∙ draaibaar ∙ drinkbaar ∙ droombaar ∙ droompaar drukblaar dubbelaar ∙ duchtbaar ∙ duikelaar ∙ dweilbaar ∙ dwingbaar ∙ Echtenaar eetgebaar ∙ eindejaar ∙ elfenpaar ∙ ellenwaar ∙ enkelhaar ∙ erkenbaar ∙ etenswaar ∙ ex-leraar exemplaar ∙ familiaar ∙ feestjaar ∙ fiedelaar ∙ fijmelaar ∙ fissipaar foetelaar ∙ folteraar ∙ fopsigaar ∙ freesbaar ∙ fruitjaar futenpaar ∙ futselaar ∙ gaffelaar ∙ gasgevaar ∙ genenpaar ∙ Genkenaar Gentenaar gijzelaar ∙ godenpaar ∙ Goesenaar goudenaar gouwenaar ∙ graafbaar ∙ graanjaar ∙ griefbaar ∙ grijpbaar ∙ grillbaar ∙ gymleraar ∙ hakkelaar ∙ hakselaar ∙ halfzwaar ∙ hamerbaar ∙ hamergaar ∙ handelaar ∙ hapschaar ∙ harpenaar ∙ harpsnaar ∙ haspelaar ∙ Hasselaar hazenhaar ∙ hazenpaar ∙ hegschaar hekelbaar ∙ hengelaar ∙ herenhaar ∙ hinkelaar ∙ hobbelaar ∙ hoetelaar ∙ hoevenaar ∙ hompelaar ∙ hoofdhaar ∙ hoogehaar hooi-jaar horselaar ∙ hosselaar ∙ housepaar ∙ huidblaar ∙ Huntelaar huppelaar ∙ hyperbaar ∙ imkerpaar ∙ inlosbaar ∙ inpakbaar ∙ inpasbaar ∙ invulbaar ∙ inzetbaar ∙ ionenpaar ∙ jammeraar ∙ janitsaar ∙ jeugdjaar ∙ jeukelaar ∙ jokerjaar jubeljaar ∙ judashaar ∙ kaatsbaar ∙ kandelaar ∙ kankeraar ∙ kanteraar ∙ kellenaar ∙ Kempenaar ∙ kerselaar ∙ keulenaar ∙ keutelaar ∙ keuvelaar ∙ keverjaar ∙ kibbelaar ∙ kietelaar ∙ kittelaar ∙ klemblaar ∙ kleurbaar ∙ kliefbaar ∙ klierhaar ∙ kloonbaar ∙ knaagbaar ∙ kneedbaar ∙ knevelaar ∙ knijpbaar ∙ koeteraar ∙ kokkelaar ∙ konkelaar ∙ koppelaar ∙ kotteraar kraakbaar ∙ krenkbaar ∙ kreukbaar ∙ krijgbaar ∙ kroeshaar ∙ kroonbaar ∙ kroonhaar ∙ kroonjaar ∙ kruinhaar ∙ kruisbaar ∙ kunstpaar ∙ kweekbaar ∙ kwetsbaar ∙ kwezelaar ∙ laadklaar ∙ labelbaar ∙ lag klaar lagerbaar ∙ langsvaar ∙ langswaar lapgitaar ∙ lasleraar ∙ lasteraar ∙ leasebaar ∙ Leidenaar lekgevaar ∙ lenigbaar ∙ lepelbaar ∙ lesbopaar ∙ lessenaar ∙ leugenaar ∙ leuteraar ∙ Leuvenaar leverbaar ∙ lichtjaar ∙ lierenaar ∙ liet daar loeizwaar ∙ loenenaar ∙ Londenaar loodzwaar ∙ loperpaar louteraar ∙ Luikenaar luitsnaar ∙ mangelaar ∙ marktwaar ∙ marmelaar ∙ marmeraar ∙ marsklaar ∙ martelaar ∙ massawaar ∙ matchbaar ∙ mazzelaar ∙ Mechelaar ∙ melkstaar ∙ merelpaar ∙ metselaar ∙ meulenaar ∙ Meuzelaar mezenpaar ∙ middelaar ∙ mijmeraar ∙ minnepaar ∙ mispelaar ∙ modderaar ∙ modeljaar ∙ mokkelaar ∙ mommelaar ∙ moordjaar ∙ moordpaar ∙ mopperaar ∙ muilblaar ∙ mummelaar navulbaar ∙ nazegbaar ∙ nestelaar ∙ netelhaar ∙ neuzelaar nevenpaar ∙ Nieuwjaar ∙ nieuwmaar ∙ Nijvelaar nijveraar ∙ nopschaar ∙ norenbaar oehoepaar ∙ ogenklaar ∙ okselhaar ∙ omarmbaar ∙ omvatbaar ∙ omvervaar ∙ omzetbaar ∙ onderhaar ∙ oneerbaar ∙ oneetbaar ∙ onhuwbaar ∙ onkenbaar ∙ onlesbaar ∙ onlosbaar ∙ onmisbaar ∙ onoorbaar ∙ ontelbaar ∙ ontembaar ∙ ontilbaar ∙ ontschaar ∙ onuitbaar ∙ onvatbaar ∙ onwinbaar ∙ onzegbaar ∙ oogstbaar ∙ oogstjaar ∙

Woorden met een ∙ zijn geldige Scrabble woorden (Onofficiële ENCYCLO Scrabblelijst)