
afbrengen werkw. Uitspraak: [ 'ɑvbrɛŋə(n) ] Afbreekpatroon: af·bren·gen Vervoegingen: bracht af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgebracht (volt.deelw.)
1) iemand afbrengen van een idee of voornemen (iemand laten stoppen met wat hij denkt of van plan is) 'iemand afbrengen van een vooroordeel'
2) het ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/afbrengen

1) Afpraten 2) Afleiden
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afbrengen/1
echt Nederlandsche handelswoorden (1914):weer vlot maken; in diep water brengen.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10742

Het schip van de plaats waar het aan de grond zit naar dieper water brengen, zodat het vlot raakt.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10827
door te praten hem ermee laten stoppen vb: ik heb hem van dat plan afgebracht
het op een bepaalde manier doen vb: we hebben het er goed van afgebracht
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

een vastgevaren schip van een droogte halen. Echter ook wel gebruikt voor een schip van de helling in het water brengen. Gerelateerde termen: afkomen , vlotbrengen , enz.
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=afbrengen
Geen exacte overeenkomst gevonden.