bereid bijv.naamw. Uitspraak: [ bəˈrɛit ] Afbreekpatroon: be·reid beschikbaar om iets zonder bezwaar te doen Voorbeelden: 'bereid om' , 'je bereid verklaren tot het afleggen van een verklaring' , 'iemand bereid vinden om tijdelijk voor de kat te zorgen' , 'bereid zijn om te vertrekken' Synoniem: genegen Synoniemen: af genegen Spreekwoor...
1) Af 2) Afgewerkt 3) Al 4) Dienstvaardig 5) Genegen 6) Geneigd 7) Geredelijk 8) Gereed 9) Gereedgemaakt 10) Gewillig 11) Klaar 12) Klaargemaakt 13) Paraat 14) Reeds 15) Slagvaardig 16) Toeschietelijk 17) Vaardig 18) Vlug 19) Willig 1) Afgewerkt 2) Alreeds 3) Dienstvaardig 4) Gaarne willende doen 5) Genegen 6) Genegen iets te doen 7) Genegen zijn 8) Genegenheid 9) Geneigd 10) Gereed 11) Gereed tot handelen 12) Gereed zijn 13) Gereedgemaakt 14) Gesnaard 15) Gewillig 16) Gezind 17) Handzaam 18) Kant en klaar 19) Klaar 20) Klaar gemaakt 
gereed (toon de herkomst via de etymologiebank)
het wel willen doen vb: ik ben bereid voorzitter te worden
•akkoord gaand, instemmend: "bereid tot actie".
gereed; geen bezwaren hebbende om iets te doen
genegen - Jaar van herkomst: 1400 (MNW )