buigen werkw. Uitspraak: [ ˈbœyxə(n) ] Afbreekpatroon: bui·gen Vervoegingen: boog (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebogen (volt.deelw.) 1) de vorm (van iets) veranderen Voorbeeld: 'de knieën buigen' het is buigen of barsten (je kunt beter een beetje toegeven) 2) (voor iemand) je hoofd en schouders naar bened... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/buigen
het krom maken vb: hij buigt het ijzer met een tang het is buigen of barsten [als je niet toegeeft zul je daar spijt van hebben] hij boog als een knipmes voor me [hij was zeer onderdanig] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=buigen
(in de rotatieoffset) Het plooien van de rand van de plaat in een hoek van 90 graden voor de bevestiging in de plaatcilinder. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10440
Op specifieke punten draaien, duwen of met kracht drukken met als doel hoekige of gebogen vormen te creëren. Categorie: Procédés en Technieken > vormen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491